gepubliceerd op 08 februari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 houdende het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij (1)
24 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 houdende het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 houdende het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM).
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2006 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 houdende het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) (Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 2006 onder het nummer 80424/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer behorend tot de subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer over de weg en wier activiteit bestaat uit het verzekeren van geregeld vervoer in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij alsook op de leden van hun rijdend personeel die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Met "rijdend personeel" worden zowel de vrouwelijke als de mannelijke leden van het rijdend personeel bedoeld. HOOFDSTUK II Wijziging van artikel 12, 2e lid, en artikel 18, 3e lid, 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002
Art. 2.Artikel 12, 2e lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 september 2003, Belgisch Staatsblad van 18 november 2003, wordt als volgt gewijzigd : "Het activiteitsschema van de onderneming moet zodanig worden opgesteld dat het rijdend personeel per jaar van 10 wettelijke feestdagen geniet. Bovendien moet het schema zodanig zijn opgesteld dat het rijdend personeel per trimester van 26 rustdagen geniet. De collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten bij de NV VBM, te Lommel, op 6 september 1996, blijft evenwel geldig."
Art. 3.Artikel 18, 3e lid, 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 september 2003, Belgisch Staatsblad van 18 november 2003, wordt als volgt aangevuld : "Rekening houdend met de eigenheid van de privébedrijven die geregeld vervoer voor rekening van de VVM verzekeren, wordt hieraan de volgende invulling gegeven : 1. prestaties verricht op één van de 26 per trimester te voorziene rustdagen, worden vergoed tegen 100 pct.van het uurloon, tenzij het rijdend personeel niet minstens de dag tevoren werd verwittigd. In dit laatste geval, met name bij verwittiging de dag zelf, is een toeslag van 25 pct. van het uurloon wegens onvoorziene prestaties verschuldigd; 2. indien de prestatie op deze voorziene rustdag aanleiding geeft tot de betaling van overuren omwille van de overschrijding van hetzij de daggrens van 10 u./dag, hetzij de weekgrens van 50 u./week, worden deze overuren vergoed met een toeslag van 100 pct., zijnde aan 200 pct.; 3. de voorziene rustdag dient verschoven te worden en krijgt het karakter van compensatiedag voor een rustdag;4. arbeid verricht op een dergelijke verschoven rustdag wordt vergoed met een toeslag van 100 pct.van het uurloon, zijnde aan 200 pct. De verplichting om nog een rustdag toe te kennen, vervalt." HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 26 november 2003 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan opgezegd worden door iedere ondertekenende partij per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en mits respect van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN