Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 november 2024
gepubliceerd op 19 december 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024010288
pub.
19/12/2024
prom.
24/11/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 20 maart 2024Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/03/2024 pub. 17/04/2024 numac 2024003702 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot vervanging van artikel 50 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 20 maart 2024Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/03/2024 pub. 17/04/2024 numac 2024003702 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot vervanging van artikel 50 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 november 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeids overeenkomst van 20 maart 2024Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/03/2024 pub. 17/04/2024 numac 2024003702 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot vervanging van artikel 50 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 4 april 2024 onder het nummer 187059/CO/102.01)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied - Classificatie - Uurlonen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Met "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.

Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te coördineren en te actualiseren en mag geen afbreuk doen aan de gunstigere ondernemingsovereenkomsten die reeds gesloten zijn, noch aan de gunstigere loonstelsels die effectief worden toegepast.

Art. 2.Classificatie :

Uitgeoefende functie

Categorie

Artikel

Dienst

Ciseleerder

1

7

Mechanisch houwen

Hulparbeider zwaar werk

5


Hulpmagazijnier

5


Hulpmijnwerker

5


Beginnend arbeider

5


Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton

5


Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton

5


Bestuurder auto-hijswerktuig ? 10 ton

5


Bestuurder laadmachine op rubberbanden ? 35 ton

5


Conducteur laadmachine, graafmachine of hydraulische kraan

5


Vrachtwagenbestuurder < 20 ton

7


1ste kliefmachinist

7


Kraanman

7


2de legger van kettingen

7


Kraanmachinist

7


Bediener zaagketting (geen zager)

7


Polijster met de machine

7


Bediener punthamermachine/vlammachines

7


1ste legger van kettingen

9


Slijper

7

Mechanisch houwen

Steenzager

7

Mechanisch houwen

Zager mouleerder

7

Mechanisch houwen

Boorder

5

Breker

Springstaafsteker

5

Breker

Bediener diamantbladzaag

12


Magazijnier

14


Steenhouwer

20


Smeerder

7


2de technicus

7

Onderhoudswerkplaats

2de elektricien

7

Onderhoudswerkplaats

2de elektro-mecanicien

7

Onderhoudswerkplaats

Vrachtwagenbestuurder < 20 ton

20


Bediener/regelaar zaagketen

7


Steenhouwer

21

6


Steenhouwer + steenopvuller

21

6


Bediener zaagmachine

21

6


Bediener hydraulische boormachine

21

6


Bediener draadmachine

21

6

(loonschaal idem zager)

Steenklover

4


1ste elektricien

7

Onderhoudswerkplaats

Lasser

7

Onderhoudswerkplaats

Houwer

9


1ste mecanicien

7


1ste elektrotechnicus

7


Bediener Breker

5


Brigadier : loon effectief betaald voor de uitgeoefende functie, verhoogd met een minimumbedrag van 0,6843 EUR (op 1 januari 2023) in arbeidsregeling van 39 uren/week, geïndexeerd en geïntegreerd in het loon en gekoppeld aan de uitoefening van de functie van brigadier.

De uurlonen opgenomen in de volgende artikelen van dit hoofdstuk (artikelen 3 tot 9) zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2023, volgens de afgevlakte gezondheidsindex 124,50.

Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidsregelingen.

Categorieën

Stelsel van 40 u/week

inclusief productie- premie

Stelsel van 39u/week

inclusief productie- premie

Stelsel van 38u/week

inclusief productie- premie

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

1ste

15,8168

-

16,2224

-

16,6493

-

2de

15,9347

-

16,3433

-

16,7734

-

3de

15,9665

-

16,3759

-

16,8068

-

4de

15,9871

16,1041

16,3970

16,5170

16,8285

16,9517

5de

16,0349

16,1323

16,4460

16,5459

16,8788

16,9813

6de

16,1019

16,1998

16,5148

16,6152

16,9494

17,0524

7de

16,1276

16,2218

16,5411

16,6377

16,9764

17,0755

8ste

16,1636

-

16,5781

-

17,0144

-

9de

16,2127

16,3079

16,6284

16,7260

17,0660

17,1662

10de

16,2454

-

16,6619

-

17,1004

-

11de

16,2846

-

16,7022

-

17,1417

-

12de

16,3039

-

16,7219

-

17,1620

-

13de

16,3246

-

16,7432

-

17,1838

-

14de

16,3777

-

16,7976

-

17,2396

-

15de

16,3788

-

16,7988

-

17,2409

-

16de

16,3983

-

16,8188

-

17,2614

-

17de

16,4457

-

16,8674

-

17,3113

-

18de

16,4678

-

16,8901

-

17,3346

-

19de

16,4885

-

16,9113

-

17,3563

-

20ste

16,5357

-

16,9597

-

17,4060

-

21ste

16,8627

-

17,2951

-

17,7502

-

22ste

17,3985

-

17,8446

-

18,3142

-

23ste

17,6294

-

18,0814

-

18,5572

-


N.B. : onder de bovenstaande lonen wordt verstaan met gereedschap inbegrepen (steenklovers, steenhouwers).

Art. 4.De loonschaal van de steenklover in opleiding is de volgende :

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

Aanvang (steenhouwers)

16,8829

17,3158

17,7715

Klover 3 maanden

17,0188

17,4552

17,9145

Klover 6 maanden

17,1549

17,5948

18,0578

Klover 9 maanden

17,2914

17,7348

18,2015

Klover 12 maanden

17,4483

17,8957

18,3666


In de "Steengroeven van Henegouwen" moeten de vier trimestriële verhogingen worden verhoogd met 0,0312 EUR.

Art. 5.De onderstaande categorieën worden betaald aan de minimumlonen :

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

van

tot

van

tot

van

tot

Bestuurder autohijswerktuig < 10 ton

16,1240

-

16,5374

-

16,9726

-

Bestuurder autohijswerktuig ? 10 ton

16,6340

-

17,0605

-

17,5095

-

Bestuurder laadmachine, graafmachine of hydraulische

16,1240

16,8044

16,5374

17,2353

16,9726

17,6889

Bestuurder laadmachine oprubberbanden < 35 ton

16,1240

-

16,5374

-

16,9726

-

Bestuurder laadmachine oprubberbanden ? 35 ton

16,8044

-

17,2353

-

17,6889

-


Personeel dat werkt aan de breekmolen :

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

van

tot

van

tot

van

tot

Bestuurder van vrachtwagens van < 20 ton

16,6695

-

17,0969

-

17,5468

-

Bestuurder van vrachtwagens van 20 ton en meer

17,0150

-

17,4513

-

17,9105

-

Bediener breekmolen

17,1310

17,3631

17,5703

17,8083

18,0327

18,2769

Boorder - springstaafsteker

16,2410

16,8860

16,6574

17,3190

17,0958

17,7748


Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een toeslag op hun loon van steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, namelijk :

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

0,1170

0,1200

0,1232


Art. 7.De lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch kappen zijn de volgende : a) Onderhoudsatelier

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

Lasser

16,9478

17,3824

17,8398

1ste elektricien

16,9478

17,3824

17,8398

2de elektricien

16,7094

17,1378

17,5888

1ste machinebankwerker

17,0408

17,4777

17,9376

1ste elektrotechnicus

17,0408

17,4777

17,9376


b) mechanisch houwen

In stelsel 40 uren/week

In stelsel 39 uren/week

In stelsel 38 uren/week

Ciseleerder

Steenzager

Ciseleerder

Steenzager

Ciseleerder

Steenzager

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

Aanvang

15,9073

16,2269

16,3152

16,6430

16,7445

17,0810

Na 3 maanden

16,4538

16,4538

16,8757

16,8757

17,3198

17,3198

Na 6 maanden

16,6639

17,0912

17,5410


Na 12 maanden

16,8294

16,6650

17,2609

17,0923

17,7151

17,5421

Na 18 maanden

16,8294

17,2609

17,7151

Elite

16,8695

16,9160

17,3020

17,3497

17,7573

17,8063


(1)

(2)

(1)

(2)

(1)

(2)

Aanvang

16,2197

16,2197

16,6356

16,6356

17,0734

17,0734

Na 3 maanden

16,5604

16,7045

16,9850

17,1328

17,4320

17,5837

Na 12 maanden

16,7622

16,8592

17,1920

17,2915

17,6444

17,7465

Na 18 maanden

16,9154

17,0238

17,3491

17,4603

17,8057

17,9198

Elite

17,0238

17,1208

17,4603

17,5598

17,9198

18,0219

(1) steendraaier, steenzager mouleerder

(2) slijper


Art.8. De non-stop diamantzagers ontvangen : a) ofwel een uurtoeslag van : - 0,0690 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - 0,0708 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - 0,0727 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week; b) ofwel een premie waarvan het bedrag binnen elke onderneming wordt bepaald.

Art. 9.De werknemers die het brevet van houwer hebben verkregen, ontvangen het volgende loon : - 16,9821 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - 17,4175 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - 17,8759 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week;

HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verschoven arbeidstijdregelingen

Art. 10.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen ter zake, worden de ploegenpremies als volgt vastgesteld op 1 januari 2023, aan de afgevlakte gezondheidsindex 124,50. De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. artikel 12). a) in arbeidsregeling van 40 uren/week : - 0,7055 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,5980 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. b) in arbeidsregeling van 39 uren/week : - 0,7236 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,6646 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur; c) in arbeidsregeling van 38 uren/week : - 0,7426 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,7347 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur.

Deze toeslagen worden toegekend aan de werknemers die werken met verschoven uurrooster voor zover het tijdsverschil overeenstemt met één van de bestaande pauzes in de onderneming.

In geval van tijdelijke schorsing van het ploegenstelsel, trachten de werkgevers de beoogde werknemers in te zetten in een categorie die overeenstemt met het vorige loon, inclusief toeslag voor ploegenarbeid.

Door dit artikel toe te passen worden in sommige ondernemingen de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur.

HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken Deze premies zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2023, aan de afgevlakte gezondheidsindex 124,5 0.

Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de grond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve : beperkt tot de herstelling van de trolleydraden : - uurpremie van 0,1977 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,2028 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,2081 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week; c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve : - uurpremie van 0,5141 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,5273 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,5412 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week; d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,0863 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan de bovenvermelde premies, blijven van toepassing.

HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 12.a. Met toepassing van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van is lands concurrentievermogen, vervangen door de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen vervangen door de afgevlakte gezondheidsindex. b. De minimumuurlonen, de effectief betaalde lonen, alsook de verschillende premies worden opnieuw gekoppeld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behalve uitzonderingen vermeld in deze overeenkomst.

Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.

De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden vastgesteld aan het indexcijfer 124,50.

Het eerste spilindexcijfer naar boven toe is dat wat van toepassing zal zijn, dit is vastgesteld op 124,61. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus : 125,86 - 127,12 - 128,39 - 129,67 - 130,97 - 132,28 - 133,60,...

Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden.

In geval van overschrijding van de spilindex door de afgevlakte gezondheidsindex (negatieve indexering), zullen de baremieke en effectieve lonen niet worden gedesindexeerd, en dit volgens de volgende voorwaarden : - Bij de volgende overschrijding van de plafondindex door de afgevlakte gezondheidsindex, geen indexering van de baremieke en daadwerkelijke lonen; - Bij de volgende overschrijding van de plafondspilindex, indexering van de baremieke en effectieve lonen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op een periode van een duur die gelijkwaardig is aan die tijdens dewelke de baremieke en effectieve lonen niet gedesindexeerd zullen geweest zijn.

HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie

Art. 15.1° Er wordt een jaarlijkse uitkering toegekend naar verhouding van het aantal gewerkte en gelijkgestelde uren. Zij wordt eveneens toegekend aan de rechthebbenden van een werknemer die overleden is in de loop van het boekjaar, aan de werknemers die in werkloosheid met bedrijfstoeslag of gepensioneerd zijn. Ze wordt ook pro rata temporis uitbetaald aan de arbeiders die de onderneming verlaten, met uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende redenen. 2° voor de "Carrières du Hainaut", worden de toekenningsvoorwaarden bepaald een ondernemingsovereenkomst.3° De eindejaarspremie zal 2 002,76 EUR bedragen, referentie berekening : 1 700 gepresteerde en/of gelijkgestelde uren/jaar.4° Deze premie wordt elk jaar betaald vóór 25 december aan het personeel dat aanwezig is op 30 november, behalve in de gevallen bepaald in 1°. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, aangezien deze gelijkgesteld zijn met arbeidsdagen.

Worden gelijkgesteld met effectief gewerkte uren : - de uren tijdens welke de vakbondsopdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van een ongeval op de weg naar het werk, naar rata van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder van 30 kalenderdagen worden door de werkgever gelijkgesteld; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van ziekte, naar rata van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven van toepassing; - de gelijkstelling van dwingende redenen. - Vanaf 2024 : de verloren werkuren door stakingen en nationale, interprofessionele vakbondsmanifestaties en manifestaties in gemeenschappelijk front, ten belope van maximaal 3 dagen gedurende de referteperiode (tussen 1 december van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en 30 november van het jaar van de betaling).

Wordt niet gelijkgesteld : ziekte van minder dan 15 opeenvolgende werkdagen.

Het referentiebedrag per uur is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2023 voor het jaar 2023 en op 31 december 2024 voor het jaar 2024 van kracht is.

Art. 16.De werknemers die tijdens de referentieperiode niet meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.

Deze premie wordt, per referentiejaar, verminderd als volgt : a) voor 3 tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 50 pct.; c) voor 11 dagen en meer ongeoorloofde afwezigheid : de werknemers hebben geen recht op de premie.

Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het referentiejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het referentiejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid die in rekening moeten worden genomen worden eveneens vastgesteld naar verhouding van het aantal gewerkte maanden tijdens het referentiejaar.

HOOFDSTUK VI. - Stiptheidspremie

Art. 18.De stiptheidspremie wordt in 2023 berekend op basis van een gemiddeld loon van 16 EUR/uur (in een arbeidsregeling van 39 uren per week). Vanaf 2024 zal de stiptheidspremie worden berekend op basis van een gemiddeld loon van 16 EUR/uur geïndexeerd in functie van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, tussen 1 december van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en 30 november van het jaar van de betaling.

Voor 2023, naargelang van het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal afwezig geweest zijn tussen :

Dagen afwezigheid

Berekening van de eindejaarspremie

0 en 5

4 uur meer

6 en 10

3 uur meer

11 en 15

2 uur meer

meer dan 15

0 uur meer


Alle afwezigheden inbegrepen behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden.

Vanaf 2024 zullen de verloren werkuren door stakingen of nationale, interprofessionele vakbondsmanifestaties en manifestaties in gemeenschappelijk front, ten belope van maximaal 3 dagen gedurende de referentieperiode (tussen 1 december van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en 30 november van het jaar van de betaling) niet meer als afwezigheden worden beschouwd.

HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de Vier Gekroonde Martelaren

Art. 19.Sinds 1993 wordt een jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november die sinds 8 november van het voorgaande jaar minstens 1 dag gepresteerd hebben.

Sinds 1 januari 1994, is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die aan de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing geweest sinds de overeenkomst 2005-2006 tot en met de overeenkomst 2015-2016.

In 2017 werd deze premie op 95 EUR gebracht, met indexering betreffende de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex tussen de maand november van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en de maand oktober van het jaar van de betaling. De betalingen zullen systematisch plaatsvinden in november.

De premie is geëvolueerd als volgt :

-

EUR

1993

57,51

1994

58,08

1995

58,65

1996

59,84

1997

61,03

1998

61,65

1999

70,92

2000

72,68

2001

74,54

2002

75,51

2003

76,71

2004

78,03

2005

78,03

2006

78,03

2007

78,03

2008

78,03

2009

78,03

2010

78,03

2011

78,03

2012

78,03

2013

78,03

2014

78,03

2015

78,03

2016

78,03

2017

95,00

2018

96,77

2019

97,65

2020

98,68

2021

101,18

2022

111,14

2023

113,10

2024

Te indexeren


De dag van het patroonsfeest van de Vier Gekroonde Martelaren (8 november) wordt uitgesteld als hij op een zaterdag of een zondag valt.

HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagwerk

Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitzondering van : a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in 3 ploegen werkt, waarvoor het overloon op maximaal 40 u/week wordt berekend;c) het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten

Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers op 1 januari 2023 een geïndexeerde vergoeding van 0,1073 EUR per effectief gewerkt uur tegen het afgevlakte gezondheidsindexcijfer 124,50.

Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen wordt deze vergoeding afgetrokken van deze premie ten belope van (1 januari 2023 - afgevlakte gezondheidsindex 124,50) : - 0,0566 EUR per uur in de regeling van 40 uren/week; - 0,0581 EUR per uur in de regeling van 39 uren/week; - 0,0596 EUR per uur in de regeling van 38 uren/week.

Bij gebruik van het openbaar vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,1073 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21, bedraagt de werkgeversbijdrage : - Van 1 januari 2023 tot 31 januari 2024 : 75 pct. van de kostprijs van het weekabonnement voor het openbaar vervoer; - Vanaf 1 februari 2024 : 100 pct. van de kostprijs van het weekabonnement voor het openbaar vervoer.

Er wordt verwezen naar de tarieven van het algemeen barema van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.

Bij gebruik van zijn eigen vervoermiddel en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,1073 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21, in geval van gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeversbijdrage : - 70 pct. van de werkgeversbijdrage in de geïndexeerde kostprijs van het laatste weekabonnement van het openbaar vervoer, van 1 januari 2023 tot 31 januari 2023; - 80 pct. van de werkgeversbijdrage in de geïndexeerde kostprijs van het laatste weekabonnement van het openbaar vervoer, van 1 februari 2023 tot 31 januari 2024; - 100 pct. van de werkgeversbijdrage in de geïndexeerde kostprijs van het laatste weekabonnement van het openbaar vervoer, vanaf 1 februari 2024.

Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, gebeurt de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 22.De terugbetaling geschiedt ten minste maandelijks.

HOOFDSTUK X. - Werkzekerheid

Art. 23.Sinds 1 januari 2011 is het maximum aantal op een volgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur beperkt tot vier voor een totale tewerkstellingsduur van 24 maanden.

De sociale partners van de sector verbinden zich ertoe om, voor de duur van de overeenkomst, afzonderlijk en gezamenlijk concrete acties te voeren teneinde : a. de sociale dumping te bestrijden;b. ervoor te zorgen dat de publieke overheden bestekken aannemen die sociale en leefmilieu gebonden clausules omvatten;c. de sector te promoten. Deze acties zullen de activiteit in de sector bevorderen en zullen het dus mogelijk maken om de huidige werkgelegenheid zo goed mogelijk te handhaven.

Mocht de toestand verslechteren, zullen de werkgevers er in de mate van het mogelijke voor zorgen om, na overleg tussen de partijen, een beurtregeling op te stellen voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, om de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.

Indien een onderneming in de toekomst onvermijdelijk met ernstige economische moeilijkheden te maken krijgt, brengt de directie van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogte en wint zij hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.

Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners, in het kader van de voorgenomen maatregelen aan, dat de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) onder de loep wordt genomen.

HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur

Art. 24.Sinds 1 juli 2005 bestaan er vier arbeidsregelingen : a) arbeidsregeling van 40 uren/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) arbeidsregeling van 39 uren/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) arbeidsregeling van 38 uren/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) arbeidsregeling van 37 uren/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding

Art. 25.Voor 2023 wordt een jaarlijkse opleidingsvergoeding toegekend van 120,27 EUR, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.

Voor 2024, blijft deze vergoeding vastgesteld op 120,27 EUR, die in de loop van het jaar moet worden uitbetaald (boven op de administratiekosten).

Overeenkomstig hoofdstuk XVII van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden deze vergoedingen gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf".

HOOFDSTUK XIII. - Vakbondsopdracht en -opleiding

Art. 26.Het krediet toegekend voor de opleidingscursussen bedraagt 5 dagen per jaar en per effectief of plaatsvervangend afgevaardigde in het comité voor preventie en bescherming op het werk en in de ondernemingsraad.

Dit krediet vormt een totaal dat de vakorganisaties kunnen aanwenden, in overeenstemming met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.

De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondstaken.

Als deze taken een bezoek buiten de onderneming vergen, zal de vakbondssecretaris, voor zover mogelijk, de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.

De vakbondstaken buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit ongeacht het statuut van deze laatste.

Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen.

HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen voor arbeidsongevallen

Art. 27.De vergoedingen voor arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstelling het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen.

HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering

Art. 28.Voor elke werknemer verbindt de werkgever zich ertoe om aan te sluiten bij een sectorale hospitalisatieverzekering (collectieve overeenkomst).

Vanaf 1 januari 2023 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 208,68 EUR per werknemer.

Vanaf 1 januari 2024 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 240 EUR per werknemer.

De werkgevers komen, tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor 100 EUR tegemoet in de franchise (voor de werknemer en de rechthebbende leden van zijn gezin), voor één ongeval per schadejaar.

De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis, uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat.

Een beperkte werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers en van de vakorganisaties, zal met de verzekeringsmaatschappijen de mogelijke pistes onderzoeken voor het bedrag van de premies te verlagen.

HOOFDSTUK XVI. - Cadeaucheque

Art. 29.Sinds 2013 ontvangen alle werknemers die in het personeelsregister zijn ingeschreven en die in de loop van het referentiejaar 1 dag gepresteerd hebben, ter gelegenheid van Sinterklaas, elk jaar een geschenkcheque van 35 EUR. Deze cheque vervangt de cheque die tevoren werd toegekend ter gelegenheid van het feest van de Franse Gemeenschap.

HOOFDSTUK XVII. - Vakbondspremie

Art. 30.Vanaf het boekjaar 2018 verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 145 EUR per jaar + administratieve kosten per werknemer die op 31 december van het voorgaande jaar effectief in het personeelsregister is ingeschreven alsmede voor de bruggepensioneerde werknemers.

Voor iedere werknemer die tijdens de referteperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 145 EUR toekennen.

Deze bedragen worden niet geïndexeerd.

Art. 31.De storting die per werkgever en per onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedures in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer het werk in de onderneming noch collectief, noch individueel wordt belemmerd.

Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het eerste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen kan leiden tot een vermindering met een vierde van de storting; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.

Art. 32.De premie wordt aan de gerechtigden betaald via de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, en wordt door dit fonds pro rata temporis verdeeld aan de werknemers die lid zijn van één van de drie erkende vakorganisaties en die zijn tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december, alsook aan de gepensioneerde werknemers, aan de bruggepensioneerde werknemers, aan de werknemers die om economische redenen ontslagen worden, aan de werknemers die een individuele opleiding in de onderneming volgen, alsmede aan de rechthebbenden van de tijdens het refertejaar overleden werknemers,

Art. 33.De rekeningen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden, voor goedkeuring eenmaal per jaar en uiterlijk op 1 juni voorgelegd aan de vertegenwoordiger van de werkgevers en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.

HOOFDSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid

Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werknemers, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheid.

Art. 35.Met ingang van 1 januari 2013 waarborgt de aanvullende werkloosheidsuitkering 90 pct. van het nettodagloon (premies inbegrepen) verhoogd met het werkgeversaandeel van het maaltijdticket.

Voor de werknemers die geen recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen trachten de werkgevers, voor zover mogelijk, hen te werk te stellen voor verschillende taken die aangepast zijn aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zij niet kunnen worden tewerkgesteld, wordt de aanvullende uitkering berekend ten opzichte van een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die welke zij zouden hebben ontvangen als rechthebbende.

Art. 36.De beslissing om het werk al dan niet stop te zetten wordt genomen door de werkgever (in geval van stopzetting, door gebruikelijke aanplakking medegedeeld aan het personeel) die de moeilijkheden in verband met het werk beoordeelt en die alle mogelijke informatie inwint binnen en buiten de firma over de waarschijnlijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.

In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de hoofdafgevaardigde van de werklieden - daar waar er één bestaat - met een afgevaardigde van het comité voor preventie en bescherming op het werk en, indien nodig, na paritaire vergadering van de afgevaardigden van de werkgevers en van de werklieden van de ondernemingen van het bekken. Deze vergadering wordt dringend bijeengeroepen, de dag zelf indien mogelijk.

Wanneer de beslissing tot stopzetting van het werk genomen is, is de informatie beschikbaar op het telefonisch antwoordapparaat dat hiervoor ter beschikking is ten laatste om 21 uur.

De beslissing tot werkhervatting en de datum van deze hervatting worden aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.

Art. 37.De oorzaken buiten de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale immobilisatie van de vervoermiddelen, de schorsing van de arbeid bij de leveranciers of de aankopers, mogen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering als de onderneming, waarvan het werk werd stopgezet enkel wegens deze redenen buiten de onderneming, haar personeel uit dien hoofde werkloos maakt.

Art. 38.De dagelijkse uitkering vermeld in artikel 35 is enkel verschuldigd aan de werknemers bedoeld in deze overeenkomst als, tijdens de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de stopzetting van het werk (bijvoorbeeld : de dag tevoren), zij persoonlijk de nodige goede wil hebben aangetoond in de klimatologische omstandigheden die bemoeilijkt zijn door sneeuw, vorst of ijzel.

In het bijzonder, in geval van sneeuwen/of ijzel tijdens deze uren, moet het personeel hebben aanvaard om de doorgangs- en werkplaatsen vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze prestaties moeten worden uitgevoerd in de normale omstandigheden inzake veiligheid voor de betrokkenen.

Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de vorst-, sneeuw- of ijzeldagen die voorkomen in de periode van staking of lock-out.

Art. 40.In geval van noodzaak en zonder dat dit systematisch gebeurt, heeft de werkgever de mogelijkheid om de werknemers bedoeld in artikel 35 te werk te stellen in een andere sector die niet getroffen is door slecht weer en/of economische redenen, in jobs overeenkomstig hun capaciteiten.

Art. 41.Een aanvullende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal nettodagloon wordt enkel betaald in geval van werkloosheid wegens slecht weer.

Deze toeslag compenseert het effect van niet-gelijkstelling van de verloren dagen door slecht weer door de "Jaarlijkse vakantiekas" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het vorige jaar.

Deze toeslag wordt betaald bij de eerste betaling die volgt op 30 juni.

Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal nettodagloon voor de werknemers die, op het ogenblik van het slecht weer, een loon genieten dat lager is dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.

Art. 42.De werknemers bedoeld in artikel 35 hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover : a) zij zonder onderbreking ten dienste zijn gebleven van hun werkgever in dezelfde onderneming gedurende ten minste een maand die onmiddellijk voorafgaat aan de stopzetting van het werk in de onderneming;b) zij, vóór de betalingsdatum van de uitkering geen opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben ingediend of ontslag om dringende reden hebben gekregen van hun werkgever.

Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.

De uitkering wordt betaald op de gebruikelijke uitbetalingsdag van de lonen die betrekking hebben op de periode in de loop waarvan het werk werd stopgezet of op een overeen te komen datum tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.

Art. 44.Duur van de vergoeding De uitkeringen vastgesteld in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd ten belope van maximaal 220 werkdagen per kalenderjaar, in een stelsel van vijf dagen per week.

HOOFDSTUK XIX. - Anciënniteits- en opleiding-inschakelingsverloven

Art. 45.In 2023 wordt een betaalde verlofdag jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 6 jaar anciënniteit in de onderneming, vervolgens een dag per 5 jaar anciënniteit (6 keer, na 11, 16, 21, 26, 31, 36 jaar) met een maximum van 7 dagen per jaar.

Met ingang van 1 januari 2024 wordt een betaalde verlofdag jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de veljaardag van zijn indiensttreding, na 5 jaar anciënniteit in de onderneming, vervolgens zal jaarlijks een bijkomende dag per 5 jaar anciënniteit worden toegekend (6 keer, na 10, 15, 20, 25, 30 jaar) met een maximum van 7 dagen per jaar.

Langdurig zieken hebben geen recht op dit verlof.

Wat de uitzendkrachten betreft en de werknemers met een overeenkomst voor bepaalde tijd, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen.

Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en ongeacht het statuut van de werknemer, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen.

Vanaf 1 januari 2024 zullen de prestaties van de werknemers met een overeenkomst opleiding-inschakeling aanleiding geven tot een recht op betaalde extralegale vakantiedagen, ten belope van 1 dag per volledige maand prestaties.

HOOFDSTUK XX. - Geval van overlijden

Art. 46.Een vergoeding van 2 974,72 EUR wordt gestort aan de persoon die de begrafeniskosten op zich neemt van een werknemer die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval, of op weg naar het werk.

De gerechtigde verstrekt een getuigschrift van overlijden en een attest van het ziekenfonds dat bewijst dat hij de gerechtigde is.

HOOFDSTUK XXI. - Beperking van het beroep op externe firma's

Art. 47.De sociale partners wensen de tewerkstelling van de werknemers in de sector te bevoordelen.

De werkzaamheden die gewoonlijk een permanent karakter hebben worden, voor zover mogelijk, niet onderaanbesteed.

Ingeval moeilijkheden zouden ontstaan in termen van aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe om de onderaanbesteding opnieuw te bespreken en verbinden zij zich ertoe om een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.

De directies van de ondernemingen, verantwoordelijk voor het beheer en het beroep op onderaanbesteding, erkennen het recht op informatie van het personeel en van zijn vertegenwoordigers.

Zij verbinden zich ertoe om de dialoog met de vertegenwoordigers van het personeel te verbeteren door de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad te bevoordelen.

De directies zorgen voor de voorafgaande informatie voor alle bekende en geplande werkzaamheden.

De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie worden plaatselijk gepreciseerd met naleving van de reeds bestaande praktijken.

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993).

HOOFDSTUK XXII. - Bevordering van de tewerkstelling

Art. 48.De partijen komen overeen om vanaf 2018 0,50 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, toe te wijzen aan het "Centre de formation aux métiers de la pierre" (CEFOMEPI).

De opdrachten van het CEFOMEPI kunnen worden uitgebreid tot de technische en onderhoudsopleiding ten belope van 0,15 pct. voor een opleiding die specifiek is voor de onderneming.

Een opleidingspaspoort zal aan elke werknemer worden verstrekt, waarin de formele opleidingen worden vermeld die door externe instellingen werden gegeven.

Een werkgroep opleiding en penibiliteit zal worden opgericht en zal werken in het kader van het bestuursorgaan van de CEFOMEPI.

HOOFDSTUK XXIII. - Maaltijdcheques

Art. 49.Een maaltijdcheque per effectieve arbeidsdag zal worden toegekend aan elke werknemer.

Op 1 januari 2023 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,39 EUR voor alle werknemers.

Het aandeel van de werknemer bedraagt 1,09 EUR per maaltijdcheque. Dit aandeel zal worden ingehouden op de betalingsfiche volgens de te bepalen modaliteiten in elke onderneming.

De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd. Om aan deze voorwaarde te voldoen zullen de toekenning van de maaltijdcheques evenals de gegevens hierover op de individuele rekening van de werknemer vermeld staan.

HOOFDSTUK XXIV. - Onderhouds- en slijtagepremie voor persoonlijke kledij

Art. 50.Vanaf 1 januari 2024 zal een onderhouds- en slijtagepremie voor persoonlijke kledij en onderkledij van de werknemer worden toegekend ten bedrage van 1,02 EUR per effectief gewerkte dag.

Deze premie is een forfaitaire terugbetaling van de kosten voor het onderhoud en het dragen van persoonlijke kleding (jeans, t-shirts, enz.) en persoonlijk ondergoed voor werknemers die regelmatig moeten worden schoongemaakt wegens een zeer vuile omgeving.

De werkomstandigheden in de steengroeven (modder en stof) en het toegekende bedrag komen overeen met een van de posten in de uitgaventabel waarvoor de RSZ de forfaitaire beoordeling aanvaardt.

HOOFDSTUK XXV. - Koopkrachtpremie

Art. 51.In 2023 zal een koopkrachtpremie worden toegekend in de vorm van consumptiecheques volgens de volgende modaliteiten en voorwaarden : - De gerechtigden van de premie moeten een overeenkomst voor onbepaalde duur of voor bepaalde duur hebben met een werkgever van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, op 1 november 2023; - Voor elke maand, van november 2022 tot oktober 2023, voor dewelke de werknemers ten minste 1 volledige dag heeft gepresteerd : koopkrachtpremie van 35 EUR; - Wanneer het totale bedrag van de premie 420 EUR bedraagt, wordt het afgerond naar 450 EUR; - De prestaties omvatten het werk met een statuut van uitzendkracht en met een "CFI"-contract.

HOOFDSTUK XXVI. - Terugkeer naar het werk

Art. 52.De ondernemingen van de sector zullen de herinschakelingsplannen uitwerken voor langdurig zieken die geschikt verklaard zijn om het werk te hervatten, en daarbij telkens als het mogelijk is het recht vragen op de overheidspremies die het mogelijk maken om de werkpost aan te passen en/of het opvangen van het rendementsverlies, zodanig dat de productiviteit voldoende blijft.

HOOFDSTUK XXVII. - Wettelijk kader

Art. 53.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 13 mei 2023 houdende uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 26 mei 2023), dat de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2023 en 2024 bepaalt.

HOOFDSTUK XXVIII. - Clausule sociale vrede

Art. 54.De vakorganisaties verbinden zich ertoe om de sociale vrede na te leven tijdens de duur van dit akkoord. De werkgevers- en vakorganisaties verbinden zich ertoe om de akkoorden na te leven en om ze toe te passen.

HOOFDSTUK XXIX. - Verlenging van de vorige akkoorden

Art. 55.De vorige akkoorden die niet worden gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing.

HOOFDSTUK XXX. - Werknemers met verminderde bekwaamheid

Art. 56.Na raadpleging van de sociale organen en voor zover mogelijk, zal men prioriteit geven aan de indienstneming, integratie en/of aan het werk houden van personen met verminderde mentale en/of fysieke bekwaamheid die al dan niet het gevolg zijn van een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte.

HOOFDSTUK XXXI. - Groepsverzekering

Art. 57.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt uitgetrokken voor de groepsverzekering van de sector.

HOOFDSTUK XXXII. - Carenzdag

Art. 58.De carenzdag is afgeschaft sinds 9 december 2013.

HOOFDSTUK XXXIII. - Toenadering van de statuten

Art. 59.De werkgevers zullen een stand van zaken mededelen waarin de sectorale tewerkstellingsvoorwaarden arbeiders en bedienden worden vergeleken.

HOOFDSTUK XXXIV. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van de Nationale Arbeidsraad

Art. 60.De partijen verbinden zich ertoe om een kadaster op te maken van de functies volgens de zwaarte ervan met het oog op het loopbaanbeheer, met een bijzondere aandacht voor de problematiek van een draaglijk einde van de loopbaan.

HOOFDSTUK XXXV. - Onderhandelingen mogelijk in onderneming

Art. 61.Als aanvulling bij de sectorale akkoorden die opgenomen zijn in deze overeenkomst, geven de ondernemingen van de sector zich de mogelijkheid om onder hen systemen van loopbaansparen te bespreken die zouden kunnen worden ingevoerd, met naleving van de wettelijke bepalingen.

HOOFDSTUK XXXVI. - Geldigheidsduur

Art. 62.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2023 betreffende beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden, geregistreerd onder het nummer 184855/CO/102.01.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 november 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^