gepubliceerd op 06 april 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen
23 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005 Loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 2005 onder het nummer 74859/CO/125.02)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren, alsook op de werknemers die zij tewerkstellen.
Met "werknemers" bedoelt men : de arbeiders en arbeidsters.
Art. 2.Juridisch kader Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van zijn uitvoeringsbesluiten.
Art. 3.Voorafgaande bepaling De partijen gaan akkoord om naar een harmonisering te streven inzake de arbeids- en loonsvoorwaarden tussen de verschillende subsectoren die ressorteren onder het Paritair Comité voor de houtnijverheid, inzonderheid tussen de sector van de zagerijen en de sector van de houthandel.
Art. 4.Koopkracht De baremalonen en effectief uitbetaalde lonen worden verhoogd met 0,41 EUR als volgt : - toepassing van het bestaande indexsysteem; - ten laatste op 1 oktober 2006 zullen de partijen de loonevolutie evalueren en eventueel een correctie toepassen, zonder dat de maximale loonsverhoging (index inbegrepen) gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst 0,41 EUR mag overschrijden.
Art. 5.Sociale voordelen De sociale voordelen binnen de sector, bestaan uit het "sociaal voordeel", de syndicale premie, de vergoeding permanente vorming en de vergoeding voor bestaanszekerheid. a. Sociaal voordeel a.1. Gewoon stelsel Vanaf 1 januari 2005 wordt het sociaal voordeel verhoogd tot 5,5 pct. op de brutolonen aan 108 pct. onder de voorwaarden zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1993 betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden", algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995. a. 2.Nieuwkomers en ontslagen werknemers in de sector Aan de nieuwkomers in de sector, die nog steeds in dienst zijn op 30 november van het jaar van indiensttreding, wordt het sociaal voordeel dat hen per gepresteerde maand tussen 1 januari en 30 juni wordt toegekend, verhoogd van 57,50 EUR naar 60 EUR. Indien het arbeidscontract voor de zestiende van de maand aanvangt, wordt de maand als gepresteerd beschouwd. Indien het arbeidscontract na de vijftiende van de maand aanvangt, wordt de maand als niet gepresteerd beschouwd.
Werknemers aangesloten bij een vakbondsorganisatie, genieten bovendien van een syndicale premie van 10,67 EUR per maand.
Het sociaal voordeel toegekend aan de arbeiders die werden ontslagen tussen 1 januari en 30 juni, wordt verhoogd van 54,54 EUR tot 60 EUR per maand.
Dit voordeel wordt niet toegekend in geval van ontslag om dringende redenen of bij vrijwillig vertrek.
Werknemers aangesloten bij een vakbondsorganisatie, genieten bovendien van een syndicale premie van 10,67 EUR per maand. b. Syndicale premie De syndicale premie wordt vanaf 1 januari 2005 op 128 EUR gebracht. Dit geldt eveneens voor de bruggepensioneerden en diegenen die het aanvullend pensioen genieten. Vanaf 1 juli 2005 wordt hun syndicale premie verhoogd tot 10,67 EUR per maand. c. Permanente vorming Om de arbeiders aan te moedigen zich voortdurend bij te scholen, wordt hen per effectief gewerkte dag en per gelijkgestelde dag (ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid) een vergoeding toegekend. Vanaf 1 januari 2005 wordt de vergoeding voor de effectief gewerkte dagen gebracht op 0,65 EUR/gepresteerde dag.
Het dagelijks bedrag voor gelijkgestelde dagen (ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid) blijft behouden op 0,50 EUR. Deze vergoeding wordt samen met het sociaal voordeel uitgekeerd. d. Bestaanszekerheid De dagelijkse aanvullende vergoeding die vanuit het fonds voor bestaanszekerheid volgens de bestaande regeling wordt toegekend ingeval van ziekte en/of arbeidsongeval, blijft behouden op 4,20 EUR. De dagelijkse aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid wordt vanaf 1 januari 2005 verhoogd van 4,09 EUR naar 4,20 EUR. Vanaf 1 januari 2005, wordt de toelage aan de Nationale Federatie van de Zagerijen (NFZ) verhoogd met 0,10 pct. en bedraagt bijgevolg 0,60 pct. van de brutolonen à 108 pct.
De bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid blijft behouden op 7,525 pct. van de brutolonen à 108 pct..
Art. 6.Verplaatsingskosten De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten voor de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de werkplaats, blijft behouden op 60 pct. van de wekelijkse treinkaart, ongeacht het vervoermiddel, openbaar of privé, en dit vanaf de eerste kilometer.
De fietsvergoeding van 0,15 EUR per kilometer reële afstand (heen en terug) tussen de woon- en werkplaats, blijft eveneens behouden.
Art. 7.Risicogroepen en opleiding Inzake vorming en opleiding voor risicogroepen wordt de wettelijke voorziene bijdrage, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 27 januari 1997, namelijk 0,10 pct., gestort in het sectoraal fonds. De concrete noden van opleiding zullen onderzocht worden en een activering van de opleiding zal uitgewerkt worden. Er zal tevens een balans van de vorming en opleiding op regelmatige tijdstippen worden voorgelegd aan het paritair subcomité.
Art. 8.Tewerkstelling In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst verklaren de ondertekende partijen dat de werknemers ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet, landingsbanen, ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, tijdkrediet 1/5de, toegekend door de gewesten of de gemeenschappen, en van eventueel bijkomende maatregelen.
Art. 9.Anciënniteitspremie Aan de werknemers die 20 jaar of meer anciënniteit binnen de sector bewijzen, wordt een niet-recurrente premie toegekend van 125 EUR netto, ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid.
Deze premie zal samen met het sociaal voordeel uitgekeerd worden.
Art. 10.Tijdkrediet De partijen gaan akkoord om de modaliteiten inzake 1/5de loopbaanvermindering voor ploegenarbeiders te laten vastleggen op ondernemingsvlak.
Art. 11.Varia De partijen gaan akkoord om, via een paritaire werkgroep, de mogelijkheden tot de invoering van een tweede pensioenpijler en hospitalisatieverzekering te onderzoeken.
De conclusies van deze werkgroep dienen neergelegd te worden ten laatste voor 31 december 2005.
Alle andere bestaande regelingen blijven behouden.
Art. 12.Geldigheidsduur en slotbepalingen Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 1 januari 2007. Alle geschillen inzake de uitvoering van deze overeenkomst dienen voorgelegd te worden aan het verzoeningsbureau.
De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen nieuwe eisen te stellen inzake de inhoud van dit akkoord en de sociale vrede te bewaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN