23 JUNI 1997. Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van de ambtenaren van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 37°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 april 1995 en 39°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksambtenaren;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen titularis kunnen zijn;

Gelet op het advies van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 december 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 12 december 1996;

Gelet op het protocol van 26 maart 1997 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd binnen het Sectorcomité XII - Sociale zaken worden vermeld;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De ambtenaren die op 1 januari 1994 titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad vermeld in de bijlage III van het koninklijk besluit betreffende de hiërarische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Controledienst voor de ziekenfondsen titularis kunnen zijn en die in de linkerkolom zijn vermeld, worden van ambstwege benoemd in één van de gemene graden vermeld in de rechterkolom : - Hoofd van de huishoudelijke dienst - Klerk - Geschoold werkman B- Geschoold werkman § 2. De ambtenaren die krachtens § 1, benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar die in de graad van klerk (rang 30) wordt benoemd en voordien bekleed was met de geschrapte graad van hoofd van de huishoudelijke dienst, worden de diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 35, 34, 32 en 30, geacht verricht te zijn in de graad van rang 30. § 4. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 12, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, worden de ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een geschrapte graad vermeld in de linkerkolom, van ambtswege benoemd in de bijzondere opgerichte graad die voorkomt in de rechterkolom : - Adjunct-inspecteur 2e klasse- Financieel controleur § 2. De ambtenaren die krachtens § 1, benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 20, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, wordt de ambtenaar die krachtens artikel 74ter van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen de leiding heeft van de boekhoudkundige, financiële en actuariële dienst en die bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis is van de graad van inspecteur-generaal (rang 15) van ambtswege benoemd in de bijzondere graad van financieel inspecteur-generaal (rang 15). § 2. In afwijking van artikel 20, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, worden de ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een geschrapte graad vermeld in de linkerkolom van ambtswege benoemd in de graad vermeld in de rechterkolom : - Inspecteur- Financieel inspecteur § 3. De ambtenaren die krachtens §§ 1 en 2 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 4. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.§ 1. De ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad vermeld in de linkerkolom worden van ambtswege benoemd in de graad vermeld in de rechterkolom : - Eerste adviseur documentalist- Adviseur - Hoofdinspecteur-directeur- Financieel inspecteur- directeur - Inspecteur-directeur- Financieel inspecteur- directeur - Eerstaanwezend inspecteur- Financieel inspecteur § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar die in de graad van adviseur wordt benoemd, en welke voorheen bekleed was met de geschrapte graad van eerste adviseur documentalist, worden de diensten die gepresteerd zijn in de rang 14 geacht verricht te zijn in de graad van rang 13. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van financieel inspecteur (rang 10) worden benoemd, en welke voorheen bekleed waren met de graad van eerstaanwezend inspecteur, worden de diensten die gepresteerd zijn in de graden van rang 10, 11 en 12 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 4. De ambtenaren die krachtens § I benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 5. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die, bij de inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van een geschrapte graad vermeld in de bijlage V van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen titularis kunnen zijn en die in de linkerkolom voorkomen, worden van ambtswege benoemd in één van de bijzondere opgerichte graden vermeld in de rechterkolom : - Actuariaatsinspecteur- Actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) § 2. De ambtenaren die krachtens §1, benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.De graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving), opgericht in bijlage V van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen titularis kunnen zijn, wordt afgeschaft na toepassing van artikel 5.

Art. 7.§ 1. De graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving), opgericht in bijlage V van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen titularis kunnen zijn, kan slechts worden toegekend aan de ambtenaren die titularis zijn van de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan. § 2. In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel, kunnen zij slechts bevorderd worden wanneer zij ten minste 18 jaar graadanciënniteit in de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) hebben. § 3. De graad van actuaris kan niet worden toegekend bij wege van verandering van graad of vrijwillige mobiliteit aan de ambtenaren die titularis zijn van de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving).

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 14 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, met uitzondering van artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN