gepubliceerd op 25 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden
22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2001 Vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2001 onder het nummer 58469/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is een aanvulling op de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (koninklijk besluit van 26 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 23 april 2002). HOOFDSTUK II. - Lonen
Art. 3.In hoofdstuk III - Lonen, punt B, Administratief personeel wordt artikel 11 als volgt aangevuld : « Op 1 september 2001 worden deze weddeschalen en de werkelijk betaalde lonen van de voltijdse werknemers van 21 jaar en ouder verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF). De deeltijdse bedienden hebben recht op een pro rata van deze verhoging. »
Art. 4.In hoofdstuk III - Lonen, punt B, Administratief personeel wordt artikel 12 als volgt aangevuld : « Op 1 september 2001 worden deze weddeschalen en de werkelijk betaalde lonen van de voltijdse werknemers van 21 jaar en ouder, tewerkgesteld in ondernemingen die minder dan 20 personen tewerkstellen, verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF). De deeltijdse bedienden van deze ondernemingen hebben recht op een pro rata van deze verhoging. »
Art. 5.In hoofdstuk III - Lonen, punt C, Verkooppersoneel wordt artikel 13 als volgt aangevuld : « Op 1 september 2001 worden deze weddeschalen en de werkelijk betaalde lonen van de voltijdse werknemers van 21 jaar en ouder verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF). De deeltijdse bedienden hebben recht op een pro rata van deze verhoging. »
Art. 6.In hoofdstuk III - Lonen, punt C, Verkooppersoneel wordt artikel 14 als volgt aangevuld : « Op 1 september 2001 worden deze weddeschalen en de werkelijk betaalde lonen van de voltijdse werknemers van 21 jaar en ouder, tewerkgesteld in ondernemingen die minder dan 20 personen tewerkstellen, verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF). De deeltijdse bedienden van deze ondernemingen hebben recht op een pro rata van deze verhoging. »
Art. 7.In hoofdstuk III - Lonen, punt D, Filiaalhouders wordt artikel 15 als volgt aangevuld : « Het minimummaandloon van de filiaalhouders vermeld in de eerste en de tweede alinea van dit artikel wordt als volgt verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF) op 1 september 2001 voor de ondernemingen die minder dan 20 personen tewerkstellen. »
Art. 8.In hoofdstuk III - Lonen, punt D, Filiaalhouders wordt artikel 16 als volgt aangevuld : « Het minimummaandloon van de filiaalhouders vermeld in de eerste alinea van dit artikel wordt als volgt verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF) op 1 september 2001 voor de ondernemingen die minder dan 20 personen tewerkstellen. »
Art. 9.In hoofdstuk III - Lonen, punt D, Filiaalhouders wordt artikel 17 als volgt aangevuld : « Het minimum maandloon van de filiaalhouders vermeld in de eerste alinea van dit artikel worden als volgt verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF) op 1 september 2001 voor de ondernemingen die minder dan 20 personen tewerkstellen. » HOOFSTUK III. - Eenmalige premie Art. 10 in hoofdstuk IIIbis - Eénmalige premie, wordt artikel 24 als volgt aangevuld : « Op 1 januari 2002 wordt een eenmalige premie van 99,16 EUR (4 000 BEF) toegekend aan de voltijdse werknemers behorende tot de groep 1 en 2 en voorzover de ondernemingen waar ze tewerkgesteld zijn minder dan 20 personen tewerkstellen.
Deze premie wordt toegekend voor de voltijdse werknemers. Deze premie betaald volgens de modaliteiten en de voorwaarden voor de betaling van het dubbel vakantiegeld aan de werknemers die tijdens de maand van betaling verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst met hun werkgever. De deeltijdse werknemers hebben recht op een pro rata. » HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Art. 12.Zij mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 13.Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarin zij wordt betekend.
Art. 14.De organisatie welke het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen welke door de andere organisaties in het paritair comité moeten worden besproken binnen een termijn van één maand na hun ontvangst.
Art. 15.Bij ontstentenis van een akkoord voor het verstrijken van de opzegtermijn, blijven de voordelen en verplichtingen welke voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzegtermijn, wordt gesloten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX