Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2003
gepubliceerd op 01 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid na ontslag

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012283
pub.
01/08/2003
prom.
22/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/22/2003012283/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid na ontslag (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding boven de werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid na ontslag.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Betaling van een aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid na ontslag (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58072/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen. § 2. Met "arbeiders" wordt de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkering

Art. 2.Bij ontslag door de werkgever bij toepassing van artikel 61 van de wet op de arbeidsovereenkomsten, ontvangen de arbeiders, boven op de werkloosheidsuitkeringen waarop zij recht hebben, een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever.

Art. 3.§ 1. Vanaf 18 mei 2001 bedraagt de aanvullende vergoeding 180 BEF per werkloosheidsdag gedekt door een werkloosheidsuitkering. § 2. Vanaf 1 januari 2002 bedraagt de aanvullende vergoeding 4,50 EUR per werkloosheidsdag gedekt door een werkloosheidsuitkering.

Art. 4.Deze aanvullende vergoeding is verschuldigd voor de dagen van werkloosheid na de opzeggingstermijn of periode gedekt door een opzeggingsvergoeding tijdens een periode gelijk aan één week per volledig jaar anciënniteit.

Art. 5.Deze aanvullende vergoeding kan niet worden gecumuleerd met de vergoeding in het kader van brugpensioen, collectief ontslag of sluiting van onderneming. HOOFDSTUK III. - Looptijd van de overeenkomst

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 18 mei 2001.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 betreffende de aanvullende vergoeding boven de werkloosheidsuitkeringen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000 (Belgisch Staatsblad van 4 november 2000).

Deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaal-de duur. Zij kan, door één der partijen worden opgezegd met een opzegging van zes maanden, gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^