Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2001
gepubliceerd op 27 februari 2001

Koninklijk Besluit houdende vaststelling van de "en route"-luchtvaartheffingen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2001014032
pub.
27/02/2001
prom.
23/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/23/2001014032/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2001. - Koninklijk Besluit houdende vaststelling van de "en route"-luchtvaartheffingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart "Eurocontrol", opgemaakt te Brussel op 13 december 1960, goedgekeurd door de wet van 12 maart 1962 en het Protocol tot wijziging ervan, opgemaakt te Brussel op 12 februari 1981, goedgekeurd door de wet van 16 november 1984;

Gelet op de Multilaterale Overeenkomst betreffende "en route"-heffingen, opgemaakt te Brussel op 12 februari 1981 en goedgekeurd door de wet van 16 november 1984;

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1985 houdende vaststelling van de "en route"-luchtvaartheffingen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 september 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de noodzaak om onverwijld de beslissingen nrs. 43 tot en met 60 van de Uitgebreide Commissie van Eurocontrol inzake de bepaling van de tarieven per eenheid voor de tijdvakken aanvangend op 1 januari 1998, 1 januari 1999 en 1 januari 2000 in toepassing te brengen, alsmede de Toepassingsvoorschriften van het systeem van en route-heffingen en Bijlagen, aangezien de opbrengst van deze heffingen bijdraagt tot de terugbetaling van de door de Regie der Luchtwegen en Belgocontrol gedane kosten;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - "Eurocontrol", de Europese organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart gesticht door het internationaal verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart, opgemaakt te Brussel op 13 december 1960, gewijzigd door het protocol opgemaakt te Brussel op 12 februari 1981; - "Overeenkomstsluitende Staat", een Staat die partij is bij de Multilaterale Overeenkomst betreffende "en route"-heffingen opgemaakt te Brussel op 12 februari 1981; - "heffing", de vergoeding van de kosten voor de installaties en diensten voor het "en route"-luchtverkeer en de werking van het "en route"-heffingensysteem.

Art. 2.Eurocontrol is ermee belast namens de Belgische Staat de "en route"-heffingen te innen en de invordering ervan te vervolgen.

De "en route"-heffingen worden geïnd overeenkomstig de Toepassings-voorschriften van het Eurocontrolsysteem van "en route"-heffingen en zijn bijlagen.

Bijlage B van dit besluit herneemt de verschillen, in werking van 1 januari tot 31 december 1999, met Bijlage A van dit besluit houdende de Toepassingsvoorschriften en zijn bijlagen. Bijlage C van dit besluit herneemt de verschillen, in werking van 1 januari tot 31 december 1998, met Bijlage B van dit besluit houdende verschillen, in werking van 1 januari tot 31 december 1999, met Bijlage A van dit besluit.

Art. 3.Het tarief per eenheid van de heffing bedraagt voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 1998 78,46 ecu's uitgaande van een wisselkoers van 40,46577 Belgische frank voor 1 ecu, voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 1999 74,87 ecu's uitgaande van een wisselkoers van 40,54495 Belgische frank voor 1 ecu en voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 2000 59,82 euro uitgaande van een wisselkoers van 40,3399 Belgische frank voor 1 euro.

Art. 4.De interest bij te late betaling bedraagt op jaarbasis voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 1998 7,73 %, voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 1999 6,75 % en voor het tijdvak aanvangend op 1 januari 2000 7,82 %.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 16 december 1985 houdende vaststelling van de "en route"-luchtvaartheffingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 9 december 1986, 11 december 1987, 15 december 1988, 24 maart 1989, 22 december 1989, 31december 1990, 24 december 1991, 27 augustus 1992, 27 augustus 1993, 9 februari 1994, 5 juli 1994, 23 januari 1995, 14 september 1995, 15 september 1995, 8 januari 1996, 28 maart 1996, 7 oktober 1996 en 18 september 1997 wordt opgeheven.

Art. 6.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Bijlage A houdende toepassingsvoorschriften voor het systeem van "en route"-heffingen

Artikel 1.1. Voor elke vlucht die volgens de instrumentvliegvoorschriften (IFR-vlucht) overeenkomstig de procedures ter uitvoering van de Normen en Aanbevolen werkwijzen van de Internationale Burgerlijke Luchtvaart-organisatie wordt uitgevoerd in het luchtruim van de onder de bevoegdheid der Overeenkomstsluitende Staten vallende vluchtinformatiegebieden zoals vermeld in Bijlage 1, wordt een heffing geïnd. Voorts kan een Overeenkomstsluitende Staat besluiten dat in de onder zijn bevoegdheid vallende vluchtinformatiegebieden een heffing wordt geïnd voor elke overeenkomstig de zichtvliegvoorschriften uitgevoerde vlucht (VFR-vlucht). In de onder de bevoegdheid van een bepaalde Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vluchtinformatiegebieden worden deels volgens de zichtvliegvoorschriften en deels volgens de instrumentvliegvoorschriften uitgevoerde vluchten (gemengde VFR/IFR-vluchten) voor de gehele binnen genoemde vluchtinformatiegebieden gevlogen afstand onderworpen aan in die Staat voor IFR-vluchten geïnde heffingen. 2. De heffing vormt de vergoeding van de kosten welke door de Overeenkomstsluitende Staten voor de installaties en diensten voor het "en route"-luchtverkeer en de exploitatie van het systeem van "en route"-heffingen zijn gemaakt, alsmede van de door EUROCONTROL voor de werking van het systeem gemaakte kosten.3. De heffingen die ontstaan zijn in het luchtruim van de onder de bevoegdheid van een Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vluchtinformatiegebieden kunnen onderworpen worden aan belasting op de toegevoegde waarde (BTW).EUROCONTROL kan in dat geval bedoelde belasting innen onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten overeengekomen met de betrokken Staat. 4. De heffing is verschuldigd door de persoon die het luchtvaartuig exploiteerde op het tijdstip waarop de vlucht werd uitgevoerd.Indien de identiteit van de exploitant niet bekend is, wordt de eigenaar van het luchtvaartuig geacht de exploitant te zijn tenzij hij aantoont welke andere persoon de exploitant was.

Art. 2.Voor elke vlucht waarbij het luchtruim in de onder de bevoegdheid van verschillende Overeenkomstsluitende Staten ressorterende vluchtinformatiegebieden wordt binnengevlogen, wordt een enkele heffing (R) geïnd gelijk aan de som van de heffingen die met betrekking tot die vlucht ontstaan in het luchtruim van de onder de bevoegdheid van elke Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vluchtinformatiegebieden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De afzonderlijke heffing (ri) voor de vluchten in het onder de bevoegdheid van een Overeenkomstsluitende Staat ressorterend luchtruim wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.

Art. 3.Voor het luchtruim in de onder de bevoegdheid van een Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vlucht-informatiegebieden (i) wordt de heffing per vlucht berekend volgens de formule : ri = ti x Ni waarin (ri) de heffing is, (ti) het tarief per eenheid van de heffing en (Ni) het aantal met bovendoelde vlucht overeenkomende heffingseenheden.De tarieven per eenheid van heffing kunnen, waar dienstig afzonderlijk voor VFR- en IFR-vluchten vastgesteld worden.

Art. 4.Het in het voorgaande artikel bedoelde en als (Ni) aangeduide aantal heffingseenheden voor een bepaalde vlucht wordt verkregen met behulp van de formule : Ni = di x p waarin de factor (di) de afstand vertegenwoordigt overeenkomend met het luchtruim van de onder de bevoegdheid van de Overeenkomstsluitende Staat (i) ressorterende vluchtinformatiegebieden en de factor (p) het gewicht van het betrokken luchtvaartuig voorstelt.

Art. 5.1. De afstandsfactor (di) is gelijk aan het door honderd (100) gedeelde aantal kilometers langs grootcirkels tussen : - het luchtvaartterrein van vertrek gelegen in het luchtruim van de onder de bevoegdheid van een Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vluchtinformatiegebieden (i) of het punt waarop dit luchtruim wordt binnengevlogen, en - het luchtvaartterrein van eerste bestemming dat gelegen is in het genoemde luchtruim, of het punt waarop dit luchtruim wordt verlaten.

De punten waarop het luchtruim wordt binnengevlogen of verlaten zijn de punten waarop de in het vliegplan beschreven route de zijdelingse begrenzingen van het bovengenoemde luchtruim snijdt. In dit vliegplan zijn alle door de exploitant aan het oorspronkelijk ingediende vliegplan aangebrachte wijzigingen verwerkt, evenals alle door de exploitant goedgekeurde wijzigingen die voortvloeien uit maatregelen voor het beheer van luchtverkeersstromen. 2. Voor vluchten welke zonder tussenlanding eindigen op het luchtvaartterrein van vertrek (rondvluchten) en waarvoor het verste punt vanaf het luchtvaartterrein in een vluchtinformatiegebied van een Overeenkomstsluitende Staat (i) is gelegen, wordt de afstandsfactor (di) verkregen door deling door honderd (100) van het aantal kilometers langs grootcirkels tussen : - het luchtvaartterrein in het luchtruim van de vluchtinformatiegebieden ressorterend onder de bevoegdheid van de Overeenkomstsluitende Staat (i) of het punt waarop bedoeld luchtruim wordt binnengevlogen en - het punt dat het verst van het luchtvaartterrein is verwijderd vermeerderd met het aantal kilometers langs grootcirkels tussen : - het verst van het luchtvaartterrein verwijderde punt en - het luchtvaartterrein binnen dat luchtruim, dan wel het punt waarop bedoeld luchtruim wordt verlaten.3. Bij elke start of landing op het grondgebied van een Overeenkomst-sluitende Staat wordt de in aanmerking te nemen afstand met twintig (20) kilometer verminderd.

Art. 6.1. De factor gewicht is gelijk aan de vierkantswortel van het quotiënt dat wordt verkregen door het maximaal toegelaten startgewicht van het luchtvaartuig, uitgedrukt in metrieke tonnen, volgens het bewijs van luchtwaardigheid van het luchtvaartuig, het vliegerhandboek of elk ander gelijkwaardig officieel document, te delen door vijftig (50), als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien het maximum toegelaten startgewicht van het luchtvaartuig niet bekend is bij de voor de inning van de heffing verantwoordelijke instanties, zal de faktor gewicht berekend worden op basis van het gewicht van de zwaarst bekende uitvoering van het onderhavige type. 2. Indien voor een luchtvaartuig verschillende maximum toegelaten startgewichten bestaan, wordt de factor gewicht vastgesteld op basis van het hoogst toegelaten maximum startgewicht dat door de Staat waar het is geregistreerd is toegestaan.3. Indien een exploitant echter de voor de inning van de heffing verantwoordelijke instanties heeft medegedeeld dat de vloot waarover hij beschikt twee of meer luchtvaartuigen omvat die verschillende uitvoeringen zijn van een zelfde type, dient het gemiddelde van de maximale startgewichten van al zijn luchtvaartuigen van dat type als grondslag voor de berekening van de factor gewicht voor elk luchtvaartuig van dat type.De berekening van deze factor per type luchtvaartuig en per exploitant vindt ten minste ieder jaar plaats. 4. Voor de berekening van de heffing wordt de factor gewicht uitgedrukt in een getal met twee decimalen.

Art. 7.1. Het tarief per eenheid van heffing wordt vastgesteld in euro. 2. Tenzij door de betrokken Staat anders wordt besloten, wordt het tarief per eenheid van heffing voor een Overeenkomstsluitende Staat wiens nationale valuta niet de euro is, maandelijks herberekend door gebruikmaking van de gemiddelde maandelijkse wisselkoers van de euro ten opzichte van de nationale valuta voor de maand voorafgaand aan die gedurende welke de vlucht plaats vindt.De gebezigde wisselkoersen zijn het maandelijks gemiddelde van de "Closing Cross Rates" zoals door Reuters berekend op basis van de dagelijkse "BID"-koersen.

Art. 8.1. De volgende vluchten zijn van betaling van heffing vrijgesteld : a. gemengde VFR/IFR-vluchten worden slechts vrijgesteld in het luchtruim van de onder de bevoegdheid van de Overeenkomst-sluitende Staat of Staten ressorterende vluchtinformatiegebieden waar uitsluitend volgens VFR wordt gevlogen en waar geen heffing voor VFR-vluchten wordt opgelegd;b. vluchten welke worden uitgevoerd door luchtvaartuigen waarvan het maximaal toegelaten startgewicht minder dan twee (2) metrieke tonnen bedraagt;c. vluchten welke uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op officiële dienstreis van regerende vorsten en zijn/haar naaste familieleden, staatshoofden, regeringsleiders en ministers.In alle gevallen dienen deze vluchten gerechtvaardigd te worden door de vermelding van hun bijzondere aard op het vliegplan; d. door een bevoegd SAR-orgaan toegestane opsporings- en reddingsvluchten.2. Wat betreft de onder zijn bevoegdheid vallende vluchtinformatiegebieden kan een Staat bovendien besluiten de volgende vluchten niet aan heffing te onderwerpen : a.militaire vluchten van enige Staat; b. opleidingsvluchten welke uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het verkrijgen van een vliegbrevet of van een aantekening voor stuurhutpersoneel, en wanneer dit gestaafd is door een desbetreffende opmerking in het vliegplan.De vluchten mogen uitsluitend in het luchtruim van de betrokken Staat uitgevoerd worden. De vluchten mogen niet dienen voor vervoer van passagiers en/of vracht noch voor positiebepaling of transporteren van het vliegtuig; c. vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd ter controle of beproeving van uitrustingen die als grondhulpnavigatiemiddelen gebruikt worden of daartoe bestemd zijn, met uitsluiting van positioneringsvluchten door het betrokken luchtvaartuig;d. vluchten welke zonder enige tussenlanding eindigen op het luchtvaartterrein vanwaar het vliegtuig is opgestegen (rondvluchten).

Art. 9.Het bedrag van de heffing is betaalbaar op de zetel van EUROCONTROL, overeenkomstig de in Bijlage 2 vervatte betalingsvoorwaarden. Als rekenmunt wordt de euro gebruikt.

Art. 10.De toepassingsvoorschriften voor het Systeem van "en route"-heffingen en de tarieven per eenheid worden door de Overeenkomstsluitende Staten gepubliceerd.

Bijlage 1 Vluchtinformatiegebieden Overeenkomstsluitende Staten Bondsrepubliek Duitsland Hoger Vluchtinformatiegebied Berlin Hoger Vluchtinformatiegebied Hannover Hoger Vluchtinformatiegebied Rhein Vluchtinformatiegebied Bremen Vluchtinformatiegebied Düsseldorf Vluchtinformatiegebied Frankfurt Vluchtinformatiegebied München Vluchtinformatiegebied Berlin Republiek Oostenrijk Vluchtinformatiegebied Wien Koninkrijk België - Groothertogdom Luxemburg Hoger Vluchtinformatiegebied Brussel Vluchtinformatiegebied Brussel Republiek Bulgarije Vluchtinformatiegebied Sofia Vluchtinformatiegebied Varna Republiek Cyprus Vluchtinformatiegebied Nicosia Republiek Kroatië Vluchtinformatiegebied Zagreb Hoger Vluchtinformatiegebied Zagreb Koninkrijk Denemarken Vluchtinformatiegebied Kobenhavn Koninkrijk Spanje Hoger Vluchtinformatiegebied Madrid Vluchtinformatiegebied Madrid Hoger Vluchtinformatiegebied Barcelona Vluchtinformatiegebied Barcelona Hoger Vluchtinformatiegebied Islas Canarias Vluchtinformatiegebied Islas Canarias Franse Republiek Hoger Vluchtinformatiegebied France Vluchtinformatiegebied Paris Vluchtinformatiegebied Brest Vluchtinformatiegebied Bordeaux Vluchtinformatiegebied Marseille Vluchtinformatiegebied Reims Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland Hoger Vluchtinformatiegebied Scottish Vluchtinformatiegebied Scottish Hoger Vluchtinformatiegebied London Vluchtinformatiegebied London Griekse Republiek Hoger Vluchtinformatiegebied Athinai Vluchtinformatiegebied Athinai Republiek Hongarije Vluchtinformatiegebied Budapest Ierland Hoger Vluchtinformatiegebied Shannon Vluchtinformatiegebied Shannon Atlantisch overgangsgebied Shannon begrensd door de volgende coördinaten : 51° Noord 15° West, 51° Noord 8° West, 48° 30' Noord 8° West, 49° Noord 15° West, 51° Noord 15° West op vluchtniveau 55 en daarboven Italiaanse Republiek Hoger Vluchtinformatiegebied Milano Vluchtinformatiegebied Milano Hoger Vluchtinformatiegebied Roma Vluchtinformatiegebied Roma Hoger Vluchtinlichtingen Brindisi Vluchtinformatiegebied Brindisi De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië Vluchtinformatiegebied Skopje Republiek Malta Vluchtinformatiegebied Malta Vorstendom Monaco p.m. (Vluchtinformatiegebied Marseille) Koninkrijk Noorwegen Hoger Vluchtinformatiegebied Oslo Hoger Vluchtinformatiegebied Stavanger Hoger Vluchtinformatiegebied Trondheim Hoger Vluchtinformatiegebied Bodo Vluchtinformatiegebied Oslo Vluchtinformatiegebied Stavanger Vluchtinformatiegebied Trondheim Vluchtinformatiegebied Bodo Atlantisch Vluchtinformatiegebied Bodo Koninkrijk der Nederlanden Vluchtinformatiegebied Amsterdam Portugese Republiek Hoger vluchtinformatiegebied Lisboa Vluchtinformatiegebied Lisboa Vluchtinformatiegebied Santa Maria Roemenië Vluchtinformatiegebied Bucharest Slowaakse Republiek Vluchtinformatiegebied Bratislava Republiek Slovenië Vluchtinformatiegebied Ljubljana Koninkrijk Zweden Hoger Vluchtinformatiegebied Malmö Hoger Vluchtinformatiegebied Stockholm Hoger Vluchtinlichtingen Sundsvall Vluchtinformatiegebied Malmö Vluchtinformatiegebied Stockholm Vluchtinformatiegebied Sundsvall Zwitserse Bondsstaat Hoger Vluchtinformatiegebied Zwitserland Vluchtinformatiegebied Zwitserland Tsjechische Republiek Vluchtinformatiegebied Praha Republiek Turkije Vluchtinformatiegebied Ankara Vluchtinformatiegebied Istanbul

Bijlage 2 Betalingsvoorwaarden CLAUSULE 1 1. De in rekening gebrachte bedragen zijn betaalbaar op de Zetel van EUROCONTROL te Brussel.2. EUROCONTROL zal niettemin betaling op haar rekeningen bij een door de bevoegde organen van het systeem van "en route"-heffingen aangewezen bankinstellingen in een Overeenkomstsluitende Staat of andere Staat als deugdelijke kwijting beschouwen.3. Het bedrag van de heffing is verschuldigd op de datum waarop de vlucht geschiedt.De uiterste valutadatum waarop de betaling door EUROCONTROL moet zijn ontvangen wordt op de factuur vermeld en is 30 dagen na de factuurdatum.

CLAUSULE 2 1. Behoudens het geval voorzien in onderstaand lid 2 dienen de bedragen van de heffing te worden voldaan in euro.2. Gebruikers die onderdaan zijn van een Overeenkomstsluitende Staat kunnen, ingeval de betaling geschiedt aan de in hun Staat aangewezen bankinstelling, de hun aangerekende heffingen in nationale converteerbare valuta voldoen.3. Indien gebruik wordt gemaakt van de in het voorgaande lid bedoelde faciliteit, worden de euro-bedragen in nationale valuta omgerekend tegen de dagkoers welke op de valutadatum en plaats van betaling voor handelstransacties geldt. CLAUSULE 3 De betaling wordt geacht door EUROCONTROL te zijn ontvangen op de valutadatum waarop het verschuldigde bedrag op een daartoe door EUROCONTROL aangeduide bankrekening werd gecrediteerd. De valutadatum is de datum waarop EUROCONTROL de fondsen kan gebruiken.

CLAUSULE 4 1. Bij de betalingen dienen de referenties, data en bedragen in euro van de betaalde rekeningen en de afgetrokken creditnota's vermeld te worden.De factuurbedragen in euro moeten eveneens vermeld worden door de gebruikers die zich van de mogelijkheid tot betaling in nationale valuta bedienen. 2. Wanneer een betaling niet van de in het bovenstaande lid 1 genoemde aanduidingen vergezeld gaat, kan EUROCONTROL haar met het oog op de toerekening aan één of meer bepaalde facturen bestemmen voor : - ten eerste de interesten en vervolgens - de oudste van de onbetaalde rekeningen. CLAUSULE 5 1. Elke klacht inzake een rekening dient schriftelijk of via een voorafgaandelijk door EUROCONTROL goedgekeurde elektronische weg aan EUROCONTROL te worden gericht.De uiterste datum waarop klachten door EUROCONTROL moeten zijn ontvangen is vastgesteld op 60 dagen na factuurdatum en wordt op de rekening vermeld. 2. Als datum van indiening van de klachten geldt de datum waarop zij door EUROCONTROL worden ontvangen.3. De klachten, waarvan het onderwerp duidelijk moet worden uiteengezet, dienen vergezeld te gaan van relevante bewijsstukken.4. Een gebruiker wordt door indiening van een klacht niet gemachtigd om het betwiste bedrag in mindering op de desbetreffende rekening te brengen tenzij EUROCONTROL machtiging hiertoe heeft verleend.5. Ingeval EUROCONTROL en een gebruiker wederzijds schuldenaar en schuldeiser zouden zijn, vindt zonder voorafgaande instemming van EUROCONTROL geen schuldvergelijking plaats. CLAUSULE 6 1. Elke heffing die op de vervaldag niet is voldaan wordt verhoogd met een interest tegen een door de bevoegde organen vastgestelde en door de Overeenkomstsluitende Staten bekendgemaakte rentevoet, overeenkomstig artikel 10 van de Toepassingsvoorschriften.De nalatigheidsinterest genoemde interest is de eenvoudige interest die dagelijks op het openstaande bedrag wordt berekend. 2. De interest wordt berekend en gefactureerd in euro. CLAUSULE 7 Wanneer de schuldenaar het te betalen bedrag niet heeft voldaan, kan dit in rechte worden ingevorderd.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Bijlage B houdende verschillen, in werking van 1 januari tot 31 december 1999, met Bijlage A van dit besluit 1. Artikel 5.2. van de Toepassings-voorwaarden vermeld in Bijlage A tot dit besluit werd vervangen als volgt : «

Art. 5.2. Bij elke start of landing op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Staat wordt de in aanmerking te nemen afstand met twintig (20) kilometer verminderd ». 2. Artikel 6.2. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : «

Art. 6.2. Indien een exploitant echter de voor de inning van de heffing verantwoordelijke instanties heeft medegedeeld dat de vloot waarover hij beschikt twee of meer luchtvaartuigen omvat die verschillende uitvoeringen zijn van een zelfde type, dient het gemiddelde van de maximale startgewichten van al zijn luchtvaartuigen van dat type als grondslag voor de berekening van de factor gewicht voor elk luchtvaartuig van dat type. De berekening van deze factor per type luchtvaartuig en per exploitant vindt ten minste ieder jaar plaats. » 3. Artikel 6.3. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 6.3. Voor de berekening van de heffing wordt de factor gewicht uitgedrukt in een getal met twee decimalen. » 4. Artikel 8.1.b., c. en d. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 8.1.b. vluchten welke zonder enige tussenlanding eindigen op het luchtvaartterrein vanwaar het luchtvaartuig is opgestegen (rondvluchten); c. vluchten welke worden uitgevoerd door luchtvaartuigen waarvan het maximaal toegelaten startgewicht minder dan twee (2) metrieke tonnen bedraagt;d. vluchten welke uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op officiële dienstreis van regerende vorsten en zijn/haar naaste familieleden, staatshoofden, regeringsleiders en ministers.In alle gevallen dienen deze vluchten gerechtvaardigd te worden door de vermelding van hun bijzondere aard op het vliegplan; e. door een bevoegd SAR-orgaan toegestane opsporings- en reddingsvluchten.» 5. Artikel 8.2.c. en d. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 8.2.c. vluchten welke uitsluitend worden uitgevoerd voor het controleren of beproeven van uitrustingen die op de grond als navigatiehulpmiddelen gebruikt worden of moeten dienen. » Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Bijlage C houdende verschillen, in werking van 1 januari tot 31 december 1998, met Bijlage B van dit besluit 1. Artikel 5 van de Toepassingsvoorwaarden vermeld in Bijlage A tot dit besluit werd vervangen als volgt : « Art.5. 1. De afstandsfactor (di) is gelijk aan het door honderd (100) gedeelde aantal kilometers langs grootcirkels tussen : - het luchtvaartterrein van vertrek gelegen in het luchtruim van de onder de bevoegdheid van een Overeenkomstsluitende Staat ressorterende vluchtinformatiegebieden (i) of het punt waarop dit luchtruim wordt binnengevlogen, en - het luchtvaartterrein van eerste bestemming dat gelegen is in het genoemde luchtruim, of het punt waarop dit luchtruim wordt verlaten. De punten waarop het luchtruim wordt binnengevlogen of verlaten zijn de punten waarop de in het vliegplan beschreven route de zijdelingse begrenzingen van het bovengenoemde luchtruim snijdt. In dit vliegplan zijn alle door de exploitant aan het oorspronkelijk ingediende vliegplan aangebrachte wijzigingen verwerkt, evenals alle door de exploitant goedgekeurde wijzigingen die voortvloeien uit maatregelen voor het beheer van luchtverkeersstromen. 2. Bij elke start of landing op het grondgebied van een Overeenkomst-sluitende Staat wordt de in aanmerking te nemen afstand met twintig (20) kilometer verminderd.» 2. Artikel 7.1. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : «

Art. 7.1. Tenzij anders door een Overeenkomstsluitende Staat besloten, wordt het tarief per eenheid van heffing maandelijks herberekend met toepassing van de gemiddelde maandelijkse wisselkoers van de ecu t.o.v. de nationale munt voor de maand voorafgaand aan die waarin de vlucht werd uitgevoerd. » 3. Artikel 7.2. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 7.2. De gebezigde wisselkoers is het maandelijks gemiddelde van de « Closing Cross Rate » zoals door Reuters berekend op basis van de dagelijkse « BID »-koers. » 4. Artikel 8.2.b. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 8.2.b. opleidingsvluchten welke uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het verkrijgen van een vliegbrevet of van een aantekening voor cockpit-boordpersoneel, en wanneer dit gestaafd is door een desbetreffende opmerking in het vliegplan. De vluchten mogen uitsluitend in het luchtruim van de betrokken Staat uitgevoerd worden.

De vluchten mogen niet dienen voor vervoer van passagiers en/of vracht noch voor positiebepaling of transporteren van het vliegtuig; ». 5. Artikel 8.2.c. van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art. 8.2.c. vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd ter controle of beproeving van uitrustingen die als grond-hulpnavigatiemiddelen gebruikt worden of daartoe bestemd zijn; ». 6. Artikel 9 van dezelfde Toepassingsvoorschriften werd vervangen als volgt : « Art.9. Het bedrag van de heffing is betaalbaar op de zetel van EUROCONTROL, overeenkomstig de in Bijlage 1 vervatte betalingsvoorwaarden. Als rekenmunt wordt de ecu gebruikt. » 7. De clausule 5.1. van de Betalingsvoorwaarden, die voorkomt in Bijlage 2 van dezelfde Toepassingsvoorschriften, werd vervangen als volgt : « Clausule 5.1. Klachten inzake facturen dienen schriftelijk aan EUROCONTROL te worden gericht. De uiterste datum waarop klachten door EUROCONTROL moeten zijn ontvangen, wordt op de factuur aangeduid en is 60 dagen vanaf de factuurdatum. » 8. In heel de tekst van de Toepassingsvoorschriften en zijn Bijlagen werd het begrip »euro » vervangen door « ecu ». Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^