Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 december 2001
gepubliceerd op 23 januari 2002

Koninklijk besluit ter vaststelling van de vergoedingen en presentiegelden van de leden van de raad van bestuur van het Zilverfonds

bron
ministerie van financien
numac
2001003503
pub.
23/01/2002
prom.
24/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/24/2001003503/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit ter vaststelling van de vergoedingen en presentiegelden van de leden van de raad van bestuur van het Zilverfonds


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 oktober 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de raad van bestuur van het Zilverfonds in de mogelijkheid gesteld is om te functioneren als gevolg van de benoeming van zijn leden bij het koninklijk besluit van 24 december 2001;

Overwegende dat het derhalve aangewezen is om onverwijld de vergoedingen en presentiegelden voor de leden van de raad van bestuur vast te stellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De presentiegelden toegekend aan de leden van de raad van bestuur van het Zilverfonds bedragen 40 euro per zitting.

Art. 2.De terugbetaling van de reiskosten wordt forfaitair vastgesteld op 20 euro per zitting.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^