Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2002
gepubliceerd op 06 november 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de anciënniteitstoeslag voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012620
pub.
06/11/2002
prom.
25/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/25/2002012620/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de anciënniteitstoeslag voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de anciënniteitstoeslag voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 De anciënniteitstoeslag voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 4 juli 2001 onder het nummer 57775/CO/140.04.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of voor goederenbehandeling voor rekening van derden, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoersvergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoersvergunning vereist is;3° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoersvergunning vereist is, welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoersvergunning vereist is;5° voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuig voor dewelke geen vervoersvergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de, buiten de havenzone, zich inlaten : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden" wordt verstaan : werklieden en werksters behorende tot de categorie van het rijdend en/of niet-rijdend personeel. HOOFDSTUK II. - Anciënniteitstoeslag

Art. 2.De werkgever betaalt een anciënniteitstoeslag aan de werklieden die zonder onderbreking volgende jaren dienst hebben binnen zijn bedrijf : - 3 jaar dienst; - 5 jaar dienst; - 8 jaar dienst; - 10 jaar dienst.

Art. 3.Deze anciënniteitstoeslag wordt betaald door de werkgever aan 100 pct. voor alle arbeids- en overbruggings/wachturen, en bedraagt : - 0,05 EUR na 3 jaar dienst; - 0,05 EUR na 5 jaar dienst (of 0,10 EUR in totaal); - 0,05 EUR na 8 jaar dienst (of 0,15 EUR in totaal); - 0,05 EUR na 10 jaar dienst (of 0,20 EUR in totaal).

Art. 4.Deze anciënniteitstoeslag is niet gekoppeld aan de index.

Art. 5.Genoemde anciënniteitstoeslag wordt betaald vanaf de maand waarin de vereiste anciënniteit bereikt wordt.

Art. 6.De anciënniteitstoeslag staat apart vermeld op de loonfiche, daar zij beschouwd wordt als een apart deel van de bezoldiging. Zij valt evenwel onder het begrip "loon", zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 12 april 1965 "betreffende de bescherming van het loon der werknemers", en derhalve moet zij ook in rekening worden gebracht voor alle vervangingsinkomens, voor de sociale zekerheid en voor alle vergoedingen berekend op basis van het "loon".

Art. 7.Gunstiger regelingen die reeds bestaan op ondernemingsvlak blijven van toepassing. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling

Art. 8.Voor de periode van 1 juli 2001 tot 31 december 2001, geldt in de plaats van het bedrag van 0,05 EUR, vermeld in artikel 3, het bedrag van 2 BEF. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 1999. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 10.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.

Deze opzeg moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^