23 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 houdende het statuut van het personeel van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 houdende het statuut van het personeel van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 februari 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 10 juli 2006;

Gelet op het advies van het directiecomité, gegeven op 7 september 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 september 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat een nieuwe loopbaan voor de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat in werking zal treden in 2006;

Overwegende dat evenwel reeds vanaf nu een aantal betrekkingen van commissaris in de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat te begeven zijn en dat deze moeten ingevuld worden;

Overwegende dat samen met de invoering van de nieuwe loopbaan een herstructurering van het organogram van de buitendiensten zich opdringt; dat deze herstructurering de invulling van zoveel mogelijk nog vacante posten van niveau A vergt teneinde het veranderingsproces optimaal mee te begeleiden; dat dit zo snel mogelijk moet gebeuren;

Overwegende dat het vergelijkend examen voor bevordering door verhoging in de graad van commissaris georganiseerd werd overeenkomstig de bepalingen tot regeling van de vergelijkende wervingsexamens van inspecteur en commissaris; dat, in dezelfde logica, het wenselijk is dat de vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau georganiseerd wordt overeenkomstig de bepalingen betreffende de vergelijkende selecties van inspecteur en commissaris van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat;

Overwegende dat moet overgegaan worden tot een vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau binnen de Veiligheid van de Staat vóór de inwerkingtreding van de nieuwe loopbaan voor de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat en dat daartoe de nodige stappen moeten gezet worden vóór die vervaldatum;

Overwegende dat om dit te realiseren, het dringend wenselijk is artikel 37 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 houdende het statuut van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat aan te passen teneinde te verwijzen naar artikel 17 ingevoerd door het koninklijk besluit van 19 februari 2003 tot wijziging van het voornoemd koninklijk besluit van 22 augustus 1998, dat de procedure van aanwerving heeft aangepast aan de nadere regels van de vergelijkende selectie ingesteld in het kader van de modernisering van de federale openbare dienst;

Overwegende nochtans dat het principe moet behouden worden van de vrijstelling van de proeven waarvoor men geslaagd is in de vergelijkende toegangsexamens die zijn afgesloten na 24 december 1998, datum van inwerkingtreding van het ministerieel besluit van 15 december 1998 tot vaststelling van het programma en de nadere regels van de proeven van het vergelijkend examen voor bevordering tot de graad van commissaris bij de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat, impliciet opgeheven door voornoemd koninklijk besluit van 19 februari 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 37 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 houdende het statuut van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 februari 2003 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 37.De bevordering tot de graad van commissaris wordt toegekend bij wijze van vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau.

De vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau wordt georganiseerd overeenkomstig artikel 17. De bevorderingen vinden plaats volgens de volgorde bepaald door de rangschikking in de vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau.

Tot de vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau worden alleen toegelaten de afdelingsinspecteurs en de inspecteurs die een graadanciënniteit van ten minste vier jaar tellen en die zich in een administratieve stand bevinden waarin ze hun aanspraak op bevordering kunnen doen gelden. »

Art. 2.Een artikel 37bis als volgt opgesteld wordt ingelast : «

Art. 37bis.De kandidaat die geslaagd is voor bepaalde proeven doch niet voor het geheel van de vergelijkende selectie van toegang tot het hogere niveau wordt, op zijn verzoek, vrijgesteld van deze proeven wanneer hij later opnieuw deelneemt aan een vergelijkende selectie van toegang tot de graad van commissaris. Hij kan het voordeel van deze vrijstelling niet meer dan tweemaal inroepen. » Opheffingsbepaling

Art. 3.Het ministerieel besluit van 15 december 1998 tot vaststelling van het programma en de nadere regels van de proeven van het vergelijkend examen voor bevordering tot de graad van commissaris bij de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat wordt opgeheven vanaf 12 maart 2003.

Overgangsbepaling

Art. 4.Voor de toepassing van artikel 37bis van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 houdende het statuut van het personeel van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, gewijzigd door dit besluit, worden de proeven in aanmerking genomen waarvoor men geslaagd is in de vergelijkende examens voor bevordering tot de graad van commissaris die zijn afgesloten tussen 24 december 1998 en 12 maart 2003.

Het eerste lid treedt buiten werking op 30 juni 2007.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX