22 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 7 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, de faillissementswet van 8 augustus 1997 en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, strekkende tot een rechtvaardiger fiscale behandeling van de schuldeisers in het kader van een gerechtelijk akkoord of faillissement

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de wet van 7 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, de faillissementswet van 8 augustus 1997 en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, strekkende tot een rechtvaardiger fiscale behandeling van de schuldeisers in het kader van een gerechtelijk akkoord of faillissement, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de wet van 7 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, de faillissementswet van 8 augustus 1997 en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, strekkende tot een rechtvaardiger fiscale behandeling van de schuldeisers in het kader van een gerechtelijk akkoord of faillissement.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST FINANZEN 7. APRIL 2005 - Gesetz zur Abänderung des Königlichen Erlasses Nr.4 vom 29. Dezember 1969 in Bezug auf die Erstattungen im Bereich der Mehrwertsteuer, des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 und des Einkommensteuergesetzbuches 1992 im Hinblick auf die Gewährleistung einer gerechteren steuerlichen Behandlung von Gläubigern im Rahmen eines gerichtlichen Vergleichs oder eines Konkursverfahrens ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.

Art. 2 - Artikel 3 des Königlichen Erlasses Nr. 4 vom 29. Dezember 1969 in Bezug auf die Erstattungen im Bereich der Mehrwertsteuer wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Die Erstattungsklage entsteht an dem Datum, an dem der Erstattungsanspruch entsteht. Die in Artikel 77 § 1 Nr. 7 des Gesetzbuches erwähnte Erstattungsklage entsteht: - im Falle eines Konkursverfahrens, am Datum des Konkurseröffnungsurteils, - im Falle eines gerichtlichen Vergleichs, am Datum des definitiven Aufschubs in Bezug auf Schuldennachlasse, die im Sanierungsplan aufgenommen sind. » Art. 3 - Artikel 79 des Mehrwertsteuergesetzbuches wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 79 - Wird eine Erstattung aufgrund eines Irrtums in der Rechnung oder aufgrund der in Artikel 77 § 1 Nr. 2 bis 7 erwähnten Bestimmungen gewährt, muss der Lieferer oder Dienstleistende dem Vertragspartner ein Berichtigungsdokument übermitteln, in dem der Betrag der ihm erstatteten Steuer vermerkt ist.

Hat der Vertragspartner den Betrag dieser Steuer abgezogen, ist er verpflichtet, dem Staat den Betrag zurückzuzahlen; er fügt ihn dem Betrag der Steuern bei, die er für den Zeitraum schuldet, in dem er das Berichtigungsdokument erhalten hat.

Der Lieferer oder Dienstleistende, dem bei Verlust der gesamten oder eines Teils der Preisforderung der entsprechende Betrag der Steuer erstattet worden ist, muss in der Annahme, dass die Finanzlage des Schuldners sich gebessert hat und dieser seinem Gläubiger die Summe, die als uneintreibbar galt, später ganz oder teilweise zahlt, dem Staat den Betrag der Steuer zurückzahlen, der dem eingetriebenen Betrag entspricht; er fügt ihn dem Betrag der Steuern bei, die er für den Zeitraum schuldet, in dem er diese Zahlung erhalten hat. » Art. 4 - Artikel 34 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, dessen heutiger Text § 1 bilden wird, wird durch einen Paragraphen 2 mit folgendem Wortlaut ergänzt: « § 2 - Die Konkursverwalter hinterlegen am Ende jedes Kalenderjahres auf jeden Fall eine zusammenfassende Erklärung hinsichtlich der Mehrwertsteuer in Bezug auf die Verträge. » Art. 5 - In Artikel 80 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 4. September 2002, wird Absatz 1 wie folgt ergänzt: « Binnen einem Monat nach dem Urteil, durch das die Aufhebung des Konkursverfahrens angeordnet wird, übermitteln die Konkursverwalter der Mehrwertsteuerverwaltung und der Verwaltung des Steuerwesens für Unternehmen und Einkünfte eine Abschrift der verbesserten vereinfachten Rechnung und eine Auflistung der Beträge, die den verschiedenen Gläubigern tatsächlich gezahlt wurden. » Art. 6 - Artikel 48 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 wird durch einen Absatz 2 mit folgendem Wortlaut ergänzt: « Forderungen gegenüber Vertragspartnern, für die aufgrund des Gesetzes über den gerichtlichen Vergleich ein definitiver Aufschub gewährt wurde, führen zu einer Steuerbefreiung für Wertminderungen und Rückstellungen, und zwar in den Besteuerungszeiträumen, in denen der definitive Aufschub in Kraft ist. » Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird.

Gegeben zu Brüssel, den 7. April 2005 ALBERT Von Königs wegen: Der Vizepremierminister und Minister der Finanzen D. REYNDERS Mit dem Staatssiegel versehen: Die Vizepremierministerin und Ministerin der Justiz Frau L. ONKELINX Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL