Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 oktober 2012
gepubliceerd op 20 november 2012

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012200059
pub.
20/11/2012
prom.
24/10/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011 Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105778/CO/110) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging en op de werklieden en werksters die zij tewerkstellen en beoogt de invoering van een analytisch systeem van functieclassificatie. HOOFDSTUK II. - Baremalonen

Art. 2.De 49 referentiefuncties zoals bepaald in hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 betreffende classificatie van de functies - lonen en arbeidsvoorwaarden zijn ingedeeld in 8 loongroepen. De baremieke lonen zijn sinds 1 januari 2011 vastgesteld als volgt : Ondernemingen "minder dan 50 werknemers" behoudens ondernemingen die zijn toegetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1983, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 1 juli 1983 - arbeidsstelsel van 38 uren per week.

Loongroep 1 : 9,8615 EUR;

Loongroep 2 : 10,1120 EUR;

Loongroep 3 : 10,3624 EUR;

Loongroep 4 : 10,6142 EUR;

Loongroep 5 : 10,8637 EUR;

Loongroep 6 : 11,6480 EUR;

Loongroep 7 : 11,9224 EUR;

Loongroep 8 : 13,0871 EUR. Ondernemingen "meer dan 50 werknemers" en ondernemingen die zijn toegetreden tot de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1983 - arbeidsstelsel van 37,5 uur per week.

Loongroep 1 : 9,9982 EUR;

Loongroep 2 : 10,2493 EUR;

Loongroep 3 : 10,5003 EUR;

Loongroep 4 : 10,7512 EUR;

Loongroep 5 : 11,0022 EUR;

Loongroep 6 : 11,7989 EUR;

Loongroep 7 : 12,0749 EUR;

Loongroep 8 : 13,2548 EUR.

Art. 3.De baremalonen, vastgesteld bij artikel 2, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2007 met betrekking tot de koppeling van de lonen aan het indexcijfer. HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen

Art. 4.Stuklonen Voor stukwerk wordt het bon zodanig berekend dat het gemiddeld werkelijk uitbetaalde bon, het minimumuurloon van dezelfde categorie met 10 pct. overschrijdt.

De berekening geschiedt op grond van het aantal uren gedurende dewelke de werknemer/werkneemster in stukwerk heeft gewerkt.

De in artikel 2 bedoelde minimumuurlonen blijven in elk geval gewaarborgd.

Art. 5.1. Ploegwerk - wisselende ploegen Het minimumuurloon, zoals vastgesteld in artikel 2, van de werknemers/werkneemsters die tewerkgesteld worden in opeenvolgende wisselende ploegen wordt verhoogd met 10 pct.

Voor werknemers/werkneemsters die wisselend zijn tewerkgesteld in een nachtploeg en in een andere ploeg, wordt het loon voor de arbeidsuren tussen 22 uur en 6 uur verhoogd met 25 pct., het loon voor de overige arbeidsuren met 10 pct.

Met "dagploeg" wordt bedoeld : de ploeg waarvan de normale arbeidsdag ten vroegste om 6 uur begint en ten laatste om 20 uur eindigt.

Met "nachtploeg" wordt bedoeld : de ploeg die ten vroegste om 22 uur begint en ten laatste om 6 uur eindigt. 5.2. Ploegwerk - vaste ploegen Voor werknemers/werkneemsters die vast zijn tewerkgesteld in opeenvolgende ploegen wordt het loon voor de uren gepresteerd tussen 20 uur en 22 uur verhoogd met 10 pct. en voor de uren gepresteerd tussen 22 uur en 6 uur verhoogd met 25 pct. 5.3. Specifieke arbeidstijden Voor werknemers/werkneemsters tewerkgesteld in specifieke arbeidstijden, anders dan vermeld in 5.1. en 5.2. moet het uurloon, voor de uren gepresteerd tussen 20 uur en 6 uur, minstens 10 pct. hoger liggen dan het loon.

Art. 6.Autovoerders - bestellers De autovoerders-bestellers hebben vanaf hun aanwerving recht op het loon voor hun functie

Art. 6bis.Kostenvergoeding voor chauffeurs Aan de chauffeurs van een vrachtwagen met een laadvermogen van minstens 5 ton wordt een forfaitaire kostenvergoeding voor baankosten, dit zijn kosten eigen aan de werkgever, betaald tot beloop van 4,9579 EUR per effectief gewerkte dag. De overgang van 4,4620 EUR naar 4,9579 EUR is van toepassing vanaf 1 juni 2001.

Dit artikel is niet van toepassing op ondernemingen die een evenwaardige vergoeding voor baankosten toekennen, welke haar benaming ook weze.

Art. 6ter.Oprichting werkgroep transport De partijen verbinden zich ertoe een paritaire werkgroep transport op te richten die betrekking zal hebben op de mobiliteitsproblemen van de werknemers/werkneemsters en de problemen waarmee chauffeurs bij de uitvoering van hun werk geconfronteerd worden.

Art. 7.Maaltijdcheques Sedert 1 oktober 2008 werden overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, maaltijdcheques toegekend, volgens de hierna vermelde modaliteiten. 7.1. Voltijdse werknemers Vanaf 1 juli 2009 wordt aan de voltijds tewerkgestelde werknemers, per effectief gepresteerde dag een maaltijdcheque toegekend, met een nominale waarde van 3,40 EUR met daarin een patronaal aandeel van 2,31 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR. In de bedrijven waar reeds maaltijdcheques toegekend worden, al of niet voor het maximale bedrag, zal op ondernemingsvlak in overleg met de syndicale organisaties een gelijkwaardig voordeel toegekend worden dat kostenneutraal is ten aanzien van de sectorale regeling met betrekking tot de maaltijdcheques.

Op ondernemingsvlak kunnen de nodige maatregelen genomen worden om voor de voltijds tewerkgestelde werknemers het aantal maaltijdcheques vast te stellen op basis van de alternatieve telling, zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2° van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.

Met het oog op de alternatieve telling wordt het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld op basis van het arbeidsregime waarin betrokkene werkzaam is, met name : - gemiddelde tewerkstelling van 38 uur/week : 7,60 uur; - gemiddelde tewerkstelling van 37,5 uur/week : 7,50 uur.

Het maximum aantal werkbare dagen van de maatpersoon in het kwartaal wordt berekend op basis van het theoretisch aantal werkbare dagen in het betrokken kwartaal, dit wil zeggen alle kalenderdagen in het betrokken kwartaal, verminderd met de dagen van collectieve sluiting voor vakantie, supplementaire vakantie en inhaalrust arbeidsduurvermindering. 7.2. Deeltijdse werknemers Voor de deeltijds tewerkgestelde arbeiders wordt het aantal maaltijdcheques vastgesteld op basis van de alternatieve telling, zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2° van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.

Op ondernemingsvlak dienen de nodige maatregelen genomen te worden om deze alternatieve telling toe te passen. Met het oog op de alternatieve telling wordt het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld overeenkomstig hetgeen bepaald werd in artikel 7.1. 7.3. Zowel voor de voltijdse ais voor de deeltijdse werknemers worden de syndicale vormingsdagen gelijkgesteld met effectief gepresteerde dagen. Ingeval toepassing wordt gemaakt van de alternatieve telling zal het aantal gelijkgestelde uren bepaald worden overeenkomstig het aantal uren dat de betrokken persoon volgens zijn uurrooster diende te werken, indien hij geen syndicaal vormingsverlof had genoten. 7.4. Vanaf 1 januari 2012 wordt het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf 1 januari 2012 wordt derhalve aan de voltijds tewerkgestelde werknemers, per effectief gepresteerde dag een maaltijdcheque toegekend, met een nominale waarde van 3,90 EUR met daarin een patronaal aandeel van 2,81 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR. In de bedrijven waar de hiervoor bedoelde verhoging met 0,50 EUR op 1 januari 2012 niet of niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kan worden toegekend, zal voor het resterende saldo op ondernemingsvlak in overleg met de syndicale organisaties een gelijkwaardig voordeel toegekend worden dat kostenneutraal is ten aanzien van de sectorale regeling met betrekking tot de maaltijdcheques. 7.5. Een overeenkomst zal worden uitgewerkt met betrekking tot de invoering van elektronische maaltijdcheques.

Art. 8.Met ingang van 22 mei 2003 zal voor de werknemers/werkneemsters met 10 jaar of meer anciënniteit in de onderneming één carenzdag per kalenderjaar bezoldigd worden overeenkomstig het normale loon.

Art. 9.Jobstudenten 9.1. Definitie Onder "jobstudenten" worden begrepen : de in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bedoelde personen. 9.2. Barema's De jobstudenten hebben recht op een gedeelte van het minimum uurloon van loongroep 1 volgens de percentages van de navolgende tabel : - 0 tot 149 uren ervaring in de sector : 80 pct.; - 150 tot 299 uren ervaring in de sector : 90 pct.; - vanaf 300 uren ervaring in de sector : 100 pct.

Art. 10.De verschillende partijen die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de textielverzorging verbinden zich er toe tijdens de duur van dit akkoord, over de in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen punten, de sociale vrede op alle niveaus te respecteren.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden.

Zij kan door één der ondertekende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2012.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^