gepubliceerd op 20 december 2002
Koninklijk besluit waarbij de « Association intercommunale pour l'Energie et l'Eau » , afgekort : « A.I.E. », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen
24 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij de « Association intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort : « A.I.E. », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe de « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau », afgekort : « A.I.E. » te machtigen toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De « A.I.E. » is een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die onderworpen is aan het decreet van de Waalse Gewestraad van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales.
De « A.I.E. » heeft in het bijzonder als opdracht de winning, de aankoop, de voorziening en de zuivering van het water.
Zij kan derhalve beschouwd worden als een instelling van publiek recht die een opdracht van algemeen nut vervult in de zin van artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
In het kader van de activiteit betreffende de watervoorziening, wenste de « A.I.E. » toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister voor het vervullen van de hierna opgesomde taken : - de bijwerking en de actualisering van haar klantenbestand; - de facturering van het waterverbruik aan haar abonnees; - de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, waarin voorzien is bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is echter van mening, in haar advies uitgebracht op 12 november 2001, dat enkel de opdracht betreffende de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van afvalwater, beschouwd kan worden als een opdracht van algemeen belang, ten aanzien van het finaliteitsprincipe dat vermeld wordt in artikel 4, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Dit ontwerp van koninklijk besluit kent de toegang tot het Rijksregister enkel toe voor de uitvoering van het enige voormelde doeleinde.
Naar aanleiding hiervan is de Commissie van mening dat de facturering van de belasting op het lozen van afvalwater opgesteld wordt op een andere wijze dan de andere factureringsverrichtingen, opdat de machtiging tot toegang tot het Rijksregister niet omgevormd zou worden in een toegang voor andere doeleinden.
De gevraagde toegang heeft betrekking op de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6° en 8°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983. Deze aanvraag wordt als volgt gemotiveerd.
De informatiegegevens bedoeld in 1° (naam en voornamen) en in 5° (hoofdverblijfplaats) maken de identificatie van de abonnee mogelijk.
De informatie betreffende de geboortedatum (2°) maakt het mogelijk elke verwarring tussen personen met dezelfde naam te vermijden.
De kennis van de datum van overlijden van de abonnee (6°) is eveneens noodzakelijk om het verschuldigde bedrag te innen bij de erfgenamen.
De toegang tot de informatie betreffende de burgelijke staat (8°) is gerechtvaardigd aangezien de echtgenoten, krachtens artikel 222 van het Burgelijk Wetboek, hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden die door één van hen aangegaan zijn ten behoeve van de huishouding.
Artikel 1, derde lid, van het ontworpen besluit handelt over de aanwijzing van de personeelsleden die gemachtigd kunnen worden toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, met name de Adjunct-directrice van de « A.I.E. » en de personeelsleden van de Intercommunale die door de Voorzitter of de waarnemend Voorzitter van de « A.I.E. » bij naam en schriftelijk aangewezen zijn, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
Artikel 2 bepaalt dat de lijst van die personen jaarlijks opgesteld wordt en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden wordt.
Bovendien hebben die personeelsleden een verklaring ondertekend waarbij zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens die hen meegedeeld worden, te verzekeren.
Artikel 3 bepaalt dat deze informatiegegevens uitsluitend gebruikt mogen worden voor de in artikel 1 vermelde doeleinden en dat zij niet meegedeeld mogen worden aan derden. Deze bepaling stelt eveneens de personen, overheden en instellingen vast die, in het kader van dit verbod, niet beschouwd moeten worden als derden.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft haar advies nr. 41/2001 uitgebracht op 12 november 2001. Er werd rekening gehouden met de door deze Commissie geformuleerde opmerkingen, in het bijzonder met die betreffende de doeleinden waarvoor de toegang toegekend kan worden.
Bovendien wenst de Commissie dat de lijst van de personen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot het Rijksregister, haar niet meer opgestuurd zou worden, maar permanent ter haar beschikking gesteld en bijgewerkt zou worden.
In talrijke adviezen is de Raad van State nochtans van mening dat deze wens enkel zou kunnen worden ingewilligd op voorwaarde dat het geheel van koninklijke besluiten tot machtiging om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister in die zin gewijzigd wordt.
Bovendien meent de Raad van State dat de periodieke overdracht van lijsten van gemachtigde personen het voordeel heeft aan de Commissie een eerste beeld te geven van de administratieve praktijken die zich ontwikkelen.
De Raad van State heeft zijn advies nr. 33.815/2 uitgebracht op 27 augustus 2002.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
Advies 33.815/2/V van de afdeling wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 11 juli 2002 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « waarbij de « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort « A.I.E.. » gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen », heeft op 27 augustus 2002 het volgende advies gegeven : Het ontwerp van koninklijk besluit, dat aangepast is aan de opmerkingen van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, geeft geen aanleiding tot enige inhoudelijke opmerking vanwege de Raad van State. Wel dient voorkomen te worden dat in de regeling naar een welbepaalde persoon wordt verwezen (« de adjunct-directrice »), zoals dat het geval is in artikel 1, derde lid, van het ontwerp.
Opmerkingen van taalkundige aard over de nederlandse versie van het ontwerp Opschrift Men schrijve « afgekort als « A.I.E. » » in plaats van « afgekort « A.I.E. » ».
Aanhef Het tweede lid behoort als volgt te worden gesteld : « (...) bij de wet van 11 december 1998, die op 1 september in werking getreden is, inzonderheid artikel 4, van toepassing is; ».
Dispositief Artikel 1 In het eerste lid schrijve men « instelling naar Belgisch recht » in plaats van « instelling van Belgisch recht ».
In het derde lid, 2°, schrijve men « bij name » in plaats van « bij naam ».
Artikel 3 De inleidende zin van het tweede lid moet als volgt worden geredigeerd : « Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd : ».
Punt 2° van het tweede lid behoort als volgt te worden gesteld : « 2° (...) informatiegegevens die hun mogen worden meegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij onderhouden met de "A.I.E." bij de uitoefening van hun wettelijke en regelgevende bevoegdheden. » De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, voorzitter van de Raad van State;
P. Hanse en P. Vandernoot, staatsraden;
Mevr. C. Gigot, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer M. Joassart, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen.
De griffier, C. Gigot.
De voorzitter, R. Andersen.
ADVIES NR. 41/2001 VAN 12 NOVEMBER 2001 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de « Association intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort « A.I.E. », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, tweede lid;
Gelet op het verzoek om advies van de minister van Binnenlandse Zaken d.d. 6 september 2001 en de per brief d.d. 11 oktober 2001 en per e-mail d.d. 22 oktober 2001 aangebrachte aanvullende informatie van de minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op het verslag van de heer J. Berleur, Brengt op 12 november 2001 het volgende advies uit : I. ONDERWERP VAN HET VERZOEK OM ADVIES Het ontwerp van koninklijk besluit dat voor advies aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is voorgelegd, strekt ertoe de « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort « A.I.E. » toegang te verlenen tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen die zijn bedoeld in artikel 3 van de wet van 8 augustus 1983.
Om deze machtiging wordt verzocht met het oog op de vervulling van diverse taken bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het ontwerp-besluit : 1° de bijwerking en de actualisering van haar klantenbetand;2° de facturering van het watergebruik aan haar abonnees;3° de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, waarin voorzien is bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 30 april 1990 tot instelling van industrieel en huishoudelijk afvalwater. In hetzelfde artikel 1 is in het tweede lid nader bepaald dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de gegevens wordt beperkt tot een periode van 30 jaar. In het derde lid wordt omschreven welke personen toegangsrecht hebben.
In artikel 2 worden de modaliteiten inzake de opmaak van de lijst van deze personen en betreffende de bezorging van deze lijst aan de Commissie nader omschreven. Er is ook bepaald dat de personen die toegang hebben tot het Rijksregister een verklaring moeten ondertekenen die de veiligheid en de vertrouwelijkeheid van de gegevens waarborgt.
Artikel 3 voorziet erin dat de informatiegegevens verkregen overeenkomstig artikel 1 uitsluitend voor voornoemde doeleinden mogen worden gebruikt en niet aan derden mogen worden meegedeeld. In het tweede lid wordt nader bepaald welke personen en overheden niet als derden worden beschouwd.
II. ONDERZOEK VAN HET VERZOEK A. Wettelijke grond en finaliteitsbeginsel Krachtens artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983, kan de Koning, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bij in Ministerraad overlegd besluit de toegang uitbreiden tot instellingen van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervullen. De Koning wijst deze instellingen nominatief aan.
De A.I.E. is een intercommunale vereniging geregeld door de wet van 22 december 1986 en door het decreet van het Waalse Gewest van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales. Krachtens de mogelijkheden geboden door artikel 4 van dit decreet heeft de A.I.E. gekozen voor het statuut van coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De A.I.E. int voor rekening van het Waalse Gewest de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, zoals dat is omschreven in het decreet van de Waalse Gewestraad van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater. De Commissie erkent dat deze doelstelling moet worden beschouwd als een opdracht van algemeen belang van de A.I.E. (1) In de wet van 8 december 1992, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, worden de algemene beginselen op het stuk van de bescherming van persoonsgegevens vastgesteld. Deze wet is van toepassing op alle verwerkingen van gegevens. De beslissing om al dan niet toegang te verlenen tot het Register moet dus ook beschouwd worden in het licht van de beginselen van deze wet, zoals de Commissie heeft onderstreept in advies nr. 8/2000 van 3 april 2000 betreffende het ontwerp van koninklijk besluit waarbij de « Intercommunale d'oeuvres sociales » voor de regio Charleroi, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, afgekort I.O.S., gemachtigd wordt toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. De Commissie heeft daarin gesteld dat krachtens het nieuwe artikel 5 de verwerking van persoonsgegevens alleen mag worden verricht wanneer zij noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking aan wie de gegevens worden verstrekt (punt e), alsook wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke voor de verwerking of van de derde aan wie de gegevens worden verstrekt (punt f).
De Commissie bracht toen met betrekking tot de toegang van de I.O.S. tot het Rijksregister van de natuurlijke personen een ongunstig advies uit omdat zij meende dat indien toegang wordt gevraagd tot het Rijksregister voor een doeleinde van invordering (factureren en invorderen van gefactureerde bedragen), daarbij geen rekening wordt gehouden met het functioneel criterium (« opdrachten van algemeen belang ») dat zij toegepast wenst te zien in het kader van de aanvragen tot toegang tot het Rijksregister. De Commissie verwees in dit verband naar de opmerkingen geformuleerd in de adviezen nr. 30/98 betreffende het Rijksregister en nr. 28/99 inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Ook de doelstellingen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°, van het onderzochte ontwerp-besluit vormen duidelijk geen opdrachten van algemeen belang in de zin bedoeld door de Commissie in advies nr. 8/2000 en meer recent nog in advies 28/2001 van 22 augustus 2001 in verband met het administratieve en geldelijke beheer van de leden van het Agence wallonne à l'exportation.
De Commissie is daarentegen van oordeel dat toegang kan worden verleend met betrekking tot de doelstelling bedoeld in 3° van artikel 1, eerste lid, aangezien het gaat om de vervulling van een opdracht van algemeen belang. (1)In artikel 33 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater is het volgende bepaald : « De Regering kan de openbare watervoorzieningsmaatschappijen ermee belasten de op de opgeleverde totale hoeveelheid water berekende belasting voor rekening van het Gewest bij hun abonnees te innen of te helpen innen, zonder dat die maatschappijen of hun afgevaardigden een hoedanigheid van boekhouder van het Gewest genieten. » In artikel 3 van het besluit van het Waalse Gewest van 30 maart 2000 betreffende de berekening, inning, invordering, vrijstelling en terugbetaling van de belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater is het volgende bepaald : « De openbare watermaatschappijen, hierna « verdelers » genoemd, worden belast met de inning van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater. » Artikel 4 van dat besluit voorziet in bepaling betreffende de bewaring van een register van belastingplichtigen.
B. Proportionaliteitsbeginsel Met betrekking tot de gegevens bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, van het ontwerp-besluit moet ook de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 december 1992 worden onderzocht.
Het verslag aan de Koning blijkt volgens ons een verantwoording te bieden met betrekking tot de gegevens die voornamelijk noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de doelstellingen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°, aangezien wordt verzocht om toegang tot de gevens 1° (naam en voornaam), 2° (geboorteplaats en -datum), 5° (hoofdverblijfplaats), 6° (plaats en datum van overlijden) en 8° (burgerlijke staat) van artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983, alsook tot de gegevens bedoeld in het eerst lid).
De Commissie heeft de A.I.E. dan ook gevraagd een meer precieze verantwoording te geven met betrekking tot de gevens die zij absoluut nodig heeft in het kader van de opdracht van algemeen belang bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, van het ontwerp-besluit. Het antwoord dat het ministerie heeft ontvangen, houdt generlei verband met de gestelde vraag : « Par contact téléphonique, un responsable de l'A.I.E. m'informe que la connaissance des informations du Registre national pour la finalité relative à la perception de la taxe sur les eaux usées autres qu'industrielles (3° de l'article 1er, alinéa 1er, du projet d'arrêté royal) se justifie de la même façon que pour les tâches relatives à la facturation et à la tenue à jour du fichier clients (1° et 2°), étant donné que la perception de taxe précitée se réalise en même temps que la facturation : une rubrique relative à la taxe figure sur la facture même. » (2) (2)E-mail van het ministerie van Binnenlandse Zaken d.d. 22 oktober 2001.
De Commissie is van oordeel dat alleen de gegevens 1°, 2°, 5°, 6° en 8° van artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 niet overmatig zijn ten opzichte van de vervulling van de hier erkende opdracht van algemeen belang.De toegang gedurende dertig jaar tot de gegevens van artikel 3, tweede lid betreffende de opeenvolgende wijzigingen is daarentegen alleen verantwoord voor doelstellingen die vallen onder de beheerstaken van de A.I.E., te weten de facturering (krachtens artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek verjaren de facturen uitgeschreven door de « A.I.E. » na die termijn). Voor de uitvoering van de hier erkende opdracht van algemeen belang moet de A.I.E. de wijzigingen in de gegevens van het Rijksregister niet kennen aangezien eventuele vervolging wordt ingesteld door de « Receveur des taxes et redevances » van het Waalse Gewest. De Commissie kan dus het standpunt van de A.I.E. betreffende de verantwoording van de toegang tot de wijzigingen in de gegevens niet delen.
Bovendien dreigt het gevaar dat de vermelding op dezelfde factuur van de bedragen betreffende de doeleinden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2° en 3°, ertoe leidt dat de machtiging om toegang te hebben tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen met betrekking tot de doelstelling bedoeld in 3° een machtiging wordt om toegang te hebben voor de andere doeleinden bedoeld in hetzelfde artikel. Dat is niet de bedoeling van de Commissie. Deze belasting wordt slechts een keer per jaar gefactureerd en de factuur kan heel goed afzonderlijk worden opgemaakt.
C. Andere opmerkingen De andere artikelen behoeven geen bijzonder commentaar, behalve dat met betrekking tot artikel 2, eerste lid, eens te meer erop moet worden gewezen dat de lijst van personen gemachtigd toegang tehebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen niet naar de Commissie moet worden overgemaakt, maar haar ter beschikking moet worden gesteld en voortdurend moet worden bijgewerkt.
Om deze redenen, Brengt de Commissie een ongunstig advies uit met betrekking tot de toegang van de A.I.E. tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de tenuitvoerlegging van de doelstellingen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°, van het ontwerp van koninklijk besluit.
Met betrekking tot de toegang tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de doelstelling bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, brengt de Commissie een gunstig advies uit, maar vraagt zij dat de toegang beperkt blijft tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6°, 8°, van de wet van 8 augustus 1983 en dat een en ander op zodanige wijze wordt geregeld dat de toegang niet kan worden omgevormd tot een toegang voor de andere doeleinden.
Voor de secretaris, wettig verhinderd, D. GHEUDE, De voorzitter, P. THOMAS.
24 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij de « Association intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort « A.I.E. », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, tweede lid, a), gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991 en 8 december 1992;
Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, die op 1 september 2001 in werking getreden is, inzonderheid artikel 4, van toepassing is;
Overwegende dat het decreet van 30 april 1990 van de Waalse Gewestraad tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, van toepassing is;
Overwegende dat het decreet van de Waalse Gewestraad van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales, van toepassing is;
Gelet op het advies nr. 41/2001 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 12 november 2001;
Overwegende dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in haar advies van mening is dat enkel de opdracht betreffende het innen, ten gunste van het Waalse Gewest, van de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, beschouwd kan worden als een opdracht van algemeen belang, ten aanzien van het finaliteitsprincipe dat vermeld wordt in artikel 4, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
Overwegende dat deze Commissie immers vindt dat de andere opdrachten waarvoor de « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water) eveneens de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister gevraagd heeft, namelijk het bijhouden en bijwerken van het klantenbestand evenals de facturering en de inning van de facturen, niet beschouwd kunnen worden als opdrachten van algemeen belang;
Overwegende dat het advies van de Commissie gevolgd dient te worden;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 januari 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op advies 33.815/2 van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (afgekort « A.I.E. »), geregeld bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 5 december 1996, wordt als instelling naar Belgisch recht die opdrachten van algemeen nut vervult, gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6° en 8°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De « A.I.E. » wordt gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, uitsluitend voor het vervullen van de opdracht met betrekking tot de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, waarin voorzien is bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater.
De in het eerste lid bedoelde toegang is voorbehouden : 1° aan de leidende ambtenaar van de « A.I.E. »; 2° aan de personeelsleden van de « A.I.E. » die door de Voorzitter of de waarnemend Voorzitter bij name en schriftelijk aangewezen zijn, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
Art. 2.De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden van de « A.I.E. » wordt jaarlijks opgesteld en met dezelfde regelmaat aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
De personeelsleden van « A.I.E. » die toegang krijgen tot het Rijksregister, ondertekenen een verklaring waarbij zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens die hen meegedeeld worden, te verzekeren.
Art. 3.De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens van het Rijksregister mogen uitsluitend worden gebruikt voor de in dit artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet meegedeeld worden aan derden.
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd : 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; 2° de openbare overheden en instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen worden meegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij onderhouden met de « A.I.E. » bij de uitoefening van hun wettelijke en regelgevende bevoegdheden.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN