gepubliceerd op 11 april 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1998 betreffende de toepassingsmodaliteiten voor de toekenning van sociale voordelen
22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1998 betreffende de toepassingsmodaliteiten voor de toekenning van sociale voordelen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1998 betreffende de toepassingsmodaliteiten voor de toekenning van sociale voordelen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1998 betreffende de toepassingsmodaliteiten voor de toekenning van sociale voordelen (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51791/CO/115) VOORWOORD De sociale partners wensen, via deze collectieve arbeidsovereenkomst, de betalingsmodaliteiten van de voordelen die door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 september 1997 gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, en door de sub-sectorale overeenkomsten of ondernemingsovereenkomsten die ingevolge deze collectieve arbeidsovereenkomst van 1 september 1997 gesloten werden, meer uniform te maken.
Deze uniformisering zal in geen enkel geval een globale vermindering van het toegekend bedrag aan de werknemers door het fonds voor bestaanszekerheid tot gevolg hebben.
Voor de toepassing van de huidige overeenkomst moet men de formulering "sociaal voordeel" verstaan als "vakbondspremie". HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werklieden die onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf ressorteren.
Art. 2.Ter uitvoering van de bepalingen van artikel 7 van de statuten van het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Glasnijverheid", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, wordt aan de in artikel 2 van voormelde statuten bedoelde werklieden en werksters een sociaal voordeel toegekend ten laste van voornoemd fonds. HOOFDSTUK II. - Toekenningsmodaliteiten en bedrag
Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbenden die aan de volgende voorwaarden voldoen : a) lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal vlak zijn verbonden;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden verbonden zijn aan een in artikel 1 bedoelde onderneming of in genot van zijn brugpensioen krachtens, voor dit laatste geval, de desbetreffende (sub-)sectorale regeling of ondernemingsakkoord.
Art. 4.§ 1. Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of elk gedeelte van een maand tijdens dewelke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden. Onder dezelfde voorwaarden genieten de tijdens het sociaal dienstjaar gepensioneerde rechthebbenden, alsmede de echtgenoot of echtgenote van een tijdens het sociaal dienstjaar overleden rechthebbende, het sociaal voordeel. § 2. Voor de berekening van het sociaal voordeel, bedoeld in de artikelen 3 en 4, wordt elke begonnen maand gelijkgesteld met een volledige maand. Een dubbele gelijkstelling voor eenzelfde maand kan echter niet erkend worden. Ingeval twee werkgevers bij dezelfde maand betrokken zijn, telt de eerste activiteitsweek van de maand als referentieweek om te bepalen welke werkgever het sociaal voordeel bedoeld in artikelen 3 en 4 verschuldigd is.
Art. 5.Voor de bepaling van de sociale voordelen van de werknemers worden met gewerkte dagen gelijkgesteld, de werkonderbrekingsdagen gelijkgesteld met werkdagen voor de berekening van het vakantiegeld.
Art. 6.Het bedrag van het sociaal voordeel wordt vastgesteld in functie van de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten op het ogenblik van de opstelling van het arbeidsattest.
Art. 7.Elk jaar in de loop van de maand januari, stelt het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Glasnijverheid" de in artikel 1 bedoelde werkgevers in het bezit van de nodige attesten van tewerkstelling. Er zullen attesten zijn voor het actief personeel en speciale attesten voor de niet-actieven.
Deze attesten worden door de werkgevers ingevuld op naam van elke arbeider die tijdens het sociale dienstjaar arbeidsperiode of daarmee gelijkgestelde periodes heeft gehad, overeenkomstig artikelen 4, 5 en 6 hiervoor genoemd, alsook de bruggepensioneerden van de onderneming indien zij reeds recht hebben op het sociaal voordeel krachtens een specifieke overeenkomst.
Uiterlijk op 15 maart volgend op het sociaal dienstjaar of de eerste betaaldag volgend op 15 maart worden de attesten door de werkgevers individueel aan de werknemers en werkneemsters uitgereikt.
Art. 8.Elk jaar wordt het sociaal voordeel uitbetaald door de zorgen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds der Arbeiders van de Glasnijverheid" waarvan de statuten verschenen in het Belgisch Staatsblad van 4 maart 1965, onder het nummer 1017, volgens de modaliteiten en op beheerscomité van het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Glasnijverheid". HOOFDSTUK III. - Verplichting voor de werkgevers
Art. 9.Elk jaar, uiterlijk op 15 december, sturen de werkgevers aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de Glasnijverheid" de lijst van bruggepensioneerden, oudere werklozen of alle begunstigden van het sociaal voordeel buiten de actieve werklieden en werksters, krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de onderneming.
Art. 10.De werkgevers zijn verplicht aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Glasnijverheid" elke overeenkomst betreffende het sociaal voordeel die zij zouden sluiten op het niveau van de onderneming over te maken.
Deze berichtgeving gebeurt schriftelijk en binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf het sluiten van de genoemde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 11.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het glasbedrijf en aan de andere ondertekenende partijen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen. De algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX