24 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke overgangsmaatregelen voor de overgang naar niveau 2+ van sommige cartografen bij het Nationaal Geografisch Instituut

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 11, § 1, dat vervangen is door artikel 17 van de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 3, § 1, 1° en 2° en 37°, ingevoegd bij koninklijk besluit van 14 september 1994, en artikel 36 gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Geografisch Instituut titularis kunnen zijn;

Gelet op het advies van de Directieraad, gegeven op 25 maart 1997;

Gelet op het advies van het Basisoverlegcomité van het Nationaal Geografisch Instituut;

Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 augustus 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In afwijking van de bepalingen van artikel 29, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, toepasselijk gemaakt bij het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, mogen alle personeelsleden die de graad van cartograaf (niveau 2-afgeschafte graad) bekleden, ongeacht hun anciënniteit, in de graad van cartograaf (niveau 2+) bij het Nationaal Geografisch Instituut worden benoemd, mits ze aan de volgende voorwaarden voldoen : - op 1 januari 1997 in de graad van cartograaf (niveau 2) vastbenoemd zijn; - in actieve dienst zijn op de datum die door de Vaste Wervingssecretaris vastgelegd is; - geslaagd zijn voor een specifiek vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau.

Art. 2.Het specifieke vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau, bedoeld in artikel 1, wordt één enkele maal georganiseerd door het Vast Wervingssecretariaat.

Het programma van het specifieke vergelijkend examen wordt door de Vaste Wervingssecretaris op voorstel van Onze Minister van Landsverdediging opgesteld.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET