gepubliceerd op 21 november 2013
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten
22 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 45/1, § 4, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2013;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1997 pub. 29/01/1998 numac 1997016004 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Boekhouders sluiten tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Boekhouders;
Gelet op de beslissingen van de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en fiscalisten van 22 februari 2013, 28 juni 2013, 27 september 2013 en 10 oktober 2013 tot vaststelling van het reglement van plichtenleer;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Economische beroepen van 12 september 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur ven Financiën, gegeven op 24 september 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 8 oktober 2013;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand, K.M.O., Zelfstandigen en Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het door de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten vastgestelde en als bijlage aan dit besluit gehecht reglement van plichtenleer heeft bindende kracht.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 23 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1997 pub. 29/01/1998 numac 1997016004 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Boekhouders sluiten tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Boekhouders wordt opgeheven van zodra de plichtenleer goedgekeurd bij dit koninklijk besluit in werking is getreden.
Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand en K.M.O.'s is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 oktober 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE
Reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement van plichtenleer wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013, inzonderheid titel VI;2° het Beroepsinstituut : het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, opgericht bij artikel 43 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;3° de Raad : de Nationale Raad van het Instituut, bedoeld in artikel 45/1 § 4 van de wet;4° de Kamers : de uitvoerende kamers van het Beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 45/1 § 2 van de Wet;5° het tableau van de beroepsbeoefenaars : het tableau bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;6° de lijst van de stagiairs : de lijst bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;7° de leden : alle natuurlijke personen en rechtspersonen die op het tableau van de beroepsbeoefenaars of op de lijst van de stagiairs van het Beroepsinstituut zijn ingeschreven, zoals voorzien in artikel 45/1 § 1 van de wet;8° de boekhouder BIBF : - de erkende boekhouder en de erkende boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon opgenomen op het tableau van de beroepsbeoefenaars van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet; - de stagiair-boekhouder en de stagiair boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon, opgenomen op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet; - de natuurlijke persoon die de toelating heeft het beroep occasioneel uit te oefenen ingevolge de bepalingen van artikel 52bis van de wet. 9° de externe boekhouder BIBF : de boekhouder BIBF die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;10° de interne boekhouder BIBF : de boekhouder BIBF die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;11° confrater : de boekhouder BIBF alsook de leden en stagiairs van het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en van het Instituut der Bedrijfsrevisoren evenals de beroepsbeoefenaars die in het buitenland een gelijkwaardig erkende hoedanigheid bezitten;12° richtlijn : een door de Nationale Raad goedgekeurde beslissing in uitvoering of ter verduidelijking van de wettelijke en/of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het beroep of het Beroepsinstituut.De richtlijn wordt aan de leden bekendgemaakt via het ledenblad en/of op de website van het Beroepsinstituut.
Art. 2.De voorschriften van plichtenleer van het Beroepsinstituut bestaan uit een geheel van regels, verplichtingen en verbodsbepalingen die de leden bij de uitoefening van hun beroep dienen na te leven. De leden zijn tevens gehouden alle wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op het beroep na te leven alsook de richtlijnen van de Raad.
Art. 3.De externe boekhouder BIBF draagt persoonlijk de verantwoordelijkheid overeenkomstig het gemeen recht voor iedere bij de uitoefening van het beroep gestelde daad. Hij kan zijn aansprakelijkheid slechts beperken binnen de grenzen voorzien door de Wet.
Art. 4.De boekhouder BIBF moet zijn beroep uitoefenen met de vereiste bekwaamheid, rechtschapenheid, eerlijkheid en waardigheid.
De externe boekhouder BIBF dient bovendien over de nodige onafhankelijkheid te beschikken, die de uitoefening van een vrij beroep kenmerkt, om zijn beroep uit te oefenen volgens de voorschriften van de plichtenleer. Ambtenaren en contractueel tewerkgestelden van een fiscale administratie worden niet geacht over de nodige onafhankelijkheid te beschikken om de titel te voeren of het beroep van boekhouder BIBF uit te oefenen.
De interne boekhouder BIBF dient zich intellectueel onafhankelijk op te stellen ten aanzien van zijn werkgever. In geval van onverenigbaarheid tussen de instructies van zijn werkgever en de deontologische regels, heeft de interne boekhouder de plicht in overleg met zijn werkgever voor dit probleem een oplossing na te streven die in overeenstemming is met de deontologische regels. Als dergelijke oplossing niet kan worden gevonden, dient hij dit probleem voor te leggen aan de bevoegde Uitvoerende Kamer.
De externe boekhouder BIBF dient eveneens te waken over de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en de wils- en beoordelingsvrijheid van zijn medewerkers en de personen waarop hij beroep doet.
Art. 5.De externe boekhouder BIBF zal elke opdracht weigeren of elk mandaat teruggeven indien de onafhankelijke uitoefening van zijn beroep of de uitoefening ervan volgens de plichtenleer in het gedrang komt. Hij dient rekening te houden met de algemene richtlijnen door de Raad bepaald. HOOFDSTUK II. - De Boekhouder BIBF, het Beroepsinstituut en haar leden
Art. 6.De leden zijn ertoe gehouden de door de Raad bepaalde en door de Minister goedgekeurde jaarlijkse bijdrage, verhogingen en/of de bijdrage in de kosten voor de stage, binnen de door de Raad bepaalde betalingstermijn te betalen.
Art. 7.De leden dienen de bevoegde Kamer zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail op de hoogte te brengen zodra een gerechtelijke procedure tegen hem werd geopend, die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met zijn beroep. Zij bezorgen de bevoegde Kamer tevens een kopie van die beslissing die kracht van gewijsde heeft en dit zodra zij hiervan in kennis worden gesteld.
Art. 8.De leden dienen de bevoegde Kamer zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail te verwittigen wanneer ze in het kader van hun beroepsuitoefening een burgerlijke, strafrechtelijke, commerciële, sociale of administratieve vordering instellen tegen een confrater.
Art. 9.De leden zijn ertoe gehouden alle gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail over te maken aan de bij Wet of reglement opgerichte organen van het beroepsinstituut, om hen toe te laten hun respectieve wettelijk toevertrouwde bevoegdheden uit te oefenen.
De leden dienen tevens zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand spontaan elke wijziging in hun adres- en/of contactgegevens alsook de wijziging met betrekking tot hun sociaal statuut per brief of mail te melden aan het Beroepsinstituut.
Art. 10.§ 1. De externe boekhouder BIBF dient de Kamer in te lichten over de professionele samenwerkingsverbanden, die hij in het kader van zijn beroepsuitoefening aangaat, teneinde de controle op de conformiteit met de plichtenleer mogelijk te maken. § 2. Onder samenwerkingsverband wordt verstaan : - elke vorm van duurzame samenwerking of vereniging met het oog op een gemeenschappelijke uitoefening van het beroep van boekhouder BIBF met andere boekhouders BIBF of met personen die een ander beroep uitoefenen; - de middelenvennootschappen. § 3. Ten laatste één maand na het sluiten van een samenwerkingsverband licht de externe boekhouder BIBF de Kamer in over zijn samenwerkingsverband en/of elke wijziging ervan, per brief of via mail gericht aan de zetel van het Instituut. § 4. Hij voegt bij zijn brief een kopie van de samenwerkingsovereenkomst of een kopie van de briefwisseling die tot het samenwerkingsverband heeft geleid. Indien het om een mondeling akkoord gaat, voegt hij bij zijn brief een uitvoerige beschrijving van het voorwerp en van de partijen van de samenwerkingsovereenkomst. § 5. Wanneer de samenwerking plaatsvindt in het kader van een rechtspersoon, deelt de boekhouder BIBF aan de Kamer de statuten, de wijzigingsakten van de statuten, de benoemingen, ontslagen of ontzettingen van de leden van de beheersorganen mede alsook de overdrachten van de aandelen of deelbewijzen en/of de hieraan verbonden stemrechten. § 6. Alle externe boekhouders BIBF die in het kader van hun beroepsuitoefening een samenwerkingsverband hebben aangegaan, dienen binnen de maand na elke benoeming of wijziging aan de Kamer een geactualiseerde lijst te zenden met vermelding van de naam, voornaam, beroep en nationaliteit van de zaakvoerders, bestuurders en vennoten van de rechtspersoon of van de vereniging waarvan zij deel uitmaken, evenals van de omvang van hun participatie in voormelde rechtspersoon of vereniging. § 7. Alle interne boekhouders BIBF dienen de bevoegde kamer onmiddellijk en uiterlijk binnen de maand per aangetekend schrijven of via elektronisch bericht met ontvangstbevestiging in te lichten over elke wijziging van werkgever. Zij delen tevens hun contactgegevens bij de nieuwe werkgever mee. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de Boekhouder BIBF
Art. 11.§ 1. De externe boekhouder BIBF en zijn cliënt dienen een « opdrachtbrief » op te maken voorafgaand aan de uitvoering van enige prestatie.
Deze opdrachtbrief moet op een evenwichtige wijze de wederzijdse rechten en plichten van de cliënt en van de boekhouder BIBF bepalen.
Desgevallend voorziet de opdrachtbrief in duidelijke en evenwichtige bepalingen betreffende de beperking van de aansprakelijkheid van de externe boekhouder BIBF. Tevens dient de opdrachtbrief de berekening van de erelonen en de te respecteren termijnen duidelijk te bepalen.
De « opdrachtbrief » mag geen buitensporige schadebedingen en/of opzeggingstermijnen bevatten bij opzegging van de samenwerking.
Deze « opdrachtbrief » wordt in zoveel exemplaren opgemaakt en ondertekend als er partijen zijn. Elke partij ontvangt een exemplaar.
Voor de cliënten waarvoor de externe boekhouder BIBF reeds prestaties leverde voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling zonder dat er een opdrachtbrief werd opgemaakt, beschikt de externe boekhouder BIBF over een termijn van 24 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze bepaling om een opdrachtbrief op te maken conform dit artikel. § 2. De externe boekhouder BIBF dient een permanent dossier voor elk van zijn cliënten bij te houden dat beantwoordt aan de minimale vereisten vastgelegd door de Raad en is tevens gehouden om al zijn werkdocumenten te bewaren en dit gedurende 10 jaar na het beëindigen van de opdracht. De werkdocumenten en het permanent dossier kunnen worden bewaard op elke duurzame informatiedrager.
Dit permanent dossier bevat minstens alle gegevens die door de externe boekhouder moeten bijgehouden worden in toepassing van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en alle uitvoeringsbesluiten ervan. § 3. De externe boekhouder BIBF is ertoe gehouden alle boeken en bescheiden die toebehoren aan zijn cliënt, onverwijld terug te bezorgen, wanneer deze erom verzoekt.
Art. 12.In geval een externe boekhouder BIBF in de onmogelijkheid is zijn beroepsactiviteit uit te oefenen ingevolge een schorsing van minstens één maand, dient hij zijn cliënteel hiervan in kennis te stellen, wanneer die een beroep op hem doet tijdens de schorsing.
Art. 13.§ 1. Het ereloon van de externe boekhouder BIBF dient de rentabiliteit, de waardigheid en de onafhankelijke uitoefening van het beroep te verzekeren. § 2. Het is de boekhouder BIBF verboden om op enigerlei wijze commissie- of makelaarslonen of welkdanig voordeel ook toe te kennen of te ontvangen die verband houden met zijn opdrachten en die zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen.
Art. 14.De externe boekhouder BIBF is verplicht om zijn burgelijke beroepsaansprakelijkheid te laten verzekeren door een verzekeringsovereenkomst. De algemene basisvoorwaarden en de minimumwaarborgen waaraan de verzekeringsovereenkomsten moeten voldoen, worden door de Raad vastgesteld.
Het bewijs van deze onderschrijving zal steeds aan het Beroepsinstituut moeten kunnen voorgelegd worden.
Art. 15.De boekhouder BIBF zal de nodige zorg besteden aan zijn beroepsvervolmaking. De Raad bepaalt het minimum aantal uren dat jaarlijks aan de beroepsvervolmaking moet worden besteed en kan ook onderwerpen inzake beroepsvervolmaking aanduiden. Het aantal uren en de onderwerpen, voor zover ze werden bepaald, worden aan de boekhouders BIBF bekend gemaakt.
De boekhouder BIBF zal de gevolgde beroepsvervolmaking jaarlijks rapporteren aan het Beroepsinstituut en zal op verzoek van de Kamer de nodige bewijzen dienen voor te leggen van de onderwerpen en de tijd, die hij aan zijn beroepsvervolmaking heeft besteed.
Elke boekhouder BIBF, die zijn ontslag indient en door de Kamer van het tableau van de beroepsbeoefenaars of de lijst van de stagiairs wordt weggelaten, moet binnen het jaar volgend op zijn herinschrijving op het tableau van de beroepsbeoefenaars of op de lijst van de stagiairs, een door de Raad bepaalde bijkomende beroepsvervolmaking volgen, voor zover de uitschrijving langer dan twaalf maanden heeft geduurd.
De boekhouder BIBF, die tijdens de periode van zijn uitschrijving de door de Raad vastgestelde regels inzake beroepsvervolmaking heeft nageleefd, is niet verplicht de bijkomende beroepsvervolmaking te volgen bij zijn herinschrijving. HOOFDSTUK IV. - De boekhouder BIBF en zijn confrater
Art. 16.De boekhouder BIBF is gehouden tot wederzijdse hulp en hoffelijkheid tegenover zijn confraters en moet zich onthouden van elke houding of handeling, die een confrater schade kan berokkenen.
Hij zal de betrokken confrater onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van de punten, waarover een meningsverschil bestaat.
Art. 17.Vooraleer een opdracht te aanvaarden, moet de externe boekhouder BIBF, die een opdracht van een confrater overneemt, volgende regels naleven : 1° hij moet zijn voorganger schriftelijk in kennis stellen van de overname van de opdracht, zelfs indien de opvolging niet onmiddellijk is gebeurd;2° indien de voorganger niet werd betaald voor zijn prestaties, dient de externe boekhouder BIBF die het dossier overneemt bij de cliënt schriftelijk aan te dringen op de betaling van de verschuldigde en onbetwiste honoraria van zijn voorganger. De voorganger zal onverwijld en uiterlijk binnen de 15 dagen alle documenten, eigendom van de cliënt alsmede deze die kaderen in de wederzijdse hulp en hoffelijkheid, ter beschikking stellen van de cliënt of van zijn opvolgende confrater.
Hij is gehouden hiervan een gedetailleerde en gedagtekende inventaris in twee exemplaren op te stellen, die door elke betrokken partij ondertekend wordt.
De externe boekhouder BIBF die in een dossier een persoon opvolgt die niet gerechtigd is de gereglementeerde beroepsactiviteiten van een erkend boekhouder uit te oefenen moet het beroepsinstituut schriftelijk verwittigen van de identiteit van zijn voorganger. Een externe erkende boekhouder BIBF aan wie gevraagd wordt om het boekhouddossier van een cliënt over te dragen aan een persoon die niet gerechtigd is de gereglementeerde beroepsactiviteiten van een erkend boekhouder uit te oefenen, moet tevens het beroepsinstituut schriftelijk informeren van de identiteit van deze persoon alvorens elke overdracht van het dossier aan de cliënt.
Art. 18.Met instemming van beide partijen of op verzoek van één van de partijen kan een geschil tussen confraters of tussen de externe boekhouder BIBF en zijn cliënt voorgelegd worden aan het Beroepsinstituut met het oog op een verzoeningspoging tussen partijen. HOOFDSTUK V. - Het beroepsgeheim
Art. 19.Onverminderd de voor de externe boekhouder BIBF door de wet opgelegde verplichtingen het beroepsgeheim te bewaren conform artikel 458 van het Strafwetboek, is de boekhouder BIBF tevens gehouden tot naleving van een discretieplicht.
Deze discretieplicht omvat de geheimhouding van gegevens die hem uitdrukkelijk of stilzwijgend in zijn hoedanigheid van boekhouder werden toevertrouwd en van feiten met een vertrouwelijk karakter, die hij in de uitoefening van zijn beroep heeft vastgesteld.
Er kan de boekhouder BIBF evenwel geen inbreuk op de tuchtvoorschriften inzake de discretieplicht ten laste worden gelegd : a) wanneer hij geroepen wordt om in rechte getuigenis af te leggen;b) wanneer de wettelijke bepalingen hem tot mededeling van volledige of gedeeltelijke inlichtingen verplichten;c) in de uitoefening van zijn persoonlijke verdediging in rechterlijke of tuchtaangelegenheden;d) wanneer de toepassing van de deontologische regels het vereist;e) wanneer en in de mate waarin hij, betreffende aangelegenheden die zijn opdrachtgever persoonlijk aanbelangen, door deze laatste uitdrukkelijk van zijn discretieplicht ontslagen werd. HOOFDSTUK VI. - Beroepsactiviteiten en onverenigbaarheden
Art. 20.Naast boekhoudactiviteiten oefent de boekhouder BIBF, behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, eveneens alle werkzaamheden uit die verband houden met de externe adviesverlening en begeleiding van ondernemingen ondermeer in fiscale, vennootschapsrechterlijke en sociale materies evenals bij het opstellen van het financieel plan en inzake het verkrijgen van openbare steunmaatregelen.
De externe boekhouder BIBF kan eveneens optreden als syndicus van gebouwen. Hij dient hiervoor volgende regels in acht te nemen : - hij dient hiervoor over een afzonderlijke bankrekening te beschikken, waarvan hij de enige verantwoordelijke is, geopend op naam van elke vereniging van mede-eigenaars waarvan hij syndicus is; - hij dient voorafgaandelijk aan enig mandaat of opdracht als syndicus, deze aan te melden bij het BIBF; - hij dient zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid voor deze activiteit via een apart verzekeringscontract te verzekeren conform de minimale voorwaarden die voor syndici gelden en hij maakt een copie van dit contract alsook het betalingsbewijs van de verzekeringspremie over aan het BIBF; - hij moet de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en alle andere wettelijke bepalingen inzake de mede-eigendom respecteren alsook de bepalingen van de statuten en reglementen van de mede-eigendom, hierin begrepen zijn contractuele opdracht met de opdrachtgever en dit tot het einde van zijn opdracht; - hij volgt jaarlijks bijkomend en losstaand van zijn verplichte bijscholing als boekhouder BIBF, 10 uur specifieke bijscholing erkend door het BIV in het kader van zijn activiteit van syndicus; - hij blijft strikt neutraal in elk mogelijk conflict tussen mede-eigenaars die geen betrekking hebben op het beheer van de mede-eigendom; - hij is onafhankelijk bij zijn advies aan de mede-eigendom inzake de keuze van een leverancier. Hij kan onder geen enkele voorwaarde commissies of andere vergoedingen ontvangen van leveranciers van de mede-eigendom; - hij dient alles in het werk te stellen zodat de raad van beheer zijn controletaak op hem kan uitoefenen en hem tevens kan bijstaan in het beheer conform de wettelijke bepalingen terzake; - hij dient alle bewijskrachtige stukken m.b.t. de afrekeningen, evenals een gedetailleerde vermogenstaat ter beschikking houden in zijn kantoor en moet al deze stukken bewaren gedurende een periode van vijf jaar na datum van de verkregen kwijting; - hij maakt jaarlijks een lijst van mede-eigendommen, waarvan hij syndicus is, over aan het BIV; - hij is verplicht, volgens de modaliteiten vastgelegd door het BIV, de gelden en waarden die hij bewaart of beheert in het kader van de uitoefening van zijn opdracht van syndicus, te laten waarborgen.
De externe boekhouder BIBF kan optreden als bemiddelaar erkend door de federale bemiddelingscommissie, als vereffenaar van vennootschappen, als gerechtelijk expert en kan opdrachten uitvoeren en/of mandaten waarnemen in het kader van de wetgeving betreffende de continuïteit van de ondernemingen en de faillissementswet.
De externe boekhouder BIBF kan benoemd worden als « onafhankelijk bestuurder » binnen een vennootschap die geen boekhoudkundige diensten voor derden levert. In elk geval zal de externe boekhouder BIBF slechts kunnen benoemd worden als « onafhankelijk bestuurder » zoals voorzien in artikel 526ter van het Wetboek vennootschappen en indien het een vennootschap betreft waar hijzelf noch zijn medewerkers in de twee jaar die zijn benoeming voorafgaan en tijdens zijn bestuursmandaat aandeelhouder, bedrijfsleider, zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot zijn geweest.
Evenmin mag hij als onafhankelijk bestuurder boekhoudkundige, fiscale of andere operationele prestaties leveren tijdens zijn bestuursmandaat of geleverd hebben in de twee jaar die zijn benoeming voorafgaan voor deze vennootschap en beperkt zijn mandaat van onafhankelijk bestuurder zich tot loutere bestuursdaden. Het is hem bovendien niet toegestaan om benoemd te worden als « onafhankelijk bestuurder » in een rechtspersoon waarbinnen zijn echtgeno(o)t(e), zijn wettelijk samenwonende partner en/of zijn bloedverwanten tot en met de tweede graad aandeelhouder, zaakvoerder, bestuurder, werkend vennoot of bedrijfsleider zijn of dit geweest zijn in de twee jaar die zijn benoeming tot bestuurder voorafgaan.
Art. 21.§ 1. Het beroep van extern boekhouder BIBF is onverenigbaar met elke ambachtelijke, landbouw- of handelsactiviteit welke rechtstreeks of onrechtstreeks, individueel of in verenigings- of vennootschapsverband als zaakvoerder, bestuurder, bedrijfsleider of werkend vennoot op zelfstandige basis wordt uitgeoefend § 2. Behoudens voor de activiteiten vermeld in § 3 kunnen de Kamers op voorafgaandelijk en schriftelijk verzoek van een extern boekhouder BIBF, van deze bepaling afwijken voor zover de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van het lid niet in het gevaar kan gebracht worden en voor zover deze activiteit bijkomstig is. Deze beslissing is steeds herroepbaar door de Kamers.
De Raad kan bovendien steeds via een algemene richtlijn afwijkingen voorzien voor bepaalde ambachtelijke, landbouw of handelsactiviteit andere dan deze vermeld in § 3 . De Raad kan tevens richtlijnen bepalen waarbij de onverenigbaarheden tijdelijk niet van toepassing zijn bij erfopvolging. De externe boekhouder BIBF, die onder de door de Raad vastgestelde richtlijnen valt, dient de Kamer hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen. § 3. Volgende beroepsactiviteiten worden geacht steeds de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de externe boekhouder in het gedrang te brengen : de activiteiten van verzekeringsmakelaar of -agent, deze van vastgoedmakelaar uitgezonderd de syndicusactiviteit, en alle bancaire activiteiten en activiteiten van financiële dienstverlening waarvoor de inschrijving bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) vereist is.
Art. 22.Personen, die tewerkgesteld zijn in de openbare sector, kunnen het beroep van extern boekhouder BIBF slechts uitoefenen of de beroepstitel van intern boekhouder BIBF slechts dragen, mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde overheid. HOOFDSTUK VII. - De informatie naar het publiek
Art. 23.De externe boekhouder BIBF kan de nodige objectieve informatie bezorgen over alsook reclame maken betreffende zijn beroepswerkzaamheden, zijn specifieke beroepskennis, diensten en honoraria en dit ongeacht de gebruikte media. Hij moet dit doen met respect van de regels inzake beroepsgeheim, confraterniteit, eerlijkheid, onafhankelijkheid en de waardigheid eigen aan het beroep.
De raad kan ter zake aanvullende richtlijnen uitvaardigen.
Het is hem verboden zich bepaalde titels of deskundigheden ten onrechte toe te eigenen.
Hij kan evenmin diensten gratis aanbieden, het vermoeden wekken dat bepaalde diensten gratis aangeboden worden of de vergoeding afhankelijk stellen van andere diensten door hem geleverd of door een persoon met wie een beroepsmatig samenwerkingsverband bestaat, of die worden verstrekt in dezelfde onderneming of in een verbonden onderneming.
In elk geval zal de externe boekhouder BIBF noch in het openbaar, noch op schriftelijke wijze mogen gewag maken van de naam van zijn klanten.
Art. 24.§ 1. De externe boekhouder BIBF die als natuurlijke persoon werkzaam is mag slechts gebruik maken van de daartoe bestemde documenten zoals ondermeer, briefpapier, e-mails, naamkaartjes, ereloonnota's, werkdocumenten, het naambord en andere media. § 2. Die documenten moeten verplicht vermelden - de naam en voornaam, - de titel « erkend boekhouder BIBF » of « erkend boekhouder-fiscalist BIBF » en zijn inschrijvingsnummer op het tableau of de titel « stagiair boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist » en zijn inschrijvingsnummer op de lijst van de stagiairs; - de door de wet opgelegde vermeldingen. § 3. Die documenten mogen één, meerdere of alle hierna opgesomde, vermeldingen bevatten : 1° het logo van het BIBF;2° het logo van de boekhouder BIBF en de firmanaam waaronder hij zijn boekhoudactiviteiten uitoefent, 3° de andere in artikel 20 van deze plichtenleer opgesomde activiteiten die hij uitoefent;4° de nummers van de financiële rekeningen;5° het(de) beroepsadres(sen);6° de telefoon-, GSM en faxnummers, alsook gelijkaardige communicatiemiddelen zoals sociale media;7° de spreekuren en openingsuren van het kantoor;8° de academische titels;9° aansluiting bij een beroepsvereniging van boekhouders en bij een nationale of internationale organisatie;10° zijn emailadres en/of de gegevens van zijn website. § 4. De interne boekhouder BIBF mag zijn beroepstitel en zijn erkenningsnummer bij het Beroepsinstituut kenbaar maken op zijn persoonlijke naamkaartjes alsook op de naamkaartjes van de werkgever.
Hij waakt erover dat er geen verwarring kan ontstaan waardoor derden de indruk zouden kunnen hebben dat het om een zelfstandige beroepsbeoefenaar gaat die boekhouddiensten voor derden kan leveren.
Art. 25.§ 1. De externe boekhouder BIBF die zijn beroepswerkzaamheden uitoefent via een door het Beroepsinstituut erkende rechtspersoon, mag slechts gebruik maken van de daartoe bestemde documenten zoals ondermeer briefpapier, naamkaartjes, ereloonnota's, werkdocumenten het naambord en andere media. § 2. Deze documenten moeten verplicht vermelden : - de naam en voornaam van de externe boekhouders BIBF die deel uitmaken van de vereniging of van de vennootschap alsook deze van de andere mandatarissen die gemachtigd zijn het beroep uit te oefenen. - de titel « erkend boekhouder BIBF » of « erkend boekhouder-fiscalist BIBF » en het inschrijvingsnummer op het tableau of de titel « stagiair boekhouder of stagiair boekhouder -fiscalist » en zijn inschrijvingsnummer op de lijst van de stagiairs, - de firmanaam en juridische vorm van de vereniging of vennootschap, alsook het erkenningsnummer waaronder deze rechtspersoon is ingeschreven op het tableau van het Beroepsinstituut. - alle door alle andere wettelijke bepalingen opgelegde vermeldingen. § 3. Deze documenten mogen één, meerdere of alle volgende vermeldingen bevatten : 1° het logo van de erkende rechtspersoon;2° de hierboven in artikel 24, § 3 opgesomde vermeldingen.
Art. 26.Wanneer de boekhouder BIBF zich kandidaat stelt voor een verkiesbaar mandaat, mag hij zijn beroepshoedanigheid vermelden.
Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 22 oktober 2013 tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten.
De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw Mevr. S. LARUELLE