Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 november 2000
gepubliceerd op 21 december 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de voorkoming van specifieke gezondheidsrisico's

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012904
pub.
21/12/2000
prom.
23/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/23/2000012904/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de voorkoming van specifieke gezondheidsrisico's (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de voorkoming van specifieke gezondheidsrisico's.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 1998 Voorkoming van specifieke gezondheidsrisico's (Overeenkomst geregistreerd op 6 januari 1999 onder het nummer 49672/CO/142.02) Preambule De collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 voorziet dat een paritaire werkgroep een onderzoek doet naar specifieke gezondheidsrisico's in de sector. De werkgroep is niet tot alarmerende bevindingen gekomen, maar stelt vast dat de aard van het werk toch een aantal specifieke gezondheidsrisico's met zich meebrengt inzake veiligheid en gezondheid van de werknemers.

Volgende aanbevelingen dienen dan ook omgezet te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst.

Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Preventieve maatregelen bij het lossen

Art. 2.In de ondernemingen waar er geen voorsortering is van de grondstoffen in aparte en ontsmette ruimtes, moeten de werkgevers de nodige initiatieven nemen teneinde te voorkomen dat schadelijke stoffen in het productieproces terechtkomen. De werknemers die instaan voor het lossen van de grondstoffen moeten hiertoe de nodige tijd krijgen. Een afvalcontainer moet zich in hun onmiddellijke buurt bevinden. Zij moeten tevens beschikken en gebruik maken van specifieke persoonlijke beschermingsmiddelen.

Ontsmetting van de sorteringsruimtes

Art. 3.De ruimte waar gesorteerd wordt moet regelmatig en buiten de werkuren ontsmet worden. De werknemers moeten voorafgaandelijk geïnformeerd worden over de tijdstippen van de ontsmettingsbeurten. De gebruikte ontsmettingsproducten mogen geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de werknemers.

Persoonlijke beschermingsmiddelen en arbeidskledij

Art. 4.De werkgever moet, in overleg met het comité voor preventie en bescherming, bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis met de werknemers en in samenspraak met de arbeidsgeneersheer, de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, alsmede arbeidskledij of een equivalent ervan ter beschikking van de werknemers stellen.

Moederschapsbescherming

Art. 5.In toepassing van artikelen 41, 41bis en 42 van de arbeidswet van 15 maart 1971 en het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming, moet de werkgever met het comité voor preventie en bescherming, bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis met de werknemers en in samenspraak met de arbeidsgeneesheer, de nodige maatregelen treffen voor zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven. Gelet echter op de eigen specifieke risico's die er in de sector zijn, dienen de zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, vrijgesteld te worden van arbeidsprestaties.

Medisch onderzoek en inentingen

Art. 6.De werkgever is ertoe gehouden elke werknemer die aangeworven wordt, te onderwerpen aan een medisch onderzoek. Dit is ook van toepassing voor uitzendkrachten. Dit onderzoek is na voorlegging van de werkpostfiche echter ten laste van het uitzendkantoor. Iedere werknemer dient tevens een jaarlijks medisch onderzoek te ondergaan.

Overwegende dat de werknemers in contact kunnen komen met stoffen die besmettelijke ziekten kunnen veroorzaken (biologisch agentia), moet de werkgever in samenwerking met het comité voor preventie en bescherming, bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis met de werknemers en in samenspraak met de arbeidsgeneesheer, de nodige inentingen en beschermingsmaatregelen voorzien.

Oprichting van een gemeenschappelijk comité

Art. 7.In toepassing van artikel 54 van de wet op het welzijn op het werk van 4 augustus 1996, worden één of meerdere gemeenschappelijke comités opgericht.

In de ondernemingen waar er geen comité voor preventie en bescherming is, worden de taken overgenomen door dit gemeenschappelijk comité, dat paritair is samengesteld. Dit gemeenschappelijk comité moet over dezelfde bevoegdheid beschikken als het comité voor preventie en bescherming.

Eén of meerdere preventieadviseurs die aangeduid zijn door de leden van het gemeenschappelijk comité, moeten vrije toegang hebben tot alle bedrijven die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, teneinde zijn bevoegdheden ten volle te kunnen uitoefenen. De oprichting, samenstelling, bevoegdheden en opdrachten van dit gemeenschappelijk comité dienen algemeen bindend verklaard te worden bij koninklijk besluit.

Duur van de overeenkomst

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 24 november 1998.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, ingaande op de eerste dag van het burgerlijk kwartaal dat volgt op de opzegging.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^