gepubliceerd op 01 oktober 2002
Koninklijk besluit tot oprichting van een voorlopige cel bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
24 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot oprichting van een voorlopige cel bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gewijzigd bij de wet van 13 juli 2001, inzonderheid op artikel 5, eerste lid en artikel 6;
Gelet op het advies van de Inspectie van financiën, gegeven op 24 juni 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op11 juli 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, gegeven op 9 juli 2002;
Gelet op het protocol nr. 430 van 2 augustus 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, enerzijds gemotiveerd door het feit dat de procedure aangevat met toepassing van het koninklijk besluit van 19 juni 2002 tot vaststelling van de bijzondere wijze waarop personeelsleden van het Ministerie van Middenstand en Landbouw overgaan naar de voorlopige cellen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of van de nieuwe federale overheidsdiensten in haar eindfase is beland, dat de lijst van de personeelsleden die van het Ministerie van Middenstand en Landbouw dienen overgeheveld naar het genoemd Agentschap reeds is opgesteld en dat de overheveling nakend is, en anderzijds door het feit dat de overheveling naar het Agentschap van de personeelsleden van het Instituut voor veterinaire keuring en van de personeelsleden van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu afhankelijk is van de inrichting van een voorlopige cel bij het Agentschap;
Gelet op het advies nr. 34.074/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° de gedelegeerd bestuurder : de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. HOOFDSTUK II. - De overdracht
Art. 2.Bij het Agentschap wordt een voorlopige cel opgericht voor het onthaal van het overgedragen personeel uit het Ministerie van Middenstand en Landbouw, uit het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en uit het Instituut voor Veterinaire keuring.
Art. 3.§ 1. In de cel worden de overgedragen statutaire personeelsleden onderworpen aan het administratief en geldelijk statuut en aan de pensioenregeling die van toepassing waren in hun dienst of instelling van oorsprong.
De stagedoende personeelsleden vervolgen hun stage onder de leiding en de verantwoordelijkheid van de overgedragen opleidingsdirecteur(s) of, bij gebreke, van de gedelegeerd bestuurder of zijn aangestelde.
De contractuele personeelsleden blijven onderworpen aan de bepalingen van hun arbeidsovereenkomst. § 2. De overgedragen personeelsleden behouden de toelagen, de vergoedingen, de premies en andere voordelen waarop ze in hun dienst of instelling van oorsprong aanspraak konden maken.
Art. 4.De overgedragen personeelsleden zijn onderworpen aan het hiërarchisch gezag van de gedelegeerd bestuurder en, in voorkomend geval, van de adjunct.
Art. 5.De overgedragen personeelsleden die in hun dienst of instelling van oorsprong opdrachten van gerechtelijke politie en/of administratieve politie uitoefenden die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren, bestendigen de uitvoering van deze opdrachten tot de nieuwe aanwijzingen worden gedaan overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK III. - De integratie
Art. 6.De naar de cel overgedragen statutaire en contractuele personeelsleden worden opgenomen in een nominatieve personeelsinventaris en worden in het Agentschap geïntegreerd mits naleving van de bepalingen genomen in uitvoering van artikel 6, § 5, van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Art. 7.De statutaire en stagedoende personeelsleden die worden geïntegreerd in het Agentschap, behouden hun hoedanigheid, hun graad, hun weddenschaal en hun administratieve en geldelijke anciënniteit.
Zij worden geïntegreerd in hun taalrol.
Zij behouden de laatste evaluatie die hen werd toegekend in hun dienst of instelling van oorsprong. Deze evaluatie blijft geldig tot op het ogenblik van de toekenning van een nieuwe evaluatie.
Ze blijven onderworpen aan de bepalingen van het administratief en geldelijk statuut en aan de pensioenregeling die van toepassing waren in hun dienst of instelling van oorsprong, tot op het ogenblik waarop in de schoot van het Agentschap nieuwe bepalingen in werking treden.
Art. 8.De geïntegreerde contractuele personeelsleden blijven onderworpen aan de rechten en verplichtingen van hun lopende arbeidsovereenkomst.
Art. 9.De personeelsleden die geslaagd zijn voor een examen of een vergelijkende selectie voor overgang naar het hoger niveau of voor een examen of een selectie voor verhoging in graad of voor een gedeelte van deze examens of selecties, georganiseerd in hun dienst of instelling van oorsprong, behouden het voordeel van dit slagen.
Voor hun rangschikking worden de geslaagden geacht het examen of de vergelijkende selectie te hebben afgelegd in het Agentschap.
Art. 10.De beroepsprocedures worden in het Agentschap verdergezet.
Art. 11.Tot op het ogenblik waarop in de schoot van het Agentschap nieuwe bepalingen van kracht worden, behouden de geïntegreerde personeelsleden de toelagen, vergoedingen, premies en andere voordelen waarop ze in hun dienst of instelling van oorsprong aanspraak konden maken, voor zover deze regelmatig waren toegekend en dat de voorwaarden waaronder ze werden toegekend in hoofde van de begunstigden zijn blijven bestaan na hun integratie in het Agentschap.
Art. 12.De lijst met geïntegreerde personeelsleden wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 14.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER