Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 maart 2006
gepubliceerd op 17 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingstelsels voor de jaren 2001 tot 2005

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200943
pub.
17/05/2006
prom.
22/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingstelsels voor de jaren 2001 tot 2005 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingstelsels voor de jaren 2001 tot 2005.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingstelsels voor de jaren 2001 tot 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67427/CO/124)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 2.Deze overeenkomst heeft tot doel de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de organisatie van de opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005 te wijzigen. HOOFDSTUK I. - Algemene financieringsregels

Art. 3.Artikel 3 van de in artikel 2 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Art. 3.De werking van de opleidings- en tewerkstellingsregelingen, bepaald bij titel II, III en IV van deze overeenkomst, wordt, met uitzondering van hoofdstuk I en II van titel IV, gewaarborgd door de bijdrage van 0,40 pct. overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot vaststelling van de bijdrage aan het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" en door een jaarlijkse bijkomende financiering van 6 000 000 EUR. Deze bijkomende financiering is vastgesteld voor een periode van twee jaar die ingaat op 1 juli 2003.". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in de regelingen voor opleiding en tewerkstelling van de jongeren Afdeling 1. - Het bouwleerlingwezen

Art. 4.De artikelen 10 tot 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 worden opgeheven.

Art. 5.Artikel 20 wordt door volgende bepaling vervangen : "

Art. 20.De duur van de proeftijd is vastgesteld op drie maanden.

De eerste maand van de proeftijd gebeurt integraal in de onderneming.

Voor de jongeren die voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 omvat de proeftijd ten minste twee maanden praktische opleiding in de onderneming. ».

Art. 6.Artikel 22 van de overeenkomst van 5 juli 2001 wordt met het volgende lid vervolledigd : "Voor de verantwoordelijke voor de praktische opleiding is het aanbevolen dat hij een pedagogische opleiding in de begeleiding van jongeren heeft gevolgd. ».

Art. 7.Het 1ste lid van artikel 31 wordt vervolledigd met : "Het programma van de theoretische opleiding in het CDO moet een opleidingsmodule veiligheid bevatten, gevolgd door een examen VCA. ».

Art. 8.Artikel 32 wordt door volgende bepaling vervangen : "

Art. 32.Tijdens de eerste maand van de door artikel 20 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde proefperiode wordt het bedrag van de leervergoeding die de werkgever aan de leerling betaalt vastgesteld overeenkomstig artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 19 augustus 1998. Na de eerste maand van de proeftijd wordt het bedrag van de maandelijkse vergoeding die de werkgever aan de leerling betaalt, vastgesteld overeenkomst de artikelen 2 en 3 van het voormelde koninklijk besluit van 19 augustus 1998. ».

Art. 9.Het 2de lid van artikel 33 wordt door de volgende bepaling vervangen : "Vanaf de maand volgend op die waarin de leerling de leeftijd van 18 jaar bereikt, ontvangt hij een maandelijkse aanmoedigingspremie van 247,89 EUR. Deze maandelijkse aanmoedigingspremie is niet cumuleerbaar met de door het eerste lid van huidig artikel bedoelde aanmoedigingspremie.

Deze aanmoedigingspremies dekken eveneens bepaalde kosten die de leerling heeft tijdens de leertijd. ».

Art. 10.Het 1ste lid van paragraaf 1 van artikel 38 wordt door volgende bepaling vervolledigd : "Het programma van de theoretische opleiding in het opleidingscentrum moet een opleidingsmodule veiligheid bevatten, gevolgd door een examen VCA. ».

Art. 11.Artikel 39 wordt door volgende bepaling vervangen : "

Art. 39.Tijdens de eerste maand van de door artikel 20 van deze overeenkomst bedoelde proefperiode wordt het bedrag van de leervergoeding die de werkgever aan de leerling betaalt, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 19 augustus 1998. Na de eerste maand van de proeftijd wordt het bedrag van de maandelijkse vergoeding die de werkgever aan de leerling betaalt, vastgesteld overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het voormelde koninklijk besluit van 19 augustus 1998. ».

Art. 12.Artikel 40 wordt door volgende bepaling vervangen : "

Art. 40.Als de leertijd na de proeftijd verder loopt, betaalt het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" aan de leerling maandelijkse leerpremies met inachtneming van de volgende regels : - tijdens de eerste 12 maanden van de leertijd :een maandelijkse premie van 247,89 EUR; - van de 13de tot de 18de maand van de leertijd : een maandelijkse premie van 371,84 EUR. De in lid 1 van dit artikel vermelde premies worden voor de eerste keer ten vroegste na de in artikel 20 bedoelde proeftijd uitgereikt.

Deze leerpremies dekken eveneens bepaalde kosten die de leerling heeft tijdens de leertijd. ». Afdeling 2. - Peterschap

Art. 13.Het eerste lid van paragraaft 1 van artikel 46 wordt door volgende bepaling vervolledigd : "Voor de verantwoordelijke voor de praktische opleiding is het aanbevolen dat hij een pedagogische opleiding in de begeleiding van jongeren heeft gevolgd. ».

Art. 14.Het eerste lid van artikel 52 wordt door de volgende bepaling vervangen : "De in artikel 50 bedoelde aanvullende theoretische opleiding duurt minstens 40 en maximaal 180 uur. ». HOOFDSTUK III. - Wijziging in de opleidings- en tewerkstellingsstelsels van de werknemers

Art. 15.Artikel 83 wordt met volgende bepaling aangevuld : "Indien de werkgever de kosten heeft betaald voor het behalen van een certificaat of attest VCA, dient de arbeider deze kosten terug te betalen indien hij tijdens het jaar na het behalen van het certificaat of attest de onderneming vrijwillig verlaat of ontslagen wordt wegens dringende redenen.". HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in de aanvullende stelsels en maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid

Art. 16.Artikel 105 wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Art. 105.De langdurig werklozen die onder de toepassing van deze afdeling vallen, zijn de reeds minstens 6 maanden werkloze werkzoekenden die met succes een basisopleiding bouw van minimum 344 uren hebben gevolgd in een door het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" erkend opleidingscentrum. Het programma van deze basisopleiding bouw moet een opleidingsmodule veiligheid bevatten, gevolgd door een examen VCA.". HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 17.Deze overeenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 september 2003 en heeft dezelfde duurtijd als de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 die zij wijzigt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^