Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 januari 2002
gepubliceerd op 17 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de wekelijkse arbeidsduur

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012083
pub.
17/04/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/22/2002012083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de wekelijkse arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de wekelijkse arbeidsduur.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1999 Wekelijkse arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52829/CO/202)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

Arbeidsduur

Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur van de bedienden is vastgesteld op 36 uur.

Vanaf 1 januari 2001 wordt de wekelijkse arbeidsduur op 35 uur gebracht. De arbeidsduurvermindering wordt naar keuze van de werkgever doorgevoerd, hetzij door de duur van de prestaties per week te verminderen tot 35 uur, hetzij door de arbeidsduur per jaar te verminderen.

Wanneer de werkgever kiest voor de vermindering van de prestaties per week, wordt het uur arbeidsduurvermindering op één dag in de week toegekend, en niet over meerdere dagen.

Wanneer de werkgever kiest voor een arbeidsduurvermindering per jaar, doet hij dit door zes compensatiedagen per jaar toe te kennen. De vaststelling van de data voor deze compensatiedagen, gebeurt in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van toepassing in het bedrijf inzake extra-legaal verlof.

De contractuele arbeidsduur van de deeltijdse bedienden blijft op 1 januari 2001 ongewijzigd. De arbeidsduurvermindering resulteert voor de deeltijdse bedienden op 1 januari 2001 in een proportionele loonsverhoging van 2,857 pct.

Overloon

Art. 3.De weekgrens vanaf dewelke er overloon dient betaald te worden, blijft behouden op 36 uren per week.

Spreiding van de prestaties

Art. 4.De arbeidstijd wordt gespreid over ten hoogste 5 dagen van de week en 9 uur per dag. In de ondernemingen waar op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bijzondere modaliteiten van verdeling van de wekelijkse arbeidstijd van toepassing zijn ingesteld krachtens de overeenkomsten van 9 februari 1983 en 1 december 1997, blijven deze van toepassing.

Deeltijdse bedienden met een arbeidsovereenkomst van ten hoogste 24 uren per week, hebben op hun schriftelijk verzoek het recht om hun prestaties te spreiden over vier dagen per week. Deze regeling treedt in werking vanaf 1 januari 2000.

Art. 5.De werkgevers hebben 6 maal per jaar de mogelijkheid hun bedienden tewerk te stellen op de gewone inactiviteitsdag, zonder nochtans de in artikelen 2 en 4 vastgesteld grenzen te overschrijden.

De werkgever die van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt geeft aan de bediende, hetzij een compensatieverlof dat overeenstemt met de overschrijding van de in artikel 2 vastgestelde grenzen binnen de zes weken die volgen op die overschrijding, hetzij een vergoeding die gelijk is aan het normaal loon dat overeenstemt met die overschrijding.

Vooraleer van de in lid 1 geboden mogelijkheid gebruik te maken, licht de werkgever de betrokken bedienden vijftien dagen op voorhand in, behoudens gevallen van overmacht; hij verwittigt ook de sociale inspecteur vierentwintig uur op voorhand.

Art. 6.De bepalingen van de artikelen 2 en 5 zijn niet van toepassing op de filiaalhouders, waarvoor de ondernemingen steunen op de wet van 22 juni 1960 tot instelling van een wekelijkse rustdag voor ambacht en handel, alsook op de besluiten tot uitvoering van deze wet.

Wanneer een feestdag onmiddellijk vóór of na een zondag valt, kan de winkel één van beide dagen gedurende vier uren geopend worden, onverminderd, voor de filiaalhouders, de wetsbepalingen inzake de wekelijkse rust.

Art. 7.Het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren kan de ondernemingen waarvoor een verzoek tot afwijking werd ingediend in samenspraak met de aldaar vertegenwoordigde syndicale organisatie(s), vrijstellen van de toepassing van artikelen 2 en 4.

Art. 8.Uitvoerende bedienden die vrijwillig hun arbeidsduur wensen te verminderen tot 32 uur per week, kunnen dit doen mits naleving van volgende voorwaarden : - prestaties verdeeld over 5 dagen; - evenredige aanpassing van het loon.

De ondernemingen verbinden zich ertoe de aldus vrijgekomen uren te compenseren hetzij door het optrekken van de arbeidsduur van deeltijdse werknemers, hetzij door nieuwe aanwervingen.

Art. 9.De ondernemingen die de annualisatie van de arbeidsduur, bedoeld in de artikelen 37 tot 42 van de wet van 26 juli 1996 ter bevordering van de tewerkstelling en ter preventieve vrijwaring van de concurrentiekracht, willen invoeren en die beschikken over een syndicale afvaardiging, doen dit bij collectieve arbeidsovereenkomst.

De andere ondernemingen leggen hun ontwerp ter goedkeuring aan het paritair comité voor.

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1997 wordt opgeheven.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met naleving van een opzegtermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^