gepubliceerd op 20 februari 2003
Koninklijk besluit tot aanvulling van artikel 19, § 1, b, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders
22 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot aanvulling van artikel 19, § 1, b, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op de artikelen 3, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 28 maart 1975 en het koninklijk besluit nr. 4 van 15 december 1982, en 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders, inzonderheid op artikel 19, § 1l, b, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 juli 1970, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 1971, 20 juni 1975 en 23 april 1979, aangevuld bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1979 en 24 september 1986;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, gegeven op 9 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 6 november 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 20 december 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de voorziene wijziging bestaat uit een loutere technische aanpassing van de reglementering na de invoering van het stelsel van tijdskrediet.
Overwegende dat de betreffende aanpassing uitwerking heeft voor de berekening van de vakantiegelden van het vakantiejaar 2003, vakantiedienstjaar 2002, is het belangrijk dat de belanghebbenden zo vlug mogelijk op de hoogte worden gebracht van de draagwijdte van deze aanpassing. Deze algemene gelijkstellingsvoorwaarde is bovendien gewijzigd door de uitgewerkte teksten in het kader van de multifunctionele aangifte en zal dus niet meer van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van deze teksten, te weten op 1 januari 2003. Deze maatregel zal dus geen invloed meer hebben op de berekening van het vakantiegeld vanaf het vakantiejaar 2004, vakantiedienstjaar 2003. Op de voordracht van onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 19, § 1, b van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 september 1986, wordt aangevuld met een punt 10°, luidend als volgt : « 10° de periode van volledige schorsing van de arbeidsprestaties ingevolge tijdskrediet, zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 2002".
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en is voor het eerst van toepassing voor het vakantiedienstjaar 2002, vakantiejaar 2003.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE