gepubliceerd op 14 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd « Fonds social bruxellois "Maribel social" » voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen en vaststelling van zijn statuten
22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd « Fonds social bruxellois "Maribel social" » voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen en vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd « Fonds social bruxellois "Maribel sociaal" » voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen en vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd « Fonds social bruxellois "Maribel social" » voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2001 onder het nummer 59249/CO/327) A. Oprichting
Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1, alinea 1, 1°, van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) richt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.
Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de ondernemingen en werkgevers die erkend zijn door het "Collège de la Commission communautaire française", alsook op hun werknemers, arbeiders en bedienden.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van af 1 juli 2000 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 1 januari van ieder jaar met uitwerking op 1 juli van het daaropvolgend jaar.
De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.
De voorzitter laat een kopij van de opzegging aan elk der ondertekenende partijen geworden alsook aan de Minister van Werkgelegenheid alsook aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
B. Statuten HOOFDSTUK I. - Zetel
Art. 4.Met ingang vanaf 1 juli 2000 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd « Fonds social bruxellois "Maribel social ".
De administratieve zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Meiboomstraat 14. Deze zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het fonds, voorzien bij artikel 12, elders overgeplaatst worden. De raad van beheer betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair comité en aan de Minister van Werkgelegenheid. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 5.§ 1. Het fonds opgericht door deze overeenkomst heeft als enig doel het beheer van de gemutualiseerde som van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector en de wijzigingen (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997). § 2. De werking van dit fonds is afhankelijk van de voorwaarde dat er een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de gelden, afkomstig van de sociale Maribel I, II, III, bedoeld voor de financiering van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (G.G.M.M.I.) voor de werknemers, en de sociale Maribel IV, bedoeld voor het creëren van extra tewerkstelling in de sector beschutte werkplaatsen. § 3. De werking van een sociaal Maribelfonds is eveneens afhankelijk van het feit dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een maandelijkse voorschot betaalt aan het sociaal Maribelfonds gebaseerd op de "trimestriële forfaitaire vermindering" van de patronale bijdrage per werknemer. Het sociaal Maribelfonds moet dan op haar beurt, nog steeds voorafgaandelijk, de juiste bedragen doorstorten aan de afzonderlijke individuele werkplaatsen.
Deze gelden werden toegekend sinds 1 januari 1999 en kunnen louter en alleen bestemd zijn om het G.G.M.M.I. te betalen voor de werknemers in een beschutte werkplaats. § 4. Het fonds is belast, overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit getroffen in uitvoering van artikel 2, alinea 3, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en zijn wijzigingen, voor wat de sociale Maribel I, II en III gelden betreft met : - het ontvangen van de som van de bijdrageverminderingen vermeld in §§ 1, 2 en 3; - het voorafgaandelijk toekennen aan de beschutte werkplaatsen van de vooraf vastgestelde sociale Maribel I, II en III gelden. § 5. Voor wat de sociale Maribel IV gelden betreft, toegekend aan de beschutte werkplaatsen vanaf 1 juli 2000, zal het « Fonds social bruxellois "Maribel social" » voorstellen doen om de besteding van de middelen vast te leggen in functie van de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de beschutte werkplaatsen, en dit conform aan de bepalingen van de hiervoor voorziene collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 6.In het raam van het doel omschreven in artikel 5 kan het fonds de toelating vragen om een gedeelte van de som van de bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 5, alinea 1, van deze overeenkomst te gebruiken ter dekking van de personeels- en administratiekosten, en dit in toepassing van het ministerieel besluit van 20 mei 1998.
Art. 7.In het kader van het doel omschreven in artikel 5 vervult het fonds alle opdrachten toevertrouwd aan de sectorale fondsen door en/of krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997.
Art. 8.Het fonds wordt de toelating verleend een beheersovereenkomst te sluiten met de Minister van Werkgelegenheid. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 9.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit : - de som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5, alinea 1 van deze overeenkomst, met inbegrip van de renten; - de andere geldmiddelen die zouden toegekend worden door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst om de in artikel 10 bedoelde administratiekosten te dekken.
Art. 10.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de raad van beheer voorzien bij artikel 12.
Deze kosten worden uitsluitend gedekt door : - de tussenkomsten bedoeld in artikel 6; - de eventuele middelen die ter beschikking worden gesteld door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
In afwijking op de bepalingen van alinea 2 van dit artikel, voor zover de revisor aangeduid bij toepassing van artikel 20 een bedrijfsrevisor is en voor zover het fonds een beheersovereenkomst gesloten heeft met de Minister van Werkgelegenheid, kunnen de kosten met betrekking tot de tussenkomst van de revisor worden aangerekend op de renten waarvan sprake in artikel 9. HOOFDSTUK IV. Rechthebbenden, toekenning en betaling van de bijdrageverminderingen
Art. 11.De werkgevers ontvangen de tussenkomsten van het fonds volgens de modaliteiten voorzien door en/of krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 alsook door en/of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1998. HOOFDSTUK V. - Beheer
Art. 12.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van beheer samengesteld uit 4 effectieve leden.
Deze leden worden aangeduid door en onder de leden van het paritair comité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de ander helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 13.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor een periode die wordt vastgelegd door het paritair comité.
Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.
Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.
De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.
Art. 14.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het fonds.
Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.
Art. 15.De raad van beheer kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.
Het duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.
Art. 16.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958), deze statuten en het koninklijk besluit van 5 februari 1997.
Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad aangesteld.
De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - het toekennen van de som van de bijdrageverminderingen overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 5, alinea 2 en § 5, het opvolgen van deze toekenning; - alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en van zijn uitvoeringsbesluiten; - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het paritair comité over de vervulling van zijn opdrachten; - aan de bevoegde instanties de verslagen voorzien door en/of krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 over te maken.
Art. 17.De raad van beheer vergadert minstens eenmaal per semester.
De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft van zijn leden, hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.
De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.
De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.
Art. 18.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
Art. 19.Behoudend andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer, worden zijn beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden. HOOFDSTUK VI. - Controle
Art. 20.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het paritair comité een bedrijfsrevisor aan ter controle van het beheer van het fonds.
Bovendien, licht hij de raad van beheer van het fonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen
Art. 21.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 22.Het fonds is opgericht voor een onbepaalde duur.
Art. 23.Het wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals voorzien in artikel 3.
Art. 24.Na betaling van het passief, worden de goederen en waarden van het fonds overgeheveld naar het non-profit tewerkstellingsfonds bedoeld in artikel 7 van het ministerieel besluit van 20 mei 1998.
Het paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het fonds.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX