Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 november 2020
gepubliceerd op 18 januari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten ervan voor de diensten die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020204774
pub.
18/01/2021
prom.
24/11/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten ervan voor de diensten die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten ervan voor de diensten die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 november 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2020 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten ervan voor de diensten die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer 157725/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Benaming, maatschappelijke zetel, doelstellingen, duur

Artikel 1.Er is sinds 1 januari 2009 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht met de naam "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp".

Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd te Saincteletteplein 13-15 - 1000 Brussel. Deze zetel kan naar om het even welke plaats in België worden overgebracht bij eenvoudig besluit van de raad van bestuur dat wordt bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.§ 1. Het fonds heeft de volgende doelstellingen : 1° De toekenning en de betaling organiseren van aanvullende sociale voordelen voor de werknemers bedoeld in artikel 6, 2).Het fonds moet meer bepaald : - de aanvullende vergoedingen betalen die worden toegekend in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), alsook de bijhorende lasten; - de aanvullende vergoedingen aan het einde van loopbaan en de bijhorende lasten betalen; - de vakbondspremie betalen aan de werknemers via hun vakorganisatie; - of enige andere voorziening die het voorwerp uitmaakt van een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt gesloten binnen het paritair subcomité; 2° De toekenningsvoorwaarden bepalen van de vergoedingen die tot doel hebben tussen te komen in de kostprijs van de vakbondsopleiding;3° De bijdragen innen en invorderen die zijn bepaald in artikel 8 ten laste van de werkgevers bedoeld in artikel 6, 1);4° Elke subsidie ontvangen die afkomstig is van verscheidene instanties, zowel op regionaal en gemeenschapsvlak als op nationaal, Europees en enig ander vlak en deze besteden op basis van de voorstellen van de raad van bestuur die worden, bekrachtigd door het paritair subcomité;5° Instaan voor de tenlasteneming en/of de organisatie van voortgezette opleidingen die worden bekrachtigd door het paritair subcomité;6° Alle andere taken uitvoeren die het fonds uitdrukkelijk zouden worden toevertrouwd door het paritair subcomité. § 2. Het sociaal fonds stelt een huishoudelijk reglement op. Het verduidelijkt de bepalingen waarin is voorzien in de huidige statuten en in de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. Het zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art. 4.Het Fonds wordt voor onbepaalde duur opgericht. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.In de huidige statuten verstaat men onder : - "het paritair subcomité" : het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (318.01); - "het fonds" : het "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp"; - "de arbeiders" : de werknemers en de werkneemster die worden aangeworven met een arbeidsovereenkomst van arbeider, zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten, ongeacht hun functie, evenals elke persoon met een arbeidersstatuut die valt onder een programma ter bestrijding van de werkloosheid, tewerkgesteld in een dienst van de sector gezins-en bejaardenhulp die ressorteert onder het paritair subcomité voor de diensten voor gezins-en bejaardenhulp; - "de bedienden" : de werknemers die aangeworven zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bedienden, zoals bepaald in artikel 3 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten, ongeacht hun functie, alsook alle personen met een bediendestatuut die vallen onder een programma ter bestrijding van de werkloosheid, tewerkgesteld in een dienst van de sector gezins-en bejaardenhulp die ressorteert onder het paritair subcomité voor de diensten voor gezins-en bejaardenhulp; - "de werknemers" : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden zoals hierboven bepaald; - "de werkgevers" : de diensten die ressorteren onder het paritair subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp; - "de werkgevers- en werknemersorganisaties" : de werkgevers- en werknemersorganisaties van de sector gezins- en bejaardenhulp, vertegenwoordigd in het paritair subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp; - "loonsom" : de loonsom die overeenstemt met de vier kwartaalaangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van het jaar dat voorafgaat aan de toekenning van de voordelen.

Art. 6.Deze statuten zijn van toepassing : 1) Op de werkgevers van de sector gezins-en bejaardenhulp, die ressorteren onder het paritair subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, die gesubsidieerd worden door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;2) Op de werknemers die tewerkgesteld worden door de werkgevers vermeld onder 1). HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 7.Het Fonds beschikt over de bijdragen, gestort door de in artikel 6, 1, bedoelde werkgevers. De werkgevers verbinden zich ertoe het bedrag van hun bijdragen aan te passen om de continuïteit van de verplichtingen van het fonds te garanderen.

Art. 8.Het bedrag van de jaarlijkse werkgeversbijdrage wordt vastgesteld door het paritair subcomité. De werkgevers storten op de bankrekening van het fonds : - 1,08 pct. van de bruto loonsom die op 100 pct. gebracht wordt voor de werknemers die zij tewerkstellen met een arbeidersstatuut; - 0,44 pct. van de bruto loonsom voor de werknemers die zij tewerkstellen in een bediendestatuut, behalve voor de gezinshelpers; - 1,08 pct. van de bruto loonsom die op 100 pct. gebracht wordt voor de gezinshelpers met een bediendestatuut.

Art. 9.De bijdragen die verschuldigd zijn door de werkgevers, worden elk jaar aan het fonds gestort vóór 15 maart. Elke vertraging bij de betaling van de bijdragen wordt bestraft met verwijlintresten, berekend volgens de bepalingen die van toepassing zijn op de bijdragen betreffende de sociale zekerheid.

Art. 10.Het niet betalen van de bijdragen door één of meerdere werkgevers mag in geen geval de verwezenlijking van de doelstellingen van het fonds beïnvloeden. In geval van vertraging of niet-betaling door sommige werkgevers wordt het geschil voorgelegd aan het paritair subcomité. HOOFDSTUK IV. - Administratie

Art. 11.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur. Deze raad wordt paritair samengesteld door vertegenwoordigers van de werkgevers en van de werknemers.

De raad van bestuur bestaat uit tien gewone leden : - Vijf gewone leden die worden voorgedragen door de werkgeversorganisaties, hierna de werkgevers genoemd; - Vijf gewone leden die worden voorgedragen door de werknemersorganisaties, hierna vakbonden genoemd.

Voor elk gewoon lid van de raad van bestuur kunnen de werkgevers- en de werknemersorganisaties een plaatsvervangend lid aanduiden. Het plaatsvervangend lid is alleen stemgerechtigd tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur als het gewone lid afwezig is.

De tien gewone leden en de tien plaatsvervangende leden worden aangeduid door het paritair subcomité. Met de toestemming van de raad van bestuur kunnen de werkgevers- en werknemersorganisaties zich permanent of op bepaalde momenten laten bijstaan door experts die een adviserende stem hebben.

Art. 12.Het mandaat van de bestuurders is geldig voor onbepaalde duur. Elke organisatie mag evenwel, zonder dit te moeten motiveren, de vervanging van één van haar mandaathebbers ter goedkeuring voorleggen aan het paritair subcomité.

Art. 13.Indien een gewoon bestuurder of diens vervanger verhinderd zou zijn om een vergadering bij te wonen, mag hij een andere bestuurder hetzij van de vakbonden hetzij van de werkgevers machtiging verlenen, dit in functie van de zijde waartoe zijn organisatie behoort.

De machtiging wordt verleend met een gedateerde en ondertekende volmacht. Een lid mag slechts drager zijn van één volmacht.

Art. 14.De bestuurders hebben geen enkele persoonlijke verantwoordelijkheid in het kader van de verbintenissen van het fonds.

De verantwoordelijkheid van de bestuurders is beperkt tot de goede uitvoering van het mandaat dat hen werd toevertrouwd.

Art. 15.De bevoegdheden van de raad van bestuur worden als volgt bepaald : 1) De bijdragen innen die vermeld worden in artikel 3, 3°;2) Alle subsidies innen die vermeld worden in artikel 3, 4°;3) De voordelen die vermeld worden in artikel 3, 1°, betalen aan de werknemers;4) De vergoeding als tussenkomst in de kostprijs van de vakbondsopleiding betalen die vermeld is in artikel 3, 2°;5) De projecten voor voortgezette opleidingen ten laste nemen die vermeld worden in artikel 3, 5°;6) In rechte optreden in het belang van het fonds, zowel in de hoedanigheid van eiser als verweerder;7) Jaarlijks het bedrag van de inkomsten bepalen dat mag worden gebruikt om de bestuurskosten van het fonds te dekken;8) De aard van de kosten bepalen die als bestuurskosten kunnen worden beschouwd;9) Eventueel het positieve saldo investeren van het gedeelte van een boekhoudkundig jaar;10) De rekeningen en begroting van het fonds goedkeuren en deze ter goedkeuring voorleggen aan het paritair subcomité;11) Het personeel dat noodzakelijk is voor het vervullen van zijn taken in dienst nemen en beheren;12) Zijn bevoegdheden delegeren aan één of meerdere mandaathouders. De voordelen die zijn bepaald in de punten 3), 4) en 5) moeten worden toegekend door de raad van bestuur krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair subcomité en volgens de voorwaarden die in de overeenkomst worden bepaald.

Art. 16.De raad van bestuur duidt om de drie jaar een voorzitter aan, om beurten onder de leden van de raad die respectievelijk de werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen.

Zij stellen tegelijkertijd, en voor drie jaar, een ondervoorzitter aan onder leden van de raad die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen als het mandaat van voorzitter ingenomen is door een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties of omgekeerd.

De voorzitter zit de onderhandelingen voor. In geval van afwezigheid wordt hij vervangen door de ondervoorzitter.

Art. 17.De raad van bestuur vergadert in de zetel van het fonds, hetzij op initiatief van de voorzitter die ambtshalve handelt, hetzij op verzoek van één van de werkgevers- of werknemersorganisaties, hetzij op verzoek van het paritair subcomité.

De uitnodigingen, waarin de agenda staat vermeld, moeten schriftelijk worden opgesteld en uiterlijk zeven dagen vóór de vergadering worden verzonden.

Art. 18.De raad van bestuur kan slechts geldig vergaderen en beslissingen nemen in de (daadwerkelijke of vertegenwoordigde) aanwezigheid : - van de eenvoudige meerderheid van de gewone leden die zijn aangeduid door de werkgeversorganisaties en van eenvoudige meerderheid van de gewone leden die zijn aangeduid door de werknemersorganisaties; - en van ten minste één vertegenwoordiger van elke werkgevers- en werknemersorganisatie die is vertegenwoordigd in het paritair subcomité.

De beslissingen van de raad van bestuur worden éénparig genomen door de aanwezige of vertegenwoordigde leden.

Art. 19.Bij gebrek aan consensus binnen de raad van bestuur of het beheerscomité wordt het geschil voorgelegd aan het paritair subcomité.

Art. 20.De secretaris wordt aangesteld door de raad van bestuur voor onbepaalde duur. Hij woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij, zonder echter over stemrecht te beschikken.

De secretaris stelt de notulen van de raad van bestuur op. Hij is verantwoordelijk voor de archieven van het fonds en voert het administratief werk uit volgens de instructies van de raad van bestuur.

De secretaris houdt de boekhouding van het Fonds bij. De rekeningen worden afgesloten op 31 december. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 21.De balans en de jaarrekeningen, evenals de bewijsstukken en het activiteitenverslag voor het afgelopen boekjaar worden voor nazicht vóór 30 april voorgelegd aan de accountants en aan een bedrijfsrevisor die wordt aangewezen door het paritair subcomité.

Deze bedrijfsrevisor kan op ieder moment kennis nemen van de documenten van de boekhouding van het fonds. Aangezien hij in dit verband over hetzelfde recht beschikt als de raad van bestuur, kan hij van sommige of van alle werkgevers een attest van de R.S.Z. eisen, waarin de juistheid wordt bevestigd van de loonsom die als basis heeft gediend voor de berekening van hun werkgeversbijdragen.

Vóór 31 mei legt hij de raad van bestuur een activiteitenverslag voor betreffende het financieel beheer van het fonds en deelt hij de raad de opmerkingen en de commentaar mede die hij noodzakelijk acht.

De balansen, de debiteuren- en crediteurenrekening, het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de bedrijfsrevisor worden ter goedkeuring voorgelegd aan het paritair subcomité tijdens de eerste vergadering na 31 mei. Tijdens de vergadering doet het paritair subcomité een uitspraak over de ontlasting van de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat in het afgelopen boekjaar. HOOFDSTUK VI. - Ontbinding en vereffening

Art. 22.Het fonds kan worden ontbonden op initiatief van een van de werkgevers- of werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair subcomité mits een opzegging in acht wordt genomen. Deze opzegging moet aan de voorzitter van het paritair subcomité worden betekend met een ter post aangetekende brief, uiterlijk zes maanden vóór het einde van het boekjaar. In de opzegging moeten de redenen worden vermeld die aanleiding hebben gegeven tot het verzoek om ontbinding. De vereffening wordt ten vroegste effectief aan het einde van het afgelopen boekjaar.

Art. 23.Het paritair subcomité wijst twee vereffenaars aan die verplicht zijn ten minste elk kwartaal verslag uit te brengen over hun activiteiten, en dit tot de datum waarop de vereffening wordt afgesloten.

Art. 24.In geval van vereffening worden de activa van het fonds ter beschikking gesteld van het paritair subcomité dat beslist wat er verder mee moet gebeuren. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2015 (registratienummer : 126646/CO/318.01). Ze treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2020 voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.

De termijn van drie maanden start vanaf de datum waarop de aangetekende brief wordt verzonden naar de voorzitter.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 november 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^