gepubliceerd op 22 september 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1995 houdende verbod van de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor voedselproducerende dieren en die bepaalde farmacologisch werkzame substanties bevatten
24 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1995 houdende verbod van de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor voedselproducerende dieren en die bepaalde farmacologisch werkzame substanties bevatten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1995 houdende verbod van de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor voedselproducerende dieren en die bepaalde farmacologisch werkzame substanties bevatten;
Gelet op het advies van de Geneesmiddelencommissie, gegeven op 17 januari 2001;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.538/3, gegeven op 19 juni 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 november 1995 houdende verbod van de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor voedselproducerende dieren en die bepaalde farmacologisch werkzame substanties bevatten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°) artikel 1, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met volgende punten : « 6. Aristolochia spp. en daarvan afgeleide producten; 7. Chloorpromazine;8. Chloroform;9. Colchicine;10. Metronizadole.» 2°) een § 2 wordt toegevoegd luidend als volgt : « § 2. De geneesmiddelen die de substanties bevatten, opgenomen in de bijlagen I, II of III van Verordening 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en de aanpassingen daarvan, mogen niet afgeleverd worden voor andere voedselproducerende diersoorten dan deze zoals verrneld in de bijlagen I, II of III van bovenvermelde Verordening. »
Art. 2.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET