gepubliceerd op 09 mei 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten"
23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten".
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2001 Wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten" (Overeenkomst geregistreerd op 7 mei 2001 onder het nummer 57080/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer te land alsook op hun werklieden.
Met subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer te land wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en waarvan de activiteit bestaat uit : - ongeregeld vervoer, pendelvervoer en internationaal geregeld vervoer; - geregeld vervoer; - bijzonder geregeld vervoer; - pendeldiensten naar luchthavens, havens, enz. door middel van voertuigen met minder dan 9 plaatsen; - verhuur met chauffeur van voertuigen met meer dan 9 plaatsen; - personenvervoer verricht door een persoon die geen houder is van een vergunning voor uitbating van een taxionderneming en die geen dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitmaakt volgens de wetgeving van toepassing in het Gewest van de zetel van de onderneming.
Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Wijziging artikel 17 van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten"
Art. 2.Artikel 17 van de statuten vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genoemd "Sociaal Fonds voor de werklieden van de openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 juli 1971, in de laatste plaats gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, geregistreerd onder het nummer 53095/CO/140.01.02.03, wordt als volgt gewijzigd : «
Art. 17.De bijdrage van de werkgevers is vastgesteld op 4,7 pct. van de bruto loonmassa van de werklieden vanaf 1 januari 2001.
Een bedrag gelijk aan 0,5 pct. binnenin deze bijdrage is voorbehouden voor de financiering van initiatieven ten gunste van de risicogroepen. » HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX