gepubliceerd op 29 januari 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2003 en 2004
23 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2003 en 2004 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1 . Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2003 en 2004.
Art. 2 . Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003 Bevordering van de werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2003 en 2004 (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2003 onder het nummer 66576/CO/106.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten. HOOFDSTUK II. - Aanwerving van werkzoekenden uit de risicogroepen
Art. 2.1. De werkgevers van de sector verbinden er zich toe tijdens de jaren 2003 en 2004 een bijzondere inspanning te leveren ter bevordering van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen en over te gaan tot de aanwerving van werkzoekenden die behoren tot de risicogroepen, zoals hierna gedefinieerd.
Onder « risicogroepen » wordt verstaan : a) de laaggeschoolde werklozen en de langdurig werklozen, de gehandicapten, de deeltijds leerplichtigen, de herintreders, de bestaansminimumtrekkers en de laaggeschoolde werknemers (geen houder van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs);b) de werklozen van minstens 40 jaar oud, de werknemers van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën;c) de werklozen op wie een inschakelingsparcours van toepassing is.2. Het aantal aan te werven werkzoekenden wordt vastgesteld op dertien per jaar.3. Dit aantal is het equivalent van 0,20 pct.van het totale arbeidsbestand van de sector dat ongeveer 6 500 arbeid(st)ers bedraagt.
Hiermee wordt door de sector een inspanning geleverd die minstens 0,20 pct. vertegenwoordigt van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK III. - Controle op de naleving van de verplichtingen
Art. 3.Het paritair samengesteld toezichtscomité, opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten zal, onder het voorzitterschap van de voorzitter van het paritair comité, de naleving van de in artikel 2 vermelde verplichtingen nagaan.
Jaarlijks wordt een evaluatieverslag en een financieel overzicht neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg tegen uiterlijk 1 juli van respectievelijk 2004 en 2005.
Het paritair toezichtscomité zal alle bijkomende inlichtingen en bewijsstukken kunnen opvragen dat het meent nodig te hebben om zijn taak uit te voeren. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE