gepubliceerd op 04 december 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel
23 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, inzonderheid op artikel 1, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, en op artikel 6bis, § 2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.165/3 van 3 juli 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° mobiele urgentiegroep : de erkende functie « mobiele urgentiegroep » bedoeld in het koninklijk besluit van 10 april 1995 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen toepasselijk worden verklaard op de functie « mobiele urgentiegroep », evenals de mobiele urgentiegroep die is opgenomen in de dringende geneeskundige hulpverlening bij toepassing van artikel 6bis, § 2, tweede lid; ».
Art. 2.Artikel 6bis, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « De mobiele urgentiegroepen van een ziekenhuis dat beheerd wordt door het Ministerie van Landsverdediging en dat gelegen is in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, kan eveneens, met instemming van de Minister bevoegd voor Landsverdediging, in de dringende gemeeskundige hulpverlening worden opgenomen, op voorwaarde dat die mobiele urgentiegroep voldoet aan alle bepalingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » (MUG) moet voldoen om te worden erkend. »
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT