Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 2013
gepubliceerd op 17 oktober 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 betreffende de aanvullende opleidingsinspanningen voor de jaren 2011 en 2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013202752
pub.
17/10/2013
prom.
23/05/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 betreffende de aanvullende opleidingsinspanningen voor de jaren 2011 en 2012 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 betreffende de aanvullende opleidingsinspanningen voor de jaren 2011 en 2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2012 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 betreffende de aanvullende opleidingsinspanningen voor de jaren 2011 en 2012 (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2012 onder het nummer 111900/CO/329.02) Inleiding De sociale partners van Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest werden er onlangs van op de hoogte gebracht dat de RSZ onmogelijk de sociale bijdragen bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 nr. 104247 kon innen.

Er werd overeengekomen om via deze collectieve arbeidsovereenkomst tijdens de periode van het 1ste tot het 4de kwartaal van 2013 een inhaaloperatie uit te voeren met betrekking tot de inning van de bijdragen voor het fonds voor bestaanszekerheid, dat met zijn reserves de opleidingsinspanningen heeft gefinancierd tijdens de perioden bedoeld in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest.

Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden verstaan.

Art. 2.De tekst van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 nr. 104247 wordt vervangen door de volgende tekst : "Met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde doelstelling, storten de werkgevers voor elk kwartaal van 2011 en 2012 een bijdrage van 0,10 pct., berekend op basis van de aan hun werknemers betaalde brutolonen aan het fonds voor bestaanszekerheid zoals bepaald in artikel 6.

Om de RSZ ertoe in staat te stellen de inning van de bijdrage te organiseren moeten de werkgevers de bijdrage van 0,10 pct. per kwartaal voor de jaren 2011 en 2012 bij wijze van uitzondering niet betalen; tijdens de vier kwartalen van 2013 wordt een bijdrage van 0,20 procent (0,2 pct.) geïnd.

Deze bijdragen moeten op hetzelfde ogenblik als de sociale zekerheidsbijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gestort.

Commentaar bij lid 2 : Het totaal van de geïnde bijdragen, of globaal 0,80 pct. gedurende de periode van het 1ste tot het 4e kwartaal van 2013, maakt een compensatie mogelijk voor de inningen die hadden moeten gebeuren Indien een bijdrage van 0,10 pct. was toegepast voor de vier kwartalen van 2011 en van 2012.".

Art. 3.De tekst van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2011 nr. 104247 wordt vervangen door de volgende tekst : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd en zij treedt in werking vanaf 1 januari 2011. Ze loopt af op 31 december 2013.".

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de dag van de sluiting ervan.

Zij kan worden opgezegd per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 12 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^