22 JUNI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de werking van de Commissie tot erkenning van biobrandstoffen

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, legt dit besluit de werkingsvoorwaarden vast van de Commissie tot erkenning van biobrandstoffen. Deze voorwaarden hebben inzonderheid betrekking op : -- de aanduiding van de voorzitter en de plaatsvervangende leden; -- de looptijd van het mandaat van de leden; -- de samenstelling van het dagelijks bestuur van de Commissie en het adres van deze; -- de oprichting van werkgroepen; -- de stemmingsprocedure.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

22 JUNI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de werking van de Commissie tot erkenning van biobrandstoffen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, inzonderheid op artikel 4, § 1;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juni 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 juni 2006;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat dit besluit de procedures van de werking van de Commissie tot erkenning vastlegt; dat na de bepaling van deze procedures, de Commissie bijgevolg de oproep van kandidaten kan opstellen en deze kan laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie; dat deze publicatie zo snel mogelijk moet plaatsvinden teneinde de geselecteerde operatoren toe te laten de Belgische markt te bevoorraden met biodiesel en dit vanaf 1 november 2006;

Gelet op het advies nr. 40.740/2 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Wet : de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen;2° Commissie : de Commissie tot erkenning waarvan sprake in de artikelen 3, 4 en 5 van de wet. HOOFDSTUK II. - Werking van de Commissie

Art. 2.§ 1. Voor elk lid aangeduid in artikel 4, § 1 van de wet, wordt een plaatsvervanger benoemd onder dezelfde voorwaarden als de effectieve leden.

Het plaatsvervangend lid vervangt het effectieve lid in geval van verhindering of afwezigheid. Ingeval van overlijden of ontslag van een effectief lid volgt zijn vervanger hem op. In dit geval, voltooit deze het mandaat van zijn voorganger. § 2. Het mandaat van de leden aangeduid in artikel 4, § 1 van de wet loopt voor 6 jaar. Het is hernieuwbaar.

Art. 3.De Minister van Financiën duidt onder de leden van de Commissie de voorzitter aan. In geval van verhindering van de voorzitter, wordt deze vervangen door het oudste effectieve lid.

Art. 4.De voorzitter vertegenwoordigt de Commissie in de betrekkingen van de Commissie met derden.

Art. 5.§ 1. Het dagelijks bestuur van de Commissie wordt gevormd door de voorzitter, een secretaris en vier ambtenaren, aangeduid door de Commissie. Het dagelijks bestuur verricht de nodige of dienstige handelingen voor de voorbereiding van het uitvoeren van de taken beoogd in artikel 4, § 2 van de wet. § 2. Het dagelijks bestuur van de Commissie bevindt zich op het volgende adres : FOD Financiën - Administratie der douane en accijnzen - Commissie tot erkenning van biobrandstoffen, North Galaxy - Toren A, 22e verdieping, Koning Albert II-laan 33, 1030 Brussel.

Art. 6.De Commissie stelt haar intern reglement vast en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Minister van Financiën.

Art. 7.§ 1. De Commissie kan interne werkgroepen instellen waarvan de bevoegdheid, de samenstelling en de werking worden vastgesteld door het intern reglement. § 2. De Commissie en haar interne werkgroepen kunnen, in het kader van de uitvoering van hun bevoegdheden, derden aanhoren en experten aanduiden, volgens de bepalingen en de regels voorzien in het intern reglement.

Eventuele kosten met betrekking tot deze hoorzittingen of deze aanduidingen zijn ten laste van de FOD Financiën, en onderworpen aan het voorafgaandelijke akkoord van de Minister van Begroting.

Art. 8.Wanneer de Ministerraad een advies vraagt moet dit gegeven worden binnen de maand.

Art. 9.De Commissie overlegt geldig wanneer al haar leden aanwezig zijn.

Indien niet alle leden aanwezig zijn, roept de voorzitter een tweede vergadering bijeen met dezelfde agenda; de Commissie kan dan geldig overleggen wat ook het aantal aanwezige leden is.

Zij neemt haar beslissingen bij gewone meerderheid van de aanwezige leden.

Art. 10.De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS