Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 september 2020
gepubliceerd op 01 oktober 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen omtrent de verliespercentages bij het vervoer van accijnsgoederen in bulk

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2020043037
pub.
01/10/2020
prom.
23/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/23/2020043037/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen omtrent de verliespercentages bij het vervoer van accijnsgoederen in bulk


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit koninklijk besluit heeft tot doel de huidige regelgeving omtrent de verliespercentages bij het vervoer van accijnsgoederen in bulk, zoals vermeld in de artikelen 2 en 23 van het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten, te verduidelijken.

De wettelijke basis van deze aanvaardbare verliespercentages vindt men terug in artikel 6, §§ 4 en 5, van de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003493 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.

De actuele formulering van deze regelgeving in de artikelen 2 en 23 van het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen leidt tot interpretaties omtrent het toepassingsgebied van de aanvaardbare verliespercentages.

Omwille van de rechtszekerheid en het gewettigd vertrouwen worden de actuele bepalingen verduidelijkt en wordt benadrukt dat deze verliespercentages steeds worden aanvaard op voorwaarde dat er geen onregelmatigheid of overtreding werd begaan. Concreet betekent dit dat er niet tot invordering van accijnzen wordt overgegaan wanneer het aangegeven tekort kleiner is dan of gelijk aan de vermelde verliespercentages; wanneer het aangegeven tekort groter is dan de vermelde verliespercentages, zal er enkel worden overgegaan tot invordering van accijnzen op de hoeveelheid die dit percentage te boven gaat.

Onderhavig koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt er dan ook enkel toe een verduidelijking aan te brengen aan de actuele regelgeving die het voorwerp was van interpretatieproblemen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

23 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen omtrent de verliespercentages bij het vervoer van accijnsgoederen in bulk FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003493 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen, artikelen 6, § 5 en 38, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen;

Gelet op het voorstel van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie van 19 maart 2020;

Gelet op het overleg van het Comité van Ministers van 11 september 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 april 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 10 juni 2020;

Gelet op advies nr. 67.685/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen wordt vervangen als volgt: "Art 2. § 1. Indien het vervoer van de accijnsgoederen in bulk geschiedt en de ontbrekende hoeveelheid vermeld in vak 7 c) van het bericht van ontvangst, voorzien in tabel 6 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, kleiner is dan of gelijk is aan de volgende percentages: - voor benzine: 0,4 %; - voor kerosine en gasolie: 0,3 %; - voor zware stookolie: 0,2 %; - voor vloeibare petroleumgassen: 2 %; - voor gefabriceerde tabak: 0 %; - voor andere accijnsgoederen: 0,5 % dan wordt niet tot invordering van de accijnzen voor de ontbrekende hoeveelheid overgegaan voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan. § 2. Indien het vervoer van de accijnsgoederen in bulk geschiedt en de ontbrekende hoeveelheid vermeld in vak 7 c) van het bericht van ontvangst, voorzien in tabel 6 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, groter is dan het percentage vermeld in § 1, wordt in hoofde van de afzender tot invordering van de verschuldigde accijnzen overgegaan.

Voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan, wordt het in te vorderen bedrag berekend op de ontbrekende hoeveelheid die het percentage vermeld in § 1 te boven gaat. § 3. Indien tot invordering van de aldus verschuldigde accijnzen wordt overgegaan, stuurt de ambtenaar aangeduid door de administrateur douane en accijnzen een brief naar de afzender die de volgende elementen bevat: - de unieke administratieve referentiecode van het betrokken elektronisch administratief document; - de vastgestelde ontbrekende hoeveelheid die het percentage te boven gaat; - het accijnsnummer van de erkend entrepothouder afzender of van de geregistreerde afzender; - het bedrag evenals de berekening van de verschuldigde accijnzen; - de gegevens betreffende de bankrekening waarop de accijnzen moeten voldaan worden; - de mededeling die op het betaalformulier moet vermeld worden.

De brief wordt verzonden volgens de procedure vastgelegd in artikel 15, lid 1, c) van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004.".

Art. 2.In artikel 23 van hetzelfde koninklijk besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Indien de geadresseerde, in het geval voorzien in artikel 38, § 1, van de wet, in bulk verzonden accijnsgoederen ontvangt en de door hem werkelijk ontvangen hoeveelheid kleiner is dan deze vermeld in vak 10 van het vereenvoudigd geleidedocument, en dit verschil kleiner is dan of gelijk aan de volgende percentages: - voor benzine: 0,4 %; - voor kerosine en gasolie: 0,3 %; - voor zware stookolie: 0,2 %; - voor vloeibare petroleumgassen: 2 %; - voor gefabriceerde tabak: 0%; - voor de andere accijnsgoederen : 0,5 % dan wordt niet tot invordering van de accijnzen voor de ontbrekende hoeveelheid overgegaan voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan.

Indien de geadresseerde, in het geval voorzien in artikel 38, § 1, van de wet, in bulk verzonden accijnsgoederen ontvangt en de door hem werkelijk ontvangen hoeveelheid kleiner is dan deze vermeld in vak 10 van het vereenvoudigd geleidedocument, en dit verschil groter is dan het percentage vermeld in lid 1, wordt in hoofde van de afzender tot invordering van de verschuldigde accijnzen overgegaan.

Voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan, wordt het in te vorderen bedrag berekend op de ontbrekende hoeveelheid die het percentage vermeld in lid 1 te boven gaat.

Indien tot invordering van de aldus verschuldigde accijnzen wordt overgegaan, stuurt de ambtenaar aangeduid door de administrateur douane en accijnzen een brief naar de afzender die de volgende elementen bevat: - de verwijzingen naar het betrokken vereenvoudigd geleidedocument; - de vastgestelde ontbrekende hoeveelheid die het percentage te boven gaat; - de gegevens van de leverancier; - het bedrag evenals de berekening van de verschuldigde accijnzen; - de gegevens betreffende de bankrekening waarop de accijnzen moeten voldaan worden; - de mededeling die op het betaalformulier moet vermeld worden.

De brief wordt verzonden volgens de procedure vastgelegd in artikel 15, lid 1, c) van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004.".

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 4.De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

^