Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 januari 2003
gepubliceerd op 06 februari 2003

Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2002002157
pub.
06/02/2003
prom.
22/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/22/2002002157/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op de artikelen 5, derde lid en 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999 en op artikel 7bis , ingevoegd bij hetzelfde besluit;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1970 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999 houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;

Gelet op het advies van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, gegeven op 19 oktober 2002;

Gelet op het advies van de Federale interministeriële commissie voor wetenschapsbeleid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 maart 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 16 april 2002;

Gelet op het protocol nr.112/1 van 10 september 2002 het Sectorcomité I - Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er in elke wetenschappelijke instelling een directieraad wordt opgericht;

Overwegende dat, voor een goed beheer van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen die onder het gezag van een zelfde Minister staan en voor de toepassing op het voormelde personeel van de voorschriften betreffende de mutatie waaraan het rijkspersoneel onderworpen is, de modaliteiten ervan moeten geregeld worden;

Overwegende dat, met het oog op de gelijke behandeling van het personeel, voor de aanwerving en voor de benoeming van ambstwege in bepaalde graden van niveau 2+, behalve de titularissen van een van de diploma's of titels die zijn opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+, eveneens rekening moet worden gehouden met de titularissen van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, na uitdrukkelijke toelating door de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit;

Overwegende de omvorming van het Vast Wervingssecretariaat in Selor - Selectiebureau van de federale Overheid, evenals een aantal wijzigingen aan de selectieprocedures;

Overwegende dat aan elke Minister de vrije keuze moet gelaten worden om ofwel een gemeenschappelijke stagecommissie op te richten voor de instellingen die onder zijn gezag staan, ofwel een stagecommissie voor elk van de instellingen die onder zijn gezag staan;

Overwegende verder dat het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat een probleem doet rijzen inzake de toepassing ervan op sommige graden van niveau 2+;

Overwegende dat bepaalde groepen personeel die tot niveau 2+ behoren en waarop deze reglementering van toepassing is, op 1 januari 2002 geregionaliseerd worden;

Overwegende dat, met het oog op een billijke behandeling van alle ambtenaren op wie deze reglementering toepasselijk is de geldelijke situatie correct moet bepaald worden;

Overwegende dat dan ook de vastgestelde geldelijke anomalieën zo vlug mogelijk moeten verbeterd worden opdat het personeel er het voordeel zou kunnen van genieten vóór de regionalisering;

Overwegende dat als logisch gevolg daarvan de wijze van de berekening van de graadanciënniteit dient te worden bepaald voor sommige categorieën van ambtenaren van niveau 2 die ambtshalve zullen omgezet worden in een graad van niveau 2+;

Overwegende dat het programma van specifiek vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau moet worden opgesteld door de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, op voorstel van elke betrokken Minister voor het personeel van de wetenschappelijke instellingen die onder zijn gezag staan;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat

Artikel 1.Het opschrift van afdeling 1 van hoofstuk II van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling 1 - Selectie en werving ».

Art. 2.Artikel 5, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : « 2° slagen voor de vergelijkende selectie; »

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, - eerste lid, 1°, worden de woorden « Europese Unie » vervangen door de woorden « Europese economische Ruimte »; - het eerste lid, 5° wordt vervangen door de volgende tekst : « 5° op de datum bepaald in het reglement van de vergelijkende selectie, houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomt met het niveau van de te verlenen graad, volgens de lijst opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. Hiervan kan, voorafgaand aan de vergelijkende selectie, door de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken, na advies van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, bij gemotiveerde beslissing worden afgeweken in geval van schaarste op de arbeidsmarkt; »; 2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid : « De houders van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent tot een bepaald niveau, kunnen zich niet inschrijven voor een vergelijkende selectie voor een lager niveau.De afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid kan, op gemotiveerde aanvraag van de betrokken minister of zijn gemachtigde, van deze regel afwijken.

De voorwaarde dat men geen houder mag zijn van een hoger diploma of getuigschrift geldt niet voor diploma's of getuigschriften die verworven werden na de kandidaatstelling voor de vergelijkende selectie. »; 3° in § 3 wordt het woord « aanwervingen » vervangen door de woorden « vergelijkende selecties ».

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.De afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid is ermede belast de in artikel 1 bedoelde ambtenaren te selecteren volgens de reglementering inzake selectie van het rijkspersoneel.

De afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid organiseert de vergelijkende selecties. Hij kan onder zijn toezicht de organisatie van die vergelijkende selecties echter geheel of gedeeltelijk opdragen aan de voorzitter van het directiecomité van de overheidsdienst of aan de secretaris-generaal van het ministerie waarvan de wetenschappelijke instelling afhangt waarvoor de werving moet plaats hebben of aan het hoofd van die wetenschappelijke instelling.

Het orgaan waaraan de organisatie van die vergelijkende selecties is opgedragen, brengt zijn minister hiervan op de hoogte. ».

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « vergelijkende wervingsexamens » vervangen door de woorden « vergelijkende selecties »;2° in het tweede lid worden de woorden « het vergelijkend wervingsexamen » vervangen door de woorden « de vergelijkende selectie »;3° artikel 8 wordt aangevuld met het volgende lid : « Hiervan kan echter in geval van schaarste op de arbeidsmarkt, voorafgaand aan de vergelijkende selectie, door de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken, na advies van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, bij gemotiveerde beslissing worden afgeweken.».

Art. 6.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.De werving en de toelating tot de stage gebeuren door de bevoegde minister of de voorzitter van het directiecomité van de overheidsdienst of de secretaris-generaal of het hoofd van de wetenschappelijke instelling, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op het rijkspersoneel. ».

Art. 7.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.In voorkomend geval kan de bevoegde minister beslissen, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op het rijkspersoneel, een geslaagde aan te werven van een vergelijkende selectie die georganiseerd is op initiatief van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid.

De geslaagde die een betrekking in een wetenschappelijke instelling weigert behoudt het voordeel van zijn rangschikking met het oog op de toekenning van een betrekking in de andere rijksbesturen.

De bepalingen van dit artikel mogen geen afbreuk doen aan de rechten van de geslaagden voor een vergelijkende selectie die georganiseerd is voor een wetenschappelijke instelling van de Staat. ».

Art. 8.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° wordt de tweede zin vervangen door de volgende tekst : « Ze kan, desgevallend, afhankelijk worden gesteld van het slagen voor een selectie voor verhoging in graad of van het slagen voor een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau »;2° in 2° worden de woorden « het slagen voor een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « het slagen voor een selectie voor verhoging in weddenschaal.».

Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « of door verhoging in weddenschaal » geschrapt;2° in dezelfde § van hetzelfde artikel worden de woorden « Wetenschappelijke Raad » vervangen door het woord « Directieraad ».

Art. 10.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « van de vergelijkende examens voor overgang naar het hogere niveau, van de examens voor verhoging in graad, van de examens voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « van de vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau, van de selecties voor verhoging in graad en van de selecties voor verhoging in weddenschaal »;2° in het tweede lid worden de woorden « De vergelijkende examens voor overgang naar het hogere niveau, de examens voor verhoging in graad en de examens voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « De vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau, de selecties voor verhoging in graad en de selecties voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 11.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 16.§ 1. De vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau en de selecties voor verhoging in graad kunnen, geheel of gedeeltelijk, georganiseerd worden voor de verschillende wetenschappelijke instellingen tegelijk wanneer het programma van de selecties dat mogelijk maakt. § 2. Als een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau of een selectie voor verhoging in graad bestaat uit een algemeen examen en een of meer bijzondere examengedeelten, worden de ambtenaren die voor het algemeen examengedeelte geslaagd zijn, op hun verzoek van dit examen vrijgesteld als zij vervolgens opnieuw deelnemen aan een of meer vergelijkende selecties voor overgang of selecties voor verhoging die georganiseerd worden voor een zelfde graad of een gelijkwaardige graad. § 3. Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau of aan een selectie voor verhoging in graad, moet een ambtenaar een graadanciënniteit van ten minste twee jaar hebben. Deze voorwaarde moet vervuld zijn op de datum die door de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid is vastgesteld.

In afwijking van het eerste lid moet de ambtenaar om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau tot een graad van niveau 1, een graadanciënniteit van ten minste vier jaar hebben. »

Art. 12.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 17.§ 1. Binnen elke graad van rang 20 wordt een selectie voor verhoging in weddenschaal ingesteld. Deze selectie omvat één enkel examengedeelte.

Alle ambtenaren van rang 20 die benoemd zijn tot de graad waarvoor de in het eerste lid bedoelde selectie georganiseerd wordt, kunnen aan deze selectie deelnemen. § 2. Voor elke graad van rang 26 kan een selectie voor verhoging in weddenschaal worden ingesteld.

Alle ambtenaren van rang 26 die benoemd zijn tot een graad waarvoor de in het eerste lid bedoelde selectie georganiseerd wordt, kunnen aan deze selectie deelnemen. § 3. De selecties voor verhoging in weddenschaal bedoeld in de §§ 1 en 2, worden elk jaar georganiseerd. § 4. De ambtenaar die geslaagd is voor de in § 1 of § 2 bedoelde selectie, bekomt de bevordering vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van afsluiting van het proces-verbaal van deze selectie. ».

Art. 13.Artikel 18, §§ 1 en 2, van hetzelfde besluit, worden vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Om aan een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau, aan een selectie voor verhoging in graad of aan een selectie voor verhoging in weddenschaal deel te nemen, moet de ambtenaar zich in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering kan doen gelden.

De in het eerste lid bepaalde voorwaarde moet vervuld zijn op de door de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid bepaalde datum. § 2. De ambtenaar die tijdens de selectie niet langer de in § 1 bepaalde voorwaarde vervult, verliest het voordeel van zijn eventueel slagen voor de selectie. ».

Art. 14.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.De bevordering toegekend binnen de perken van de vacante betrekkingen, die afhankelijk is gesteld van het slagen voor een selectie voor verhoging in graad of voor een selectie voor verhoging in weddenschaal, wordt toegekend in de volgende orde van voorkeur : 1° aan de geslaagde voor de vereiste selectie waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;2° tussen de geslaagden voor een zelfde selectie, aan de geslaagde met de meest positieve evaluatie;3° tussen de geslaagden met dezelfde evaluatie, aan de geslaagde die het best gerangschikt is volgens de bepalingen die de rangschikking van het rijkspersoneel regelen »;2° in § 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - eerste lid, de woorden « het slagen voor een examen voor verhoging in graad of voor een examen voor verhoging in weddenschaal » worden vervangen door de woorden « het slagen voor een selectie voor verhoging in graad of voor een selectie voor verhoging in weddenschaal.»; - tweede lid, de woorden « Wetenschappelijke Raad » worden vervangen door het woord « Directieraad ».

Art. 15.In artikel 21, § 1, tweede lid, 2° en 3°, § 2, derde lid, § 3, eerste en vierde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « Wetenschappelijke Raad » vervangen door het woord « Directieraad ».

Art. 16.In artikel 22, § 1, tweede lid, 2° en 3°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « Wetenschappelijke Raad » vervangen door het woord « Directieraad ».

Art. 17.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « adjunct-adviseur » ingevoegd tussen de woorden « eerste geschoold werkman » en de woorden « kunnen worden verleend »;en worden de woorden « voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » vervangen door de woorden « voor een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau »; 2° in § 2, 1° en 2°, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » respectievelijk vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van deze selectie »;3° in § 3 worden de woorden « van het examen voor verhoging in graad » vervangen door de woorden « van de selectie voor verhoging in graad ».

Art. 18.In artikel 25, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » respectievelijk vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van deze selectie ».

Art. 19.In artikel 27 van hetzelfde besluit, worden de woorden « voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » en de woorden « Aan het vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » respectievelijk vervangen door de woorden « voor een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau » en de woorden « Aan de vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau ».

Art. 20.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor het rijkspersoneel, moet worden verstaan : 1° onder minister, de bevoegde minister of ministers;2° onder secretaris-generaal, de ambtenaar bekleed met de hoogste graad van de betrokken federale overheidsdienst of van het betrokken ministerie en onder hoofd van bestuur, het hoofd van de wetenschappelijke instelling;3° onder ambtenaar, het lid van het toegevoegd vorsingspersoneel en het lid van het beheerspersoneel;4° onder ministerie, onder departement, de federale overheidsdienst, de wetenschappelijke instelling;5° onder directiecomité, de directieraad die is opgericht door artikel 7bis van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat;6° in voorkomend geval, onder functioneel directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, de verantwoordelijke van de dienst die belast is met het menselijk potentieel;7° in voorkomend geval, onder stafdienst Personeel en Organisatie, de dienst die belast is met het menselijk potentieel.»; 2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.De directieraad stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dit stelt ten minste het aantal vergaderingen, de aanwezigheidsquorums en de meerderheid om geldig te kunnen beslissen vast. Het stelt tevens de voorwaarden voor de geheime stemming vast, die verplicht is voor iedere individuele beslissing die wordt genomen met betrekking tot een personeelslid.

Dit reglement wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en wordt aan ieder personeelslid verstrekt door het instellingshoofd. »; 3° een § 5 wordt ingevoegd in hetzelfde artikel, luidend als volgt : « § 5.Voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor het rijkspersoneel inzake mutatie, dient te worden verstaan : - onder een andere dienst van zijn ministerie, een andere wetenschappelijke instelling die onder het gezag van dezelfde minister staat; - onder formulier, het formulier waarvan het model te vinden is in de bijlage van het ministerieel besluit van 28 januari 2003.

Bovendien richt het lid van het toegevoegd vorsingspersoneel of het lid van het beheerspersoneel, naargelang van het geval, eveneens een afschrift van zijn aanvraag ter inlichting aan de voorzitter van het directiecomité van de overheidsdienst of aan de secretaris-generaal van het ministerie waaronder de wetenschappelijke instellingen ressorteren of van zijn afgevaardigde.

Om doeltreffend de mutatieaanvragen te kunnen beheren kan er een mutatiecomité opgericht worden.

Het mutatiecomité bestaat uit de voorzitter van het directiecomité van de overheidsdienst of de secretaris-generaal of zijn afgevaardigde en uit het College van instellingshoofden of hun vertegenwoordigers. Het is bevoegd voor het opmaken van de voorstellen tot toekenning door mutatie of tot niet-toekenning van de betrekkingen die aan de minister voor beslissing voorgelegd worden.

Voor elke mutatiebeslissing moet de minister vooraf de met redenen omklede adviezen inwinnen, hetzij van het mutatiecomité, hetzij, wanneer er geen mutatiecomité is : - voor de betrekkingen van niveau 1, van de directieraad van de twee wetenschappelijke instellingen die betrokken zijn bij de mutatieaanvraag van het lid van het toegevoegd vorsingspersoneel of van het lid van het beheerspersoneel, naargelang van het geval; - voor de andere niveaus, van het hoofd van de twee wetenschappelijke instellingen die betrokken zijn bij de aanvraag van de kandidaat voor de mutatie. ».

Art. 21.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « een stagecommissie die gemeenschappelijk is voor » vervangen door de woorden « een stagecommissie die gemeenschappelijk kan zijn voor sommige of voor alle »;2° in de § 1, vierde lid, worden de woorden « van de Wetenschappelijke Raad » vervangen door de woorden « van de Directieraad »;3° in de § 2, derde lid, worden de woorden « van de Wetenschappelijke Raad » vervangen door de woorden « van de Directieraad »; 4° artikel 31 wordt aangevuld met een § 4, luidend als volgt : « § 4.- Wanneer de stagecommissie gemeenschappelijk is, bestaat de commissie of de afdeling paritair uit ten minste acht leden, waaronder : 1° de voorzitter van het directiecomité van de overheidsdienst of de secretaris-generaal of zijn afgevaardigde, voorzitter;2° tenminste twee instellingshoofden, aangewezen door de minister onder wiens gezag de instellingen staan; het instellingshoofd onder wie de stagedoende ressorteert, is ambtshalve lid ervan. 3° de opleidingsdirecteur of de functioneel directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie of de verantwoordelijke van de dienst die belast is met het menselijk potentieel;4° leden aangewezen door de representatieve vakorganisaties in de zin van artikel 7 of artikel 8, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en dit ten belope van ten minste een lid per organisatie.» De minister wijst een hoofd van de instelling aan in de hoedanigheid van plaatsvervangend voorzitter en twee leden van de directieraad van andere instellingen in de hoedanigheid van vervanger van de twee hoofden van instellingen die vermeld zijn in het eerste lid, 2°.

Voor het overige is de gemeenschappelijke stagecommissie onderworpen aan de andere bepalingen van dit artikel. ».

Art. 22.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « die ten minste in rang A bevestigd zijn » geschrapt;2° in § 2, tweede en derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de Wetenschappelijke Raad » vervangen door de woorden « de Directieraad ».

Art. 23.In artikel 34, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « van de Wetenschappelijke Raad » vervangen door de woorden « van de Directieraad ».

Art. 24.In artikel 35 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Tot de graad van onderhoudstechnicus (rang 26) worden ambtshalve benoemd, de ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van eerste geschoold werkman (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 H en die houder zijn van een der diploma 's of titels opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937.

Voor de toepassing van het eerste lid, dient te worden beschouwd als graadanciënniteit verworven in de graad van onderhoudstechnicus (rang 26), de anciënniteit die de ambtenaren vóór 1 januari 1994 hadden bekomen in de graad van meesterknecht (rang 22) en deze sedert die datum bekomen in de graad van eerste geschoold werkman (rang 20) als begunstigde van de weddenschalen 20 H en 20 E. »; 2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.Tot de graad van onderhoudstechnicus (rang 26) worden ambtshalve benoemd, de ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van eerste geschoold werkman (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 E en die houder zijn van een der diploma 's of titels opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937.

Voor de toepassing van het eerste lid, dient te worden beschouwd als graadanciënniteit verworven in de graad van onderhoudstechnicus (rang 26), de anciënniteit die de ambtenaren hebben bekomen in de graad van eerste geschoold werkman (rang 20) als begunstigde van de weddenschaal 20 E »; 3° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3.Tot de graad van onderhoudstechnicus (rang 26) worden ambtshalve benoemd, de ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van eerste geschoold werkman (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 G en die houder zijn van een der diploma 's of titels opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937 en die slagen voor de selectie voor verhoging in weddenschaal die aan de gang was vóór de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van de betrokken wetenschappelijke instelling. Ze worden benoemd op de eerste dag van de maand volgend op de datum van afsluiting van de notulen van de selectie voor verhoging in weddenschaal. »; 4° § 4, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4.Tot de graad van onderhoudshoofdtechnicus (rang 28) worden ambtshalve benoemd, de ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van werkmeester (rang 22), en die houder zijn van een der diploma's of titels opgenomen in bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937. ».

Art. 25.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 36.§ 1. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van technicus der vorsing (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 G en die houder zijn van een van de diploma's of titels opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, na instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit, en die geslaagd zijn voor de selectie voor verhoging in weddenschaal die in uitvoering was vóór de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van de betrokken wetenschappelijke instelling, worden ambtshalve benoemd tot de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26). Ze worden benoemd op de eerste dag van de maand volgend op de datum van afsluiting van de notulen van de selectie voor verhoging in weddenschaal. § 2. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van technicus der vorsing (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 E en die houder zijn van een van de diploma's of titels opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, na instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit, worden ambtshalve benoemd tot de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26).

De overeenkomstig het eerste lid benoemde ambtenaren bekomen in hun nieuwe graad, de anciënniteit die ze hebben verworven in de graad van technicus der vorsing (rang 20) als begunstigde van de weddenschaal 20 E. § 3. De geldelijke anciënniteit die de overeenkomstig §§ 1 en 2 benoemde ambtenaren hebben verworven, wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. ».

Art. 26.Een artikel 36bis , luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : « Art. 36bis . § 1. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van technicus der vorsing (rang 20), bezoldigd in de weddenschaal 20 I en die houder zijn van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, worden na instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit, ambtshalve benoemd tot de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26).

De overeenkomstig het eerste lid benoemde ambtenaren bekomen in hun nieuwe graad, de anciënniteit die ze hebben verworven vóór 1 januari 1994 in de graden van eerste correspondent der vorsing (rang 22) of eerste technicus der vorsing (rang 22) en hoofdtechnicus der vorsing (rang 23) en na die datum als titularis van de graad van technicus der vorsing (rang 20) als begunstigde van de weddenschalen 20 E en 20 I. § 2. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van hoofdtechnicus der vorsing (rang 22) en die houder zijn van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, worden na instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit, ambtshalve benoemd tot de graad van gespecialiseerd hoofdtechnicus der vorsing (rang 28).

De overeenkomstig het eerste lid benoemde ambtenaren bekomen in hun nieuwe graad, de anciënniteit die ze hebben verworven vóór 1 januari 1994 in de graden van eerste hoofdcorrespondent der vorsing (rang 25) en hoofdcorrespondent der vorsing (rang 24) of eerste hoofdtechnicus der vorsing (rang 24) en na die datum als titularis van de graad van hoofdtechnicus der vorsing (rang 22). ».

Art. 27.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de graad van eerste technisch adjunct (rang 24) en die houder zijn van één van de diploma's of titels opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, rubriek niveau 2+ of die houder zijn van een onderwijsdiploma of -getuigschrift van sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor de deelname aan de vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, worden na instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid en dit met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde besluit, ambtshalve benoemd tot de graad van gespecialiseerd hoofdtechnicus der vorsing (rang 28). ».

Art. 28.In artikel 41 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt geschrapt;2° in § 2, die § 1 wordt, wordt het tweede lid vervangen door het volgende lid : « Voor de toepassing van het eerste lid, dient te worden beschouwd als graadanciënniteit verworven in de graad van landbouwboekhouder (rang 26), de anciënniteit die de ambtenaren bekomen hebben in de graad van technicus der vorsing (rang 20), als begunstigde van de weddenschaal 20 E »;3° in § 3, die § 2 wordt, wordt het tweede lid vervangen door het volgende lid : « Voor de toepassing van het eerste lid, dient te worden beschouwd als graadanciënniteit verworven in de graad van landbouwboekhouder (rang 26), de anciënniteit die de ambtenaren vóór 1 januari 1994 hadden bekomen in de graden van eerste technicus der vorsing (rang 22) en van hoofdtechnicus der vorsing (rang 23) en deze sedert die datum bekomen in de graad van technicus der vorsing (rang 20) als begunstigde van de weddenschalen 20 E en 20 I.»; 4° de §§ 4 en 5 worden respectievelijk §§ 3 en 4;5° in de § 6, die § 5 wordt, worden de woorden « §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « §§ 1 tot 3 ».

Art. 29.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937 » worden ingevoegd tussen de woorden « rubriek niveau 2+ » en de woorden « benoemd worden »;2° de woorden « het bijzonder vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » worden vervangen door de woorden « de specifieke selectie voor overgang naar het hogere niveau ».

Art. 30.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937 » worden ingevoegd tussen de woorden « rubriek niveau 2+ » en de woorden « benoemd worden »;2° de woorden « het bijzonder vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » worden vervangen door de woorden « de bijzondere selectie voor overgang naar het hogere niveau ».

Art. 31.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of die houder zijn van een diploma of getuigschrift van onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking genomen wordt voor het deelnemen aan vergelijkende selecties die georganiseerd worden voor de betrekkingen van niveau 2+ in de betrokken specialiteiten, mits instemming van de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid, met toepassing van artikel 17, § 1, E , van het voormelde koninklijk besluit van 2 oktober 1937 » worden ingevoegd tussen de woorden « rubriek niveau 2+ » en de woorden « benoemd worden »;2° de woorden « het bijzonder vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » worden vervangen door de woorden « de specifieke selectie voor overgang naar het hogere niveau ».

Art. 32.In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door het volgende lid : « De bijzondere selectie voor overgang naar het hogere niveau die bedoeld is in de artikelen 42 tot 44 wordt georganiseerd door Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid »;2° in het tweede lid worden de woorden « aan dit examen » vervangen door de woorden « aan deze selectie »;3° het derde lid wordt vervangen door het volgende lid : « Het programma van de bijzondere vergelijkende selectie wordt vastgesteld door de afgevaardigd bestuurder van Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid op voorstel van elke minister onder wie de wetenschappelijke instellingen ressorteren ».

Art. 33.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in §§ 1 en 2 worden de woorden « indien zij geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau » vervangen door de woorden « indien zij geslaagd zijn voor de vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau »;2° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3.De in de §§ 1 en 2 bedoelde vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau wordt tweemaal georganiseerd door Selor - het Selectiebureau van de federale Overheid. Voor de deelname aan dit examen wordt geen anciënniteitsvoorwaarde gesteld. ».

Art. 34.In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, worden de woorden « binnen de perken van de vacante betrekkingen » geschrapt;2° een § 4 wordt ingevoegd in hetzelfde artikel, luidend als volgt : § 4.In afwijking van artikel 25, § 1, kunnen de ambtenaren die vóór de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van de betrokken wetenschappelijke instelling rechtstreeks aangeworven werden in de graad van calculator (rang 26) of constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 26) of die, overeenkomstig artikel 47, bekleed worden met de graad van calculator (rang 26) of constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 26), binnen de perken van de vacante betrekkingen, bevorderd worden tot de graad van eerste calculator (rang 28) of eerste constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 28), van zodra ze ten minste negen jaar anciënniteit hebben in de nieuwe graad van calculator (rang 26) of constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 26) en voor zover ze geslaagd zijn voor de selectie voor verhoging in weddenschaal voorzien in de rang 26.».

Art. 35.In artikel 50 van hetzelfde besluit, wordt een § 4 ingevoegd, luidend als volgt : « § 4. In afwijking van artikel 25, § 1, kunnen de ambtenaren die vóór de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van de betrokken wetenschappelijke instelling rechtstreeks aangeworven werden in de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26) voor zover ze geslaagd zijn voor de selectie voor verhoging in weddenschaal voorzien in de rang 26, of die, overeenkomstig artikel 36bis , bekleed worden met de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26), binnen de perken van de vacante betrekkingen, bevorderd worden tot de graad van gespecialiseerd hoofdtechnicus der vorsing (rang 28), van zodra ze ten minste negen jaar anciënniteit hebben in de nieuwe graad van gespecialiseerd technicus der vorsing.

Art. 36.Een artikel 56bis , luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : « Art. 56bis . De artikelen 5 tot 10 en artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juni 1970 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 augustus 1971, 23 juli 1973, 22 november 1973, 4 februari 1975, 24 oktober 1979, 4 april 1980, 19 augustus 1983, 11 januari 1984, 28 oktober 1988, 19 november 1991, 30 mei 1994, 10 april 1995 et 11 april 1999, worden opgeheven op de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 7 en artikel 20 van dit besluit. ».

Art. 37.In artikel 58 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : Een 1e en 3e streepjes worden ingevoegd luidend als volgt : « - de artikelen 5 tot 10 die in werking treden de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit van 22 januari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat; » « - artikel 30 dat in werking treedt de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit van 22 januari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat; ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1999 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat

Art. 38.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 30 april 1999 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal »;2° in § 3, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » vervangen door de woorden « van die selectie ».

Art. 39.In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 40.In artikel 12 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal »;2° in § 3, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » vervangen door de woorden « van die selectie ».

Art. 41.In artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 42.In artikel 16 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal »;2° in § 3, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » vervangen door de woorden « van die selectie ».

Art. 43.In artikel 18 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « een examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « een selectie voor verhoging in weddenschaal »;2° in § 3, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal » en de woorden « van dit examen » vervangen door de woorden « van die selectie ».

Art. 44.In artikel 31 van hetzelfde besluit, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 45.In artikel 32 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « het examen voor verhoging in graad » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in graad »;2° in § 3, worden de woorden « het examen voor verhoging » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging ».

Art. 46.In artikel 33, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 36 » vervangen door de woorden « de artikelen 36 en 36bis ».

Art. 47.In artikel 37, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « het examen voor verhoging in de vroegere in rang 22 ingedeelde graad » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in de vroegere in rang 22 ingedeelde graad » en de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 48.In artikel 41, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « het examen voor verhoging in graad » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in graad ».

Art. 49.In artikel 41bis , § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « het examen voor verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « de selectie voor verhoging in weddenschaal ».

Art. 50.In artikel 42 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « artikel 41, §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « artikel 41, § 1 »;2° in § 2, worden de woorden « artikel 41, §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « artikel 41, § 1 »;3° in § 3, worden de woorden « artikel 41, § 3 » vervangen door de woorden « artikel 41, § 2 »;4° in § 4, worden de woorden « artikel 41, §§ 1 tot 3 » vervangen door de woorden « artikel 41, §§ 1 en 2 ».

Art. 51.In artikel 43 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « artikel 41, § 4 » vervangen door de woorden « artikel 41, § 3 »;2° in § 2, worden de woorden « artikel 41, §§ 1, 2 en 3 » vervangen door de woorden « artikel 41, §§ 1 en 2 »;3° in § 3, worden de woorden « artikel 41, § 4 » vervangen door de woorden « artikel 41, § 3 ».

Art. 52.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, met uitzondering van de artikelen 1 tot 7 en artikel 20 die in werking treden de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad .

Gegeven te Brussel, 22 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^