23 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot erkenning van het opleidings- en vervolmakingscentrum "Institut de Formation des Services de Secours du Hainaut"

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid artikel 6bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, inzonderheid artikel 2;

Gelet op de aanvragen tot erkenning van 15 juni 1998 en 15 oktober 1998, uitgaande van het opleidingscentrum "Centre de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers", vergezeld van de statuten en het reglement van inwendige orde van vereniging zonder winstoogmerk "Institut des Services de Secours du Hainaut", goedgekeurd door de algemene vergadering op 30 oktober 1998;

Gelet op het advies van de gezondheidsinspecteur, bevoegd voor de provincie Henegouwen, uitgebracht op 17 december 1998;

Overwegende dat het beginsel van de continuïteit van de openbare dienstverlening gebiedt dat het opleidings- en vervolmakingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers, dat voor de provincie Henegouwen als enige zijn aanvraag tot erkenning indiende, een tijdelijke erkenning verkrijgt, waardoor het in de gelegenheid wordt gesteld na zes maanden aan de in dit besluit vastgestelde voorwaarden te voldoen en hierdoor de erkenning kan worden verlengd;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Het opleidingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers voor de provincie Henegouwen, "Centre de Formation et de perfectionnement des Secouristes-Ambulanciers", ingericht door de vereniging zonder winstoogmerk "Institut de Formation des Services de Secours du Hainaut", wordt met ingang van 1 oktober 1998 erkend gedurende een periode van zes maanden. § 2. De in § 1, bedoelde erkenning kan door Ons worden verlengd, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden : 1° in artikel 8 van de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk dient de mogelijkheid van effectief lidmaatschap uitgebreid te worden tot diverse actoren in de dringende geneeskundige hulpverlening, teneinde te beantwoorden aan punt 11 van bijlage I van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, teneinde een transparante werking en een evenwichtige vertegenwoordiging van de diverse partners welke hun medewerking verlenen aan de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid deze bedoeld in artikel 1, 3°, 5°, en 6°, te waarborgen;bedoelde instanties dienen tenminste een derde van de leden van de vereniging en van de stemmen in de algemene vergadering uit te maken. 2° In de statuten moet worden vermeld welk orgaan bevoegd is voor het vaststellen van het reglement van inwendige orde en op welke wijze dit orgaan wordt samengesteld.3° De samenstelling van de directie en de cellen, bedoeld in voornoemd koninklijk besluit van 13 februari 1998, evenals de wijze waarop de leden worden aangeduid, evenals de bevoegdheden, moeten worden vermeld in de statuten, en dit overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde koninklijk besluit van 13 februari 1998.4° De statuten moeten voor het verstrijken van de bij dit besluit toegekende erkenning, aangepast zijn aan de in deze paragraaf bedoelde voorwaarden voor de verlenging van de erkenning.

Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS