Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2006
gepubliceerd op 06 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 augustus 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de eindejaarspremie voor de werkgevers en de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden der metaalfabrikatennijverheid van de provincies Oost- en West-Vlaanderen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012779
pub.
06/04/2006
prom.
23/01/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 augustus 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de eindejaarspremie voor de werkgevers en de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden der metaalfabrikatennijverheid van de provincies Oost- en West-Vlaanderen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 augustus 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid,, betreffende de eindejaarspremie voor de werkgevers en de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden der metaalfabrikatennijverheid van de provincies Oost- en West-Vlaanderen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 augustus 2004 Eindejaarspremie voor de werkgevers en de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden der metaalfabrikatennijverheid van de provincies Oost- en West-Vlaanderen (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2005 onder het nummer 74113/CO/209) HOOFDSTUK I. - Inleiding

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid gelegen in de provincies Oost- en West-Vlaanderen, met uitzondering van de ondernemingen gelegen in het Land van Waas. Onder "Land van Waas" wordt verstaan : Beveren-Waas, Kruibeke, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse. Onder "bedienden" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren, en evenmin op volgende ondernemingen : Volvo Cars Gent N.V./Gent en Volvo Europa Truck N.V./Oostakker.

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk VII, artikel 12 van de overeenkomst gesloten voor de werkgevers en de bedienden der metaalfabrikatennijverheid van de provincies Oost- en West-Vlaanderen van 25 september 2003 en geregistreerd op 15 maart 2004 onder nummer 70345/CO/209. HOOFDSTUK II. - Algemeen principe

Art. 3.Recht op een eindejaarspremie gelijk aan een dertiende maand Onder voorbehoud van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde voorwaarden voor het recht op de eindejaarspremie en de berekeningswijze, de toekennings- en betalingsmodaliteiten, heeft de bediende recht op een eindejaarspremie gelijk aan een dertiende maand.

Om recht te hebben op een eindejaarspremie moet de bediende in dienst zijn op 30 november van het jaar waarop de premie betrekking heeft, behalve voor de gevallen voorzien in artikel 4, § 4. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor het recht op de eindejaarspremie, berekeningswijze, toekennings- en betalingsmodaliteiten

Art. 4.§ 1. Rechthebbenden a) Voltijdse tewerkstelling (vijfdagenweek) Om recht te hebben op de uitkering van een eindejaarspremie, moet de bediende 60 arbeidsdagen effectief gepresteerd hebben gedurende de referteperiode, met uitzondering voor de gevallen voorzien in artikel 4 § 4b en artikel 4, § 4c.b) Voltijdse tewerkstelling andere dan de vijfdagenweek Om recht te hebben op de uitkering van een eindejaarspremie, moet de bediende, met uitzondering voor de gevallen voorzien in artikel 4, § 4b en artikel 4, § 4c, tijdens de referteperiode een aantal arbeidsdagen effectief presteren, gelijk aan het resultaat van de volgende bewerking : 60 x aantal arbeidsdagen/week/5 Voorbeeld : een bediende werkt voltijds in een weekendploeg op zaterdag en zondag.Hij moet een aantal arbeidsdagen bewijzen op basis van de volgende formule : 60 x 2/5 = 24 arbeidsdagen c) deeltijdse tewerkstelling (met vast of variabel uurrooster) Om recht te hebben op de uitkering van een eindejaarspremie moet de bediende tijdens de referteperiode een aantal arbeidsuren presteren, gelijk aan een pro rata van het aantal arbeidsuren te presteren door een voltijder gedurende 60 arbeidsdagen en dit verhoudingsgewijze naar zijn deeltijdse tewerkstelling. Voorbeeld : een bediende werkt 20 uren per week. Een voltijder werkt 38 uren per week. Een voltijder werkt op 60 arbeidsdagen 456 uren. De deeltijdse bediende moet een aantal arbeidsuren bewijzen op basis van de volgende formule : 20 x 456/38 = 240 uren § 2. Berekeningsbasis van de eindejaarspremie De eindejaarspremie zoals bepaald in artikel 3 is gelijk aan de individuele brutomaandwedde van de maand juli van de referteperiode aan 100 pct., dit betekent de individuele brutomaandwedde zonder enige mogelijke toeslag. § 3. Referteperiode Deze loopt van 1 december van het voorgaande jaar tot en met 30 november van het jaar waarop de eindejaarspremie betrekking heeft. § 4. Pro rata uitbetalingen Onverminderd de in artikel 4 § 1 voorziene effectieve prestaties, wordt : a) bij afdanking door de werkgever, behalve om zwaarwichtige redenen, in de loop van het refertejaar, 1/12de van de eindejaarspremie betaald per gepresteerde maand in de referteperiode;b) ingeval van wettelijk en brugpensioen in de loop van de referteperiode 1/12e van de eindejaarspremie betaald per gepresteerde maand in de referteperiode;c) ingeval van overlijden in de loop van de referteperiode 1/12e van de eindejaarspremie betaald per gepresteerde maand in de referteperiode;d) ingeval van indiensttreding in de loop van de referteperiode 1/12e van de eindejaarspremie betaald per gepresteerde maand in de referteperiode;e) voor de bedienden met een contract van bepaalde duur in de loop van de referteperiode 1/12e betaald van de eindejaarspremie per gepresteerde maand in de referteperiode. § 5. Gelijkstellingen Onverminderd de in artikel 4, § 1 voorziene prestaties worden volgende periodes van afwezigheid gelijkgesteld met effectieve prestaties voor wat de berekening betreft van de eindejaarspremie : a) de dagen van arbeidsongeval;b) de dagen ziekte en ongeval van gemeen recht : gelijkstelling van de eerste twee periodes van afwezigheid gedurende de referteperiode waarvoor gewaarborgd maandloon werd betaald (de vereiste van betaling van gewaarborgd maandloon geldt niet ingeval van zwangerschapsverlof) met een maximum duur van 6 maanden;c) de dagen klein verlet;d) de wettelijke betaalde feestdagen;e) de jaarlijkse vakantiedagen. § 6. Niet-gelijkgestelde dagen De eindejaarspremie wordt per niet-gelijkgestelde dag verminderd met 1/261e van het brutobedrag van de premie. § 7. Uitbetalingsdatum van de eindejaarspremie De eindejaarspremie wordt betaald uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het jaar waarop de premie betrekking heeft, voor zover de bediende in dienst is op 30 november van de referteperiode. § 8. Bestaande gebruiken en overeenkomsten De in de ondernemingen bestaande overeenkomsten en gebruiken, met betrekking tot de berekeningswijze en de toekennings- en betalingsmodaliteiten van de eindejaarspremie, die reeds vóór de ondertekening van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven onverminderd van toepassing zelfs indien deze gebruiken en overeenkomsten minder gunstig zijn dan de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De in de ondernemingen bestaande overeenkomsten en gebruiken, met betrekking tot de hoogte/het bedrag van de eindejaarspremie (uren, percentages, enz.) die gunstiger zijn dan de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van toepassing. § 9. Afwijking Ondernemingen in ernstige economische en/of financiële moeilijkheden kunnen afwijkingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedingen mits het bekomen van een bedrijfsovereenkomst die nadien bekrachtigd wordt door het bevoegd paritair comité. HOOFDSTUK IV. - Duur

Art. 5.Deze overeenkomst is van onbepaalde duur. Zij kan nochtans door één van de ondertekenende partijen opgezegd worden met een opzegtermijn van 6 maanden door middel van een aangetekende brief te richten aan de andere partij. Zij kan niet opgezegd worden vóór 31 december 2004. HOOFDSTUK V. - Opzegging

Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst eindejaarspremie voor de provincies Oost- en West-Vlaanderen van 28 februari 1989, geregistreerd onder het nummer 23714/CO/209 wordt opgeheven vanaf de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal neergelegd worden in het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid en bekrachtigd bij koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^