Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2002
gepubliceerd op 17 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012176
pub.
17/04/2002
prom.
23/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/23/2002012176/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58390/CO/105) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Onder « werklieden » wordt verstaan : de werklieden en de werksters.

Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de werklieden en bijgevolg van de ondernemingen.

De sector bevestigt in een zesjarenplan, reeds aangevat met het sectoraal akkoord 1999-2000, haar bijdrage te leveren in de globale interprofessionele doelstelling. De ondernemingen van de sector worden daarom op hun beurt gevraagd op een voluntaristische wijze te onderzoeken en te bepalen op welke manier zij hieraan hun bijdrage kunnen leveren.

De ondernemingen stellen een jaarlijks bedrijfsopleidingsplan op vóór 31 mei 2001 respectievelijk 31 januari 2002.

In de bedrijfsopleidingsplannen wordt rekening gehouden met de inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, wordt ook « on-the-job-training » gevaloriseerd, en wordt zoveel mogelijk aandacht geschonken aan alle werkliedencategorieën.

In dit verband wordt de ondernemingsraad, in toepassing van haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 1972, eveneens geraadpleegd. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt de vakbondsafvaardiging geraadpleegd. Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt het bedrijfsopleidingsplan voorgelegd aan het paritair comité.

Indien de onderneming geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld of indien de raadpleging van de ondernemingsraad, bij ontstentenis de syndicale afvaardiging en bij ontstentenis het paritair comité, niet heeft plaatsgehad, kan de onderneming niet genieten van de financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001 betreffende de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen.

Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van werkgever als van werknemer.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Zij vervangt de bepalingen van artikel 53 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het sectoraal akkoord 2001 -2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^