Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 1997
gepubliceerd op 17 september 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012261
pub.
17/09/1997
prom.
23/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/23/1997012261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996 Toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst geregistreerd op 7 augustus 1996 onder het num- mer 42359/CO/327)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en op de werknemers die zij tewerkstellen. Met werknemers worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke werknemers bedoeld.

Art. 2.De partijen bevestigen wat dient verstaan te worden onder het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen : a) een loon dat objectief wordt bepaald op grond van de beroepsgeschiktheid van de werknemers.Er is rekening mee gehouden dat deze notie loon thans een tegemoetkoming omvat van de regionale Fondsen; b) een bijkomende financiële compensatie die toegekend wordt door de overheid. Het in aanmerking te nemen bedrag van de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen voor de werknemers van de beschutte werkplaatsen is dus de totale som van de bedragen verkregen bij toepassing van de punten a en b voor hetwelk de partijen zich er toe verbinden besprekingen te voeren met de overheid om dit in aanmerking te laten nemen voor de sociale zekerheid.

Teneinde een inzicht te verwerven omtrent het individueel inkomen vervat in punt b zal overleg gepleegd worden met de overheid.

Zijn niet inbegrepen in het inkomen : de integratietegemoetkoming en de verhoogde kinderbijslag.

Art. 3.Inzake de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs 43 en 43bis, met betrekking tot de toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen voor de werknemers tewerkgesteld in een beschutte werkplaats gaan de ondertekenende partijen er over akkoord dat dit gespreid in de tijd kan gebeuren.

Uiterlijk op 1 januari 1997 dient, wat betreft het gedeelte van het inkomen zoals bepaald in artikel 2, punt a het minimum bruto-uurloon, in de 38 urenweek, gebracht te worden op 206,44 F, dit is 80 pct. van het gewaarborgd minimum maandinkomen op 1 mei 1996 voor een werknemer van 21 jaar en ouder, zonder anciënniteit (42.493 F bruto/maand), op basis van 38 uren per week, zonder automatische perikwatie van de lonen.

Indien vóór januari 1997 financiële middelen ter beschikking zouden gesteld worden, dan dient de toepassingsdatum te gebeuren na overleg en advies van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen.

De verdere uitvoering zal het onderwerp uitmaken van besprekingen tussen het paritair comité en de betrokken overheden, na evaluatie van de eerste fase.

Art. 4.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om uiterlijk tegen 30 juni 1998 een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten die het moet mogelijk maken op een objectieve manier de beroepsgeschiktheid van de werknemers vast te stellen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal onder meer de criteria, organen en procedures vastleggen, en aandacht hebben voor de waarborg van tewerkstelling van werknemers met de zwaarste handicap.

Art. 5.Binnen dezelfde termijn zal verder gewerkt worden aan de opstelling van een functieclassificatie.

Art. 6.Gelijklopend met het overleg in het paritair comité, zal er overleg gebeuren met de betrokken overheden en regionale fondsen, teneinde de uitvoeringsmodaliteiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst uit te werken en op elkaar af te stemmen. Dit overleg moet gericht zijn op een eenvormige toepassing in alle gewesten en gemeenschappen.

Het paritair comité gelast hierbij zijn voorzitterschap om de werkzaamheden met de interdepartementale werkgroep verder te zetten.

Art. 7.De werkgevers verbinden er zich toe tijdens de loop van deze overeenkomst niet over te gaan tot afdankingen die het gevolg zouden kunnen zijn van de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst gedurende zijn looptijd. Iedere afdanking, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.10 van 8 mei 1973, afgesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad betreffende het collectief ontslag, zal voorafgaandelijk gemeld worden aan de Voorzitter van het paritair comité, die het voor advies zal voorleggen.

Art. 8.In ieder geval zal er jaarlijks, en ten laatste op 30 juni van elk jaar, een evaluatie gebeuren van de globale evolutie van de tewerkstelling in het algemeen, en van de specifieke groepen in het bijzonder.

Art. 9.De werknemersorganisaties verbinden er zich toe tijdens de loop van deze overeenkomst geen vorderingen in te dienen bij de bevoegde rechtbanken teneinde de integrale toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43p te eisen.

Art. 10.De partijen gaan akkoord om aan hun vertegenwoordigers in de Nationale Arbeidsraad opdracht te geven de collectieve arbeidsovereenkomst nr 43 in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de artikelen 2 en 3, tweede lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 11.De partijen bevelen hun leden aan om de sociale vrede in de beschutte werkplaatsen te bevorderen.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Hij vangt aan op de dag van de ondertekening en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^