Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2001
gepubliceerd op 31 juli 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012428
pub.
31/07/2001
prom.
22/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/22/2001012428/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54452/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder werklieden verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Art. 3.§ 1. De minimumuurlonen van de meerderjarige werklieden geklasseerd in de categorieën bepaald bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, worden aan de volgende baremieke spanning gekoppeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De minimumuurlonen van de meerderjarige werklieden geklasseerd in de 3 categorieën bepaald bij artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, worden aan de volgende baremieke spanning gekoppeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Voor de toepassing van de door het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie vastgestelde loonschalen, wordt aan de werklieden met minstens één jaar anciënniteit een verhoging van hun loon van minimum 1 pct. toegekend. Boven deze anciënniteit verhogen de lonen constant en jaarlijks naar rata van minstens 0,5 pct. volgens de anciënniteit verworven binnen dezelfde kwalificatie en in dezelfde onderneming.

De anciënniteitstoeslagen bedragen vanaf 1 juli 1997 maximum 13 pct.

Deze anciënniteitsverhogingen worden steeds berekend op de minimumlonen van elke beroepencategorie zoals vastgelegd bij artikel 2 en 3 en zoals bepaald bij de tabel opgenomen in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst (regime 38 uur/week - geïndexeerd op 1 mei 1997 en na de loonsverhoging bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de uurlonen). Deze tabel wordt derhalve aangepast bij iedere aanpassing of verhoging van de minimumlonen.

Art. 5.Het loon van de werkman die tijdelijk als ploegbaas die minstens vier personen leidt, fungeert wordt voor de duur van zijn functie met 5 tot 10 pct. verhoogd. Afdeling 2. - Minderjarige werklieden

Art. 6.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de minderjarige werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang van de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = 100 pct.) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen die voortvloeien uit de in de bovenstaande tabellen vermelde doorschuiving, worden verleend op de verjaardag van de geboorte van de werkman. Afdeling 3. - Stagiairs

Art. 7.De stagiair, zoals bepaald bij het koninklijk besluit nr. 230 van 31 december 1983, wordt vanaf 1 januari 1997 tot en met 30 juni 1999 gedurende zijn tweede contractsperiode van zes maanden vergoed aan 100 pct. van het in aanmerking te nemen loon. Afdeling 4. - Bijzondere bepalingen

Art. 8.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt overeengekomen dat de bedragen van de lonen minima zijn en in geen geval aan de verworven toestand en de hiërarchie die in elke looncategorie bestaat mogen tornen. De werkelijk betaalde lonen kunnen steeds het voorwerp uitmaken van onderhandelingen in de schoot van de ondernemingen daarbij rekening houdend met het algemeen loonniveau dat in de streek bestaat.

Men zal er naar streven aan ieder het loon toe te kennen dat met zijn werkelijke kwalificatie overeenstemt, rekening houdend met de noodzakelijkheid van een gezonde hiërarchie en met het inzicht, gemeen aan de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, de hogere kwalificaties met behoorlijke bedragen te bezoldigen. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 9.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan de sociale index, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 10.Vanaf 1999 en de volgende jaren worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 mei aangepast aan de reële index. De aanpassing word berekend door de sociale index van april van het kalenderjaar van de aanpassing te vergelijken met de sociale index van april van het voorafgaande kalenderjaar. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen

Art. 11.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend rekening houdend met de tweede decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond. ...,01 BEF tot en met ...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid.

Art. 12.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.

Art. 13.Onverminderd bestaande afrondingsregels worden, voor de omrekening in Euro, alle bedragen uitgedrukt met 2 decimalen na de eenheid. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 10 juli 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 (Belgisch Staatsblad van 8 december 1999).

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden met een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de loonvorming In uitvoering van artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet de anciënniteit verworven zijn binnen dezelfde kwalificatie en in dezelfde onderneming.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^