gepubliceerd op 30 november 2001
Koninklijk besluit houdende de benaming van de politiezones
24 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit houdende de benaming van de politiezones
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 141;
Overwegende dat het advies van de adviesraad van burgemeesters niet binnen de gestelde termijn werd verstrekt en er om geen verlenging werd gevraagd; dat derhalve, er wordt voorbijgegaan aan;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Iedere politiezone wordt geïdentificeerd door een code bestaande uit vier cijfers.
De lijst met de codes bedoeld in de eerste alinea is als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Art. 2.De code is de officiële identificatie van de politiezone.
De code moet op de processen-verbaal herhaald worden.
De code moet worden aangebracht op alle niet-anonieme voertuigen en mag vermeld worden op ander materiaal.
Art. 3.§ 1. Het gebruik van een specifieke « zonenaam » als aanvulling van de code bedoeld in artikel 1 is onderworpen aan de voorafgaandelijke toestemming van de Minister van Binnenlandse Zaken.
Deze specifieke « zonenaam » moet aangebracht worden, overeenkomstig het normenboek op de visuele identiteit van de geïntegreerde politie, op alle niet anonieme voertuigen en op het naamplaatje van de politieambtenaren. § 2. De aanvraag hiertoe moet de specifieke naam vermelden, gemotiveerd zijn en de keuze en de betekenis van de voorgestelde specifieke naam rechtvaardigen. De voorgestelde aanvullende naam mag maximum 24 lettertekens bevatten. § 3. De aanvraag wordt per aangetekend schrijven door de politieraad of de gemeenteraad van de politiezone gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken, ten laatste zestig dagen na bekendmaking van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad. § 4. De Minister van Binnenlandse Zaken doet uitspraak over de aanvraag binnen een termijn van dertig dagen ingaande bij ontvangst van de aanvraag. Eenmaal deze termijn verstreken, wordt de toestemming als verworven beschouwd. § 5. De weigering wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken aan de betrokken politieraad of gemeenteraad meegedeeld. Deze laatste beschikt over dertig dagen, beginnende vanaf de ontvangst van de weigering, om een nieuwe aanvraag in te dienen overeenkomstig §§ 2 en 3. Nadien spreekt de Minister van Binnenlandse Zaken er zich definitief over uit, overeenkomstig § 4.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 oktober 2001 houdende de benaming van de politiezones.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE