Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 september 1998
gepubliceerd op 23 oktober 1998

Koninklijk besluit houdende gelijkschakeling van het stelsel van de jaarlijkse vakantie van mijnwerkers met de algemene werknemersregeling

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022614
pub.
23/10/1998
prom.
23/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/23/1998022614/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende gelijkschakeling van het stelsel van de jaarlijkse vakantie van mijnwerkers met de algemene werknemersregeling


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden;

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1952 tot vaststelling, voor de Italiaanse mijnwerkers, van de bijzondere modaliteiten bij het gebruik van kosteloze reisbiljetten afgegeven ter gelegenheid van het jaarlijks verlof;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1983 tot uitvoering van artikel 2, § 3, 6°, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 1985 betreffende de jaarlijkse vakantie, de bijkomende vakantie, het vakantiegeld en de kosteloze reiskaarten van de mijnwerkers en gelijkgestelden;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 januari 1995 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers van 2 april 1998;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie van 3 juni 1998 ;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juni 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de algemene gelijkschakeling van het stelsel van de jaarlijkse vakantie voor mijnwerkers met de algemene werknemersregeling op 1 januari 1998 moet ingaan, en het noodzakelijk is dat de werkgevers zo spoedig mogelijk over de nieuwe maatregelen worden ingelicht;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 25 juni 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 april 1983 tot uitvoering van artikel 2, § 3, 6°, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het percentage « 16,55 pct.» wordt door het percentage « 15,50 pct. » vervangen; 2° het percentage « 9,05 pct.» wordt door het percentage « 9,50 pct. » vervangen; 3° de woorden « aan het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers » worden door de woorden « aan de Rijksdient voor sociale zekerheid » vervangen.

Art. 2.Het opschrift van het koninklijk besluit van 9 januari 1995 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers wordt door het volgende opschrift vervangen : « Koninklijk besluit van 9 januari 1995 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. »

Art. 3.In artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden tussen de woorden « betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders » en « gelijk aan 100 % » de woorden « en voor de werknemer onderworpen aan de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden » ingevoegd.

Art. 4.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 29 september 1952 tot vaststelling, voor de Italiaanse mijnwerkers, van de bijzondere modaliteiten bij het gebruik van kosteloze reisbiljetten afgegeven ter gelegenheid van het jaarlijks verlof;2° artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders;3° het koninklijk besluit van 26 juni 1985 betreffende de jaarlijkse vakantie, de bijkomende vakantie, het vakantiegeld en de kosteloze reiskaarten van de mijnwerkers en gelijkgestelden.

Art. 5.Dit besluit is voor de eerste maal van toepassing voor de berekening van het vakantiegeld van het vakantiejaar 1999, vakantiedienstjaar 1998.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^