Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 januari 2002
gepubliceerd op 20 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de Waalse beschutte werkplaatsen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012119
pub.
20/04/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/22/2002012119/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de Waalse beschutte werkplaatsen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de Waalse beschutte werkplaatsen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 Herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de Waalse beschutte werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52813/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de Waalse beschutte werkplaatsen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen en op de werknemers die zij tewerkstellen in de productie.

Onder productiepersoneel wordt verstaan de werknemers die niet bedoeld worden in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de beschutte werkplaatsen.

Het productiepersoneel wordt geclasseerd in de 5 functiecategorieën zoals zij bepaald werden door artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1970, en die van toepassing blijven krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 1997 en verlengd werden tot 31 december 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1998 betreffende de toepassing van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen op de werknemers tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In het raam van de interprofessionele akkoorden 1999-2000 komen de partijen overeen in hun ondernemingen een herwaardering van de lonen toe te passen, bij voorrang op het productiepersoneel dat niet genoten heeft van de overgang naar het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen op 1 januari 1999. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is bedoeld om de loonspanning over een periode van 4 jaar te herstellen in 5 stappen.

De jaarlijkse verhoging van de minima van elke categorie wordt vastgesteld op 5,58 BEF per uur en wordt, op basis van het gewaarborgd minimumuurloon, berekend op 1 juni 1999 op 279,16 BEF. De 4de categorie geniet van een verhoging beperkt tot de helft op 1 oktober 2001 en op 1 oktober 2002.

De herwaarderingen zullen plaatshebben op volgende data : - op 1 januari 2000; - op 1 oktober 2000; - op 1 oktober 2001; - op 1 oktober 2002; - op 1 oktober 2003.

Deze herwaarderingen slaan slechts op de minima voor elke categorie.

In het raam van de onderhandelingen 2001-2002 zullen de partijen de te nemen maatregelen betreffende de evolutie van de reële lonen onderzoeken.

Na herwaardering zullen de nieuwe minima van de 5 categorieën er als volgt uitzien : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de nieuwe werknemers op wie het gewaarborgd minimumloon betrekking heeft zijn volgende minima van toepassing : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de werknemers jonger dan 21 jaar wordt het gewaarborgd minimumloon vermenigvuldigd met volgende fractie : 20 jaar x 94 pct.; 19 jaar x 88 pct.; 18 jaar x 82 pct.

Art. 4.De sociale partners wensen de huidige functiecategorieën en hun definities voor de duur van een jaar te bevriezen en verplichten er zich toe gedurende die periode, vanaf de toepassingsdatum van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, genoemde classificaties te herbepalen zodat elke werknemer onder de categorie valt die objectief overeenkomt met zijn beroepsbekwaamheid en de uitgeoefende functie.

Art. 5.De herwaarderingen worden opgesteld op basis van de minima van elke categorie. Deze minima zijn de minimumdrempel voor de onderhandelingen over de classificaties.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1999 en is gesloten voor onbepaalde tijd. De overeenkomst kan opgezegd worden door elke ondertekenende partij, met een opzegperiode van zes maanden. De opzeg van de overeenkomst wordt bij een ter post aangetekende brief gestuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen en aan elke van de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^