gepubliceerd op 08 oktober 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de opleidingsinspanningen in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap
23 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de opleidingsinspanningen in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de opleidingsinspanningen in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 mei 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2011 Opleidingsinspanningen in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 16 juni 2011 onder het nummer 104454/CO/327.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die zij tewerkstellen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, met uitzondering van de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke valide en mindervalide arbeiders en bedienden. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ingevolge : - het artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren.
Art. 3.De werkgevers van beschutte werkplaatsen verbinden er zich toe de participatiegraad inzake vorming jaarlijks met 5 pct. te verhogen, overeenkomstig de doelstellingen van het interprofessioneel akkoord 2007-2008.
Art. 4.§ 1. Met dat doel, verbinden de werkgevers van de sector er zich toe aan de werknemers een collectieve gemiddelde vormingstijd toe te kennen, binnen of buiten de arbeidstijd. Zij verbinden er zich eveneens toe de vertegenwoordigers van de werknemers hierover te informeren via de ondernemingsraad of, bij gebrek hieraan, de vakbondsafvaardiging in het kader van het sociaal overleg. § 2. Deze vorming kan georganiseerd worden intern, binnen de onderneming, of extern, door de werkgever of door een door hem gemachtigd vormingsorganisme.
Art. 5.Ingevolge de artikelen 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers op ondernemingsniveau een collectieve gemiddelde vormingstijd toegekend. Deze vormingstijd op ondernemingsniveau wordt als volgt berekend : - voor het jaar 2011 : het aantal in de onderneming tewerkgestelde werknemers op 1 januari 2011, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, vermenigvuldigd met 2,90 uur; - voor het jaar 2012 : het aantal in de onderneming tewerkgestelde werknemers op 1 januari 2012, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, vermenigvuldigd met 3,04 uur. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK