Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 maart 2024
gepubliceerd op 12 april 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de syndicale telling, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024002471
pub.
12/04/2024
prom.
24/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de syndicale telling, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de syndicale telling, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2023 Syndicale telling, syndicale premie en syndicaal vormingsfonds (Overeenkomst geregistreerd op 31 oktober 2023 onder het nummer 183474/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die vallen onder het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en op de werknemers die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel het vaststellen van de regels voor de syndicale telling, de betaling van de syndicale premie aan werknemers die zijn aangesloten bij een vakbondsorganisatie en voor de patronale bijdrage aan het syndicaal vormingsfonds.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt artikel 8, § l en § 3, alinea l van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1989, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende het statuut der syndicale afvaardigingen van de personeelsleden van de gas- en elektriciteitsbedrijven, geregistreerd onder het nummer 22408/CO/326. HOOFDSTUK III. - Definities

Art. 3.Definities van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst gebruikte begrippen : 3.1. Syndicale telling : De syndicale telling omvat volgende stappen (niet noodzakelijk in chronologische volgorde) : - Opstellen door het FAV van de lijsten van werknemers die voldoen aan de dienstvoorwaarden; - Aanmaak en verzending van de syndicale attesten door het FAV (op papier en digitaal); - Ontvangen van de syndicale attesten door de verschillende vakbondsorganisaties; - Betaling van de syndicale premies door elke vakbondsorganisatie aan haar rechthebbende aangeslotenen; - Betaling door het FAV aan de vakbondsorganisaties van de bijdrage voor de syndicale premie; - Controle, tijdens een controlejaar, van het aantal syndicale attesten dat door elke vakbondsorganisatie geldig in aanmerking is genomen voor de uitbetaling van de syndicale premie aan haar rechthebbende aangeslotenen; - Verdeling van de mandaten voor de lokale vakbondsafvaardiging en vaststelling van de verdeelsleutel tussen vakbondsorganisaties tijdens een controlejaar; - Betaling door het FAV van de bijdrage voor het syndicaal vormingsfonds. 3.2. Rechthebbende werknemer : De werknemer die recht heeft op de toekenning van een syndicale premie. Dit is de werknemer die tewerkgesteld is in een onderneming, die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst valt, die tijdens de referteperiode minstens 3 maanden in dienst was en die aangesloten was bij een vakbondsorganisatie op 30 juni van het jaar waarin de syndicale premie wordt uitbetaald (jaar X). 3.3. Aangeslotene : De werknemer die voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 6. 3.4. Referteperiode : De periode die loopt van 1 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar van betaling van de syndicale premie (jaar X-1) tot 30 juni van het jaar van betaling van de premie (jaar X). 3.5. Vakbondsorganisaties : De representatieve werknemersorganisaties van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf. 3.6. Syndicale premie : De premie voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst over de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds van 14 mei 2009 (92671/CO/326). 3.7. Syndicaal vormingsfonds : Het fonds ingesteld door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst over de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds van 14 mei 2009 (92671/CO/326). 3.8. Syndicaal attest : Het document, op papier of elektronisch, opgesteld en verzonden door het FAV. 3.9. Syndicaal statuut : De collectieve arbeidsovereenkomst tot regeling van het statuut der syndicale afvaardigingen van de personeelsleden van de gas- en elektriciteitsbedrijven van 2 maart 1989 (22408/CO/326). 3.10. Vervroegde uitstap "57-59 jaar" : Het stelsel dat door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten van 12 maart 1985 en 19 januari 1989 voorzien werd, zoals gewaarborgd en bevestigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 betreffende de waarborg van de rechten van werknemers van de bedrijfstak gas en elektriciteit in dienst op 31 december 2001 (74368/CO/326) of een uitstapregeling waarbij betrokkenen onder arbeidsovereenkomst blijven, vastgelegd bij een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst. 3.11. Het FAV : Het "Fonds voor Aanvullende Vergoedingen" van de sector van gas en elektriciteit vzw. Het gaat om een paritair orgaan. HOOFDSTUK IV. - Syndicale premie

Art. 4.Hebben recht ("rechthebbenden") op een volledige syndicale premie, alle voltijdse en deeltijdse werknemers zoals opgenomen in artikel 3.2. 4.1. Gelijkstellingen 4.1.1. Periodes van voltijds tijdskrediet, voltijds thematisch verlof en periodes van arbeidsongeschiktheid worden behandeld als dienstperiodes voor wat betreft het recht op een syndicale premie. 4.1.2. Voor zover ze voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikel 3.2., hebben werknemers in een stelsel van vervroegde uitstap "57-59 jaar" recht op een syndicale premie. 4.1.3. Voor zover ze voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikel 3.2., hebben werknemers die met pensioen of vervroegd pensioen vertrekken tijdens de betrokken referteperiode recht op een syndicale premie. 4.2. Uitzonderingen 4.2.1. De langstlevende echtgeno(o)t(e) of kind(eren) van aangeslotenen (zie artikel 6) die tijdens de referteperiode overleden zijn, hebben recht op een syndicale premie.

Als de aangeslotene minder dan 3 maanden in dienst was tijdens de referteperiode, kan een aanvraag worden ingediend bij het FAV. 4.2.2. Werknemers die net van school komen ("eerste tewerkstelling"), hebben recht op een volledige syndicale premie als ze aangesloten zijn bij een vakbond uiterlijk in de maand die volgt op de maand van hun aanwerving, ook al hebben ze op 30 juni van het refertejaar nog geen 3 maanden dienst in de sector vervuld en/of voldoen ze niet aan de voorwaarden vermeld in artikel 6. In dit geval kan een aanvraag worden ingediend bij het FAV. 4.3. Uitsluitingen Jobstudenten, stagiairs van onderwijsinstellingen en uitzendkrachten hebben geen recht op een syndicale premie.

Art. 5.Enkel de vakbondsorganisatie waarbij de werknemer "aangesloten" is op 30 juni van het jaar van betaling van de syndicale premie (jaar X) kan de premie toekennen. Als de betrokken werknemer op 30 juni (jaar X) "aangesloten" is bij meerdere vakbondsorganisaties, kan hij slechts één premie ontvangen. Daartoe stuurt de werknemer het attest (digitaal of op papier) naar de vakbondsorganisatie van zijn keuze. Het digitaal attest heeft voorrang op de papieren versie.

Art. 6.Om als bij een vakbondsorganisatie "aangesloten" te worden beschouwd in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet een minimale syndicale bijdrage voor de referteperiode worden betaald.

Het bedrag van deze minimale syndicale bijdrage wordt bepaald tussen de vakbondsorganisaties onderling op basis van 12 keer de normale volle maandelijkse syndicale bijdrage van deze gehanteerd door de in de sector representatieve vakbondsorganisatie met de laagste normale volle maandelijkse syndicale bijdrage.

De betaling van de minimale syndicale bijdrage moet verband houden met de betrokken referteperiode. Voor een betaling die na het einde van de betrokken referteperiode is verricht, moet worden aangetoond dat die inderdaad verband houdt met en geregistreerd is voor de betrokken referteperiode.

De minimale bijdrage van de jaarlijkse referteperiode wordt ten informatieve titel op de achterzijde van het syndicaal attest vermeld.

De afspraken rond het bedrag van deze minimale bijdrage zijn het gevolg van een akkoord tussen de betrokken vakbondsorganisaties. De werkgevers, werkgeversfederaties of het FAV komen hier niet in tussen, en de naleving ervan wordt niet door hen gecontroleerd.

Art. 7.Vanaf 2025 moet de werknemer die voldoet aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 4 tot 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, om de syndicale premie waarop hij recht heeft uitbetaald te krijgen, een aanvraag indienen vóór 31 december van het jaar waarin de premie wordt uitbetaald (jaar X), overeenkomstig de regels van de bijlage vermeld in hoofdstuk V "Procedure" van huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

De premie wordt aangevraagd door een attest in te dienen bij de vakbondsorganisatie waarbij de werknemer was aangesloten op 30 juni van het jaar waarin de premie wordt uitbetaald (jaar X). Enkel het modelattest opgesteld door het FAV kan rechtsgeldig gebruikt worden.

Dit attest is beschikbaar op papier of digitaal voor gebaremiseerde werknemers; voor kaderleden is het enkel digitaal beschikbaar.

Een laattijdige aanvraag ingediend tussen 1 januari (jaar X+1) en 30 juni (jaar X+2) geeft recht op uitbetaling van de premie voor het betrokken jaar, maar zal geen invloed hebben op de samenstelling van de lokale vakbondsafvaardiging, zoals voorzien in hoofdstuk VI "Samenstelling van de lokale vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen" van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Laattijdige aanvragen na 30 juni (jaar X+2) geven geen recht meer op de syndicale premie voor het betreffende jaar.

Art. 8.Vanaf 2029 zal er eens om de 4 jaar een controle plaatsvinden van de attesten die door de rechthebbenden zijn ingediend en door hun respectieve vakbondsorganisaties zijn aanvaard, in de periode van 1 januari (jaar X+1) tot 31 maart (jaar X+1).

Deze controle gebeurt via de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder.

Het doel van de controle is het tellen van het aantal syndicale attesten dat door elke vakbondsorganisatie geldig in aanmerking is genomen voor de uitbetaling van de syndicale premie aan haar rechthebbende aangeslotenen.

De gerechtsdeurwaarder gaat, op basis van dit globaal resultaat, over tot een verdeling van het aantal attesten per lokale vakbondsafvaardiging.

Het eindresultaat van de gerechtsdeurwaarder is bindend voor alle partijen en hoeft niet meer ondertekend te worden door de verschillende vakbondsorganisaties.

Op basis van het resultaat van deze controle verdelen de vakbondsorganisaties onderling de mandaten in de lokale vakbondsafvaardigingen.

Het resultaat van de onderlinge verdeling van de mandaten dat door alle vakbondsorganisaties ondertekend is, moet uiterlijk op 15 april van het jaar X+1 aan de werkgeversfederaties worden medegedeeld, zoals bepaald in artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.De bedragen die bestemd zijn om de betaling van de syndicale premies te financieren, worden elk jaar door het FAV geïnd bij de ondernemingen van de sector. Het bedrag dat elke onderneming verschuldigd is, wordt berekend op basis van het aantal premieaanvragen dat de werknemers van de betrokken onderneming hebben ingediend tijdens het laatste jaar dat het voorwerp uitmaakte van een syndicale telling (controle) (vermeerderd met het aandeel van de onderneming in de beheerskosten).

Art. 10.Het aan de vakbonden verschuldigde bedrag voor de uitbetaling van de syndicale premie en de verdeelsleutel voor dit bedrag tussen de vakbondsorganisaties worden vastgesteld op basis van het aantal door de vakbonden betaalde premieaanvragen (op basis van door de werknemers ingediende attesten) in het laatste jaar dat het voorwerp uitmaakte van een syndicale telling (controle).

Bij een daling van het aantal werknemers met meer dan 5 pct. of een stijging van het aantal werknemers met meer dan 1 pct. in de sector tijdens een jaar dat het voorwerp niet uitmaakte van een syndicale telling (controle), wordt het aan de vakbondsorganisaties uitgekeerde bedrag naar boven of naar beneden bijgesteld in verhouding tot de geconstateerde variatie. Deze vergelijking wordt uitgevoerd op basis van het cijfer Q4 van het kalenderjaar -1 (jaar X-1) van de "evolutie van de tewerkstelling volgens paritair comité" gepubliceerd door de RSZ.

Art. 11.Voor jaren die het voorwerp uitmaken van een syndicale telling (controle), wordt het bedrag dat aan elke vakbondsorganisatie verschuldigd is door het FAV maandelijks uitbetaald tussen oktober van het jaar waarin de syndicale premie wordt uitbetaald (jaar X) en februari van het daaropvolgende jaar (jaar X+1).

Voor de jaren die niet het voorwerp uitmaken van een syndicale telling (controle), wordt het volledige bedrag dat elke vakbondsorganisatie van het FAV ontvangt uiterlijk op 31 augustus van het betrokken jaar uitbetaald. HOOFDSTUK VI. - Procedure

Art. 12.De procedures die bepalen welke werknemers recht hebben op de syndicale premie, voor het verzenden van digitale en papieren attesten aan de rechthebbenden en voor het aanvragen van de premie door de rechthebbenden bij de vakbondsorganisatie waarbij zij zijn aangesloten, zijn vastgelegd in het document in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Samenstelling van de lokale vakbondsafvaardigingen in de ondernemingen

Art. 13.Artikel 8, § 1 van het syndicaal statuut wordt vervangen door de volgende bepaling : "Vanaf 2029 verdelen de vakbondsorganisaties hun mandaten om de vier jaar naar rato van hun respectieve aantal in de exploitatiezetels van de ondernemingen, op basis van de resultaten van de syndicale telling.".

Art. 14.De verdeling van de mandaten in de lokale vakbondsafvaardigingen van de ondernemingen die onder deze collectieve arbeidsovereenkomst vallen, gebeurt op basis van de vierjaarlijkse syndicale telling vanaf 2029 en wordt in de tussenliggende jaren niet gewijzigd.

Art. 15.Artikel 8, § 3, alinea 1 van het syndicaal statuut wordt vervangen door de volgende bepaling : "Vanaf 2029 worden vakbondsafgevaardigden in principe benoemd voor een periode van 4 jaar. Hun mandaat kan stilzwijgend worden verlengd.".

Art. 16.De verdeling van de mandaten tussen de vakbondsorganisaties in de verschillende lokale vakbondsafvaardigingen wordt uiterlijk op 15 april van het jaar volgend op het jaar waarop de controle betrekking heeft (X+1), door alle vakbondsorganisaties ondertekend en meegedeeld aan de werkgeversfederaties van de sector.

In jaren van sociale verkiezingen, wordt de deadline van 15 april van het jaar X+1 verschoven naar 1 juli van het jaar X+1.

Bij gebreke aan bekendmaking van het resultaat op deze datum, worden de mandaten uitsluitend toegewezen op basis van het op dat moment gekende resultaat van de gerechtsdeurwaarder.

Als het eindresultaat van de gerechtsdeurwaarder en de ondertekende verdeling van de mandaten gekend is ten laatste op 31 december van het jaar (X+1), worden de mandaten op 1 januari van het jaar (X+2) toegewezen op deze basis.

Art. 17.Indien een nieuwe onderneming en/of een nieuwe lokale vakbondsafvaardiging wordt opgericht in de periode tussen twee jaren die het voorwerp uitmaken van een syndicale telling (controle), zal de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf door de vakbondsorganisatie die dit wenst uitgenodigd worden om het minimum aantal gesyndiceerde werknemers dat volgens het syndicaal statuut vereist is om een lokale vakbondsafvaardiging op te richten te laten controleren.

In voorkomend geval, wordt een lokale vakbondsafvaardiging samengesteld die het gewicht van elke vakbondsorganisatie in de onderneming weerspiegelt conform de bepalingen van het syndicaal statuut. HOOFDSTUK VII. - Bescherming van persoonsgegevens

Art. 18.De sociale partners verbinden zich ertoe de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (met inbegrip van de Verordening (EU) 2016/679 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de uitvoeringsbepalingen van de Belgische wetgeving) na te leven in alle aspecten die door deze collectieve arbeidsovereenkomst over de procedure worden geïmplementeerd. HOOFDSTUK VIII. - Syndicaal vormingsfonds

Art. 19.De bijdrage die elke onderneming moet betalen aan het syndicaal vormingsfonds - in overeenstemming met de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009 (zie "Definities") - wordt elk jaar berekend door het FAV op basis van de totale loonmassa van de ondernemingen. Het globale bedrag van de bijdrage wordt verdeeld tussen de ondernemingen op basis van een verdeelsleutel die berekend wordt in functie van de loonmassa van de onderneming ten opzichte van de totale loonmassa van de ondernemingen in de sector.

Art. 20.De bedragen voor de bijdragen voor het syndicaal vormingsfonds worden elk jaar door het FAV ingevorderd bij de ondernemingen van de sector.

Art. 21.De verdeling van de bijdrage tussen de vakbondsorganisaties gebeurt op basis van dezelfde verdeelsleutel als de verdeelsleutel voor de bedragen van de syndicale premies. Deze verdeelsleutel verandert niet in de jaren dat er geen syndicale telling (controle) is.

Art. 22.22.1. Voor de jaren die het voorwerp uitmaken van een syndicale telling (controle), vindt de betaling van het door het FAV aan elke vakbondsorganisatie verschuldigde bedrag uiterlijk plaats op 30 april van het jaar waarin de controle van de attesten plaatsvindt (jaar X+1), op voorwaarde dat het eindresultaat van de gerechtsdeurwaarder gekend is en dat de door alle vakbondsorganisaties ondertekende verdeling van de mandaten uiterlijk op 15 april (jaar X+1) zijn verzonden.

In geval van laattijdige bekendmaking of in jaren van sociale verkiezingen, zal het FAV de verschuldigde bedragen betalen binnen de 15 dagen na ontvangst van bovengenoemde documenten. 22.2. Voor de jaren die niet het voorwerp uitmaken van een syndicale telling (controle), wordt het volledige bedrag dat elke vakbondsorganisatie van het FAV ontvangt uiterlijk op 31 augustus uitbetaald voor zover aan de voorwaarden van artikel 22.1. is voldaan. HOOFDSTUK IX. - Evaluatie

Art. 23.Uiterlijk op 30 juni 2026 vindt tussen de sociale partners van de gas- en elektriciteitssector een evaluatie plaats van de uitvoering en de werking van de regels die zijn vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede

Art. 24.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te respecteren zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (geregistreerd onder het nummer 110237/CO/326). HOOFDSTUK XI. - Inwerkingtreding, neerlegging, overgangsmaatregelen en geldigheidsduur

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 28 september 2023.

Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt door de voorzitter van het paritair comité neergelegd bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om er geregistreerd te worden ter Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen.

Art. 27.Overgangsmaatregelen Bij wijze van overgangsregeling zal er in de periode 2022 tot 2028 een syndicale telling (controle) alsook een vernieuwing van de samenstelling van de lokale vakbondsafvaardigingen zijn voor de jaren 2023, 2025, 2027, overeenkomstig de bepalingen van de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze overgangsmaatregel vervangt de bepalingen in punt 4 "Overgangsmaatregelen" van het akkoord "Syndicale telling" van 24 oktober 2022, opgenomen in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 28.Opzegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.

Paritaire commentaren Art. 3.11. Het FAV is een paritair fonds, opgericht als rechtspersoon (vzw) waarin werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zetelen.

Momenteel wordt het dagelijks beheer uitgevoerd door Synergrid, in overeenstemming met de statuten, en staat het onder toezicht van de raad van bestuur van het FAV.

Art. 4.Als deeltijdse werknemer wordt beschouwd : iemand die een deeltijdse arbeidsovereenkomst heeft, of iemand die een voltijdse arbeidsovereenkomst heeft maar in deeltijds tijdskrediet of deeltijds thematisch verlof is.

Art. 10.Het cijfer Q4 van het kalenderjaar -1 (jaar X-1) van de "evolutie van de tewerkstelling volgens paritair comité" gepubliceerd door de RSZ wordt jaarlijks gecommuniceerd aan de tewerkstellingscel van het paritair comité.

Art. 11.De nieuwe procedures zullen voor het eerst volledig worden toegepast voor de syndicale premie van 2025, tenzij er technische beperkingen zijn die een (gedeeltelijke) verschuiving naar een later tijdstip noodzakelijk maken.

Art. 14.Dit belet niet het bestaan van een lokaal protocol.

De eventuele gunstigere bepalingen op lokaal niveau blijven van toepassing.

Art. 19.Vandaag gebeurt dit op basis van de DMFA. Algemene commentaar : In bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt als voorbeeld het attest 2023 toegevoegd. Indien nodig kunnen jaarlijks op vraag van de partijen aanpassingen worden doorgevoerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^