gepubliceerd op 19 december 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 betreffende de verwijderingsvergoeding en de verblijfsvergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
23 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 betreffende de verwijderingsvergoeding en de verblijfsvergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 betreffende de verwijderingsvergoeding en de verblijfsvergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000 Verwijderingsvergoeding en de verblijfsvergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 4 juli 2001 onder het nummer 57767/CO/140.05)
Artikel 1.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 betreffende de verwijderingsvergoeding en de verblijfsvergoeding in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 7 januari 1998 (Belgisch Staatsblad van 30 mei 1998) wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Artikel 2.De verwijderingsvergoeding die in uitoefening van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1988 betreffende de arbeidsduur in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten verschuldigd is, is vastgesteld op 94,91 BEF per uur vanaf 1 november 2000, afgerond op 95 BEF. De verwijderingsvergoeding is alleen verschuldigd op de uren aanwezigheid die vergoed worden aan 100 pct. »
Art. 2.Artikel 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 8.Vanaf 1 november 2000 is het bedrag van de vergoeding voor een overnachting en ontbijt vastgesteld op 486,84 BEF, afgerond op 487 BEF. »
Art. 3.Artikel 9 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 9.Vanaf 1 november 2000 is het bedrag van de vergoeding voor het middagmaal vastgesteld op 388,54 BEF, afgerond op 389 BEF. »
Art. 4.Artikel 10 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 10.Vanaf 1 november 2000 is het bedrag van de vergoeding voor het avondmaal vastgesteld op 330,52 BEF, afgerond op 331 BEF. »
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, geregistreerd op 23 februari 2000 onder het nummer 54073/CO/140.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 november 2000 en treedt buiten werking op 31 oktober 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX