gepubliceerd op 17 april 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999 betreffende de tewerkstelling en de vorming van de bedienden
22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999 betreffende de tewerkstelling en de vorming van de bedienden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999 betreffende de tewerkstelling en de vorming van de bedienden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2000 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999 betreffende de tewerkstelling en de vorming van de bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 2000 onder het nummer 55707/CO/202)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren met uitzondering van de werkgevers en de bedienden die vallen onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.
Art. 2.Het artikel 5 van de arbeidsovereenkomst betreffende de tewerkstelling en de vorming van de bedienden, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren van 14 juni 1999, wordt vervangen door de hiernavolgende tekst : «
Art. 5.Het Sociaal Fonds voor levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen kent financiële tussenkomsten toe in de kost van de initiatieven ter bevordering van de tewerkstelling, in het bijzonder van de risicogroepen zoals bepaald door artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.
Met het oog op de financiering van deze tussenkomsten, storten de werkgevers in de maand januari 2001 aan het sociaal fonds een bijdrage van 0,25 pct. berekend op basis van viermaal de brutolonen van de bedienden van het derde kwartaal 2000.
De werkgevers laten aan het sociaal fonds, vóór 1 januari 2001, een kopie van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde kwartaal geworden. Deze aangifte dient als basis voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde bijdrage.
De bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juli 1976 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd het "Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen" en tot vaststelling van de statuten ervan algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 december 1976 zijn van toepassing. »
Art. 3.Deze overeenkomst treedt in voege op 1 oktober 2000 en neemt een einde op 31 december 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX