Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 november 2001
gepubliceerd op 21 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het protocol van sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013139
pub.
21/12/2001
prom.
23/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/23/2001013139/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het protocol van sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het protocol van sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999 Protocol van sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000 (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1999 onder het nummer 51428/CO/139) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren.

Dit protocol wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 van 8 december 1998. Dit protocol beoogt de tewerkstelling en de vorming van de werknemers en werksters in de binnenscheepvaart. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.De minimummaandlonen en de werkelijke wedden worden vanaf 1 april 1999 verhoogd met 500 BEF per maand, en op 1 april 2000 verhoogd met 500 BEF per maand. HOOFDSTUK III. - Tewerkstelling en vorming

Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1997 over de risicogroepen wordt vernieuwd voor de jaren 1999 en 2000.

Het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart is belast met de inning en het beheer van de 0,10 pct. bijdrage bestemd voor de risicogroepen.

De bijdrage wordt geïnd vanaf 1 januari 1999.

Art. 4.Binnen het paritair comité zal een vormingscomité en een tewerkstellingscomité belast worden met het inrichten en opvolgen van vormingsinitiatieven en tewerkstellingsinitiatieven voor werknemers en voor risicogroepen.

De werkgever die overgaat tot aanwerving van bijkomende werknemers zal hiervoor een tewerkstellingspremie ontvangen.

Volgende opleidingsprogramma's zullen worden ingericht om alzo de tewerkstellingskansen van de werknemers van de binnenscheepvaart te verhogen. - A DNR cursus, zowel voor nieuwe deelnemers als herhalingscursus; - Cursus met het oog op het behalen van het radar diploma; - Cursus veiligheidsadviseur in toepassing van de Europese richtlijn; - Cursus voor het behalen van de vaarbewijzen A-B-C-D. - Alle andere opleidingen en cursussen, goedgekeurd door het vormingscomité, die kunnen bijdragen tot het verhogen van de tewerkstellingkansen van de werklieden en werksters van de binnenscheepvaart en tot de tewerkstelling van risicogroepen.

Art. 5.Bij tewerkstelling van werknemers door bemiddeling van een interim-kantoor zal, tot bijdrage van de kosten in hun vorming, een forfaitaire bijdrage van 350 BEF per dag worden geïnd bij de gebruiker.

Het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart wordt belast met de inning van deze forfaitaire bijdrage.

Het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart is belast met de inning en het beheer van de 6,25 pct. bijdrage voor de vorming en de tewerkstellingspremie bestemd voor deze opleidingen. De bijdrage wordt geïnd vanaf 1 januari 1999. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsduur

Art. 6.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 1997 wordt gewijzigd als volgt : De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 38 uur per week. Zij wordt bereikt door toekenning van 12 vrije arbeidsdagen, indien de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters tijdens het ganse voorgaande kalenderjaar tewerkgesteld waren bij een in artikel 1 bedoelde werkgever, en ontvangen hiervoor, ten laste van het Fonds voor Rijn- en binnenscheepvaart, een vergoeding die als loon moet worden beschouwd.

Indien de beoogde tewerkstelling geen volledig kalenderjaar omvat worden de 12 betaalde vrije dagen pro rata temporis toegekend, vermenigvuldigd met de breuk waarvan de noemer gelijk is aan het aantal effectief gewerkte maanden tijdens het bedoelde kalenderjaar en waarvan de teller 12 is. Indien het bekomen resultaat een decimaal getal is dan wordt die afgerond naar een volgende eenheid.

Elke begonnen kalendermaand wordt als een volledige gewerkte maand beschouwd. De opname van de vrije dagen mag noch volledig noch gedeeltelijk worden overgeheveld naar een volgend jaar.

Art. 7.Het loon voor overuren wordt betaald vanaf het 41e uur tewerkstelling per week. Voor de berekening van het uurloon voor de betaling van overwerk wordt het maandloon gedeeld door 164,67.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending ervan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^