gepubliceerd op 06 april 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen voor 2005-2006
23 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen voor 2005-2006 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen voor 2005-2006.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2005 Bepaling van de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen voor 2005-2006 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2005 onder het nummer 75193/CO/210) HOOFDSTUK I. - Onderwerp
Artikel 1.Deze overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het Sectoraal Akkoord in de staalindustrie - Bedienden - 2005-2006, afgesloten op 6 juni 2005, en in uitvoering van de bepalingen betreffende de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen in afdeling 1 van hoofdstuk 2 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid (PC 210) en op de gebaremiseerde werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor bediende aan deze ondernemingen gebonden zijn. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten
Art. 3.Het sectoraal akkoord van 6 juni 2005 en de wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg voorzien de verplichting voor de werkgevers om in 2005 en 2006 een inspanning toe te staan ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen.
Art. 4.Deze inspanning moet evenwaardig zijn aan 0,10 pct. van het geheel van de bezoldigingen onderworpen aan de sociale zekerheid van het personeel onder een arbeidsovereenkomst voor bediende.
Art. 5.In toepassing van het sectoraal akkoord van 6 juni 2005 worden de concrete modaliteiten van de initiatieven ten gunste van risicogroepen vastgelegd op het niveau van de ondernemingen in akkoord met de vakbondsafvaardiging.
Art. 6.De invulling van het begrip risicogroepen moet in het ondernemingsakkoord waarvan sprake onder artikel 5 gepreciseerd worden.
Art. 7.Het ondernemingsakkoord bepaalt eveneens de weerhouden initiatieven die gekozen worden uit de hierna als voorbeeld opgesomde actiethema's : - verlenging van de initiatieven toegepast door de ondernemingsakkoorden voor de vorige jaren en de periode 2003-2004; - kwalificerende of herkwalificerende opleiding van tewerkgestelde werknemers om hun beroepskennis aan te passen of bij te scholen, om enerzijds hun jobbehoud te verstevigen en anderzijds hun tewerkstellingskansen te verbeteren; - elk ander initiatief dat aangepast is aan de specifieke toestand in elke onderneming.
Art. 8.Het ondernemingsakkoord houdt noodzakelijkerwijze een verbintenis in om aan deze initiatieven een budget te besteden dat voor 2005 en 2006 - 0,10 pct. van de bezoldigingen aangegeven bij de R.S.Z. moet bedragen.
Art. 9.De partijen verbinden zich ertoe elk jaar een evaluatieverslag en een financieel overzicht op te stellen en neer te leggen bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en dit uiterlijk tegen 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop het ondernemingsakkoord betrekking heeft.
Art. 10.Een exemplaar van de afgesloten ondernemingsakkoorden alsook van het evaluatieverslag en van het financieel overzicht worden opgestuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de staalindustrie en aan de nationale verantwoordelijken van de ondertekenende organisaties. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsduur
Art. 11.Deze overeenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur. Ze heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN