Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2016
gepubliceerd op 10 januari 2017

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2016022507
pub.
10/01/2017
prom.
22/12/2016
ELI
eli/besluit/2016/12/22/2016022507/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 5quater, § 2, ingevoegd bij de wet van 18 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2016 pub. 27/12/2016 numac 2016024298 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten, artikel 12, § 2, vierde lid, vervangen bij de wet van 12 juli 1972 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 1985, en artikel 13bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 21 december 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het Sociaal Statuut der Zelfstandigen, gegeven op 31 oktober 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 9 november 2016;

Gelet op het advies nr. 60.500/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : "

Art. 5bis.§ 1. De aanvraag tot onderwerping in de hoedanigheid van student-zelfstandige, bedoeld in artikel 5quater van het koninklijk besluit nr. 38, wordt schriftelijk of elektronisch ingediend bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij de aanvrager is aangesloten.

Na de ontvangst van de aanvraag, vraagt het sociaal verzekeringsfonds in antwoord aan zijn aangeslotene om zo snel mogelijk een attest van inschrijving, opgesteld door de onderwijsinstelling waarin hij is ingeschreven, over te maken of, indien het gaat om een buitenlandse onderwijsinstelling, opgesteld door de instelling die zijn verblijf in het buitenland en zijn inschrijving in de betrokken onderwijsinstelling heeft georganiseerd, en dit, indien dit attest niet bij de aanvraag werd gevoegd en enkel en alleen indien het fonds niet beschikt over die gegevens via een authentieke bron. Dit attest moet het fonds toelaten om volgende gegevens vast te stellen : 1. de inschrijving van de student in de genoemde instelling;2. het type gevolgde studies en in voorkomende geval het ondernemingsproject waarvoor hij begeleid wordt door een onderwijsinstelling;3. het aantal studiepunten voor het school- of academiejaar in kwestie of een inschrijving met volledig leerplan, of het aantal lesuren per week;4. indien het gaat om een buitenlandse onderwijsinstelling, de erkenning van het onderwijs door de bevoegde overheid van het vreemde land en de stempel van de onderwijsinstelling. Indien de aanvraag betrekking heeft op beëindigde school- of academiejaren, dan is het in het vorige lid vermelde attest van inschrijving nodig voor elk van die school- of academiejaren. In dat geval vraagt het sociaal verzekeringsfonds ook om voor elk van die school- of academiejaren zo snel mogelijk één van de in paragraaf 3, tweede lid, 3°, bedoelde documenten over te maken, indien die documenten niet bij de aanvraag werden gevoegd en enkel en alleen indien het fonds niet beschikt over die informatie via een authentieke bron.

De aanvrager moet bovendien voor het nog niet beëindigde school-of academiejaar schriftelijk of elektronisch aan het sociaal verzekeringsfonds verklaren dat hij zich ertoe verbindt om regelmatig de lessen te volgen. § 2. Bij gebrek aan verzaking door de student-zelfstandige bedoeld in paragraaf 7 en voor zover hij tot dan de voorwaarden om onderworpen te zijn in de hoedanigheid van student-zelfstandige heeft vervuld, blijft de aanvraag geldig voor de latere school- of academiejaren, maar ten laatste tot 30 september van het kalenderjaar waarin de student de leeftijd van 25 jaar bereikt.

Hiertoe vraagt het sociaal verzekeringsfonds voor elk later school- of academiejaar, uiterlijk op het einde van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar in kwestie aanvangt, een attest van inschrijving zoals bedoeld in paragraaf 1, betreffende het school- of academiejaar dat begint, behalve indien het fonds beschikt over de vereiste gegevens via een authentieke bron.

De aanvrager moet bovendien voor elk later school- of academiejaar verklaren dat hij zich ertoe verbindt om regelmatig de lessen te volgen.

Het attest van inschrijving en de verklaring van de student moeten het sociaal verzekeringsfonds bereiken uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar in kwestie een einde neemt. Wanneer dat niet zo is, kan de betrokkene een nieuwe aanvraag indienen. § 3. Zodra het sociaal verzekeringsfonds beschikt over de aanvraag, het attest van inschrijving, en de verklaring van betrokkene, bedoeld in de paragrafen 1 en 2, gaat het voor elk school- of academiejaar over tot de controle van de voorwaarden van onderwerping in de hoedanigheid van student-zelfstandige voorzien in artikel 5quater, § 1, 1°, 2° en 3°, van het koninklijk besluit nr. 38.

Voor de controle van de voorwaarden bepaald in artikel 5quater, § 1, 2°, van het koninklijk besluit nr. 38 dient te worden verstaan onder : 1° "een Belgische of een buitenlandse onderwijsinstelling " : de onderwijsinstelling in België die is erkend door de bevoegde overheid van België of, als het gaat om een buitenlandse instelling, de onderwijsinstelling waarvan het programma erkend is door de buitenlandse bevoegde overheid of overeenstemt met een programma erkend door die overheid;2° "een in hoofdzaak ingeschreven student in een onderwijsinstelling" : de student die tijdens een school- of academiejaar ingeschreven is voor minstens 27 studiepunten. Indien de gevolgde studies niet worden uitgedrukt in studiepunten, is een inschrijving voor minstens 17 lesuren per week vereist. Een lestijd van 50 minuten wordt gelijkgesteld met een uur.

Zelfs als de lessen niet gevolgd worden tijdens deze periodes, verhinderen de volgende periodes deze inschrijving in hoofdzaak niet : 1. de stageperiodes, als het doorlopen ervan een voorwaarde is voor het behalen van een wettelijk erkend diploma of attest of brevet;2. een maximumperiode van een jaar voorbereiding voor een eindverhandeling tot de indiening van de verhandeling.3° "regelmatig lessen volgen" : een student zijn die in staat is om aan zijn sociaal verzekeringsfonds het volgende te bezorgen : - een attest opgesteld door de onderwijsinstelling die erkent dat de student aanwezig geweest is tijdens de lessen of heeft deelgenomen aan de examens of, - een attest opgesteld door de onderwijsinstelling waaruit blijkt dat deze instelling de student begeleidt in zijn ondernemingsproject of, - elk verantwoordingsstuk dat aantoont dat de student door een geval van overmacht onafhankelijk van zijn wil werd verhinderd om regelmatig de lessen te volgen of aanwezig te zijn op de examens. Voor de school- of academiejaren die nog niet zjin beëindigd op het moment van de aanvraag, wordt de voorwaarde om regelmatig lessen te volgen, in het begin van het school- of academiejaar of bij de aanvraag van betrokkene, voorlopig onderzocht op basis van de verklaring van de student bedoeld in paragrafen 1 en 2. Het regelmatig volgen van de lessen moet vervolgens bevestigd worden op het einde van het school- of academiejaar. Daartoe nodigt het sociaal verzekeringsfonds de student, uiterlijk op het einde van het kalenderjaar waarin het school- of academiejaar in kwestie een einde neemt, uit om één van de in het eerste lid van 3° bedoelde documenten over te maken, behalve als het fonds dit reeds heeft ontvangen of indien het over deze informatie beschikt via een authentieke bron.

Wanneer een in het eerste lid van 3° bedoeld document niet wordt overgemaakt uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar dat volgt op het school-of academiejaar waarvoor dat document is gevraagd, dan verliest de zelfstandige zijn statuut van student-zelfstandige voor alle kwartalen van dat school-of academiejaar.

De student-zelfstandige is ertoe gehouden alle wijzigingen die een invloed hebben op zijn hoedanigheid van student-zelfstandige onmiddellijk mee te delen aan zijn sociaal verzekeringsfonds. § 4. Voor zover de voorwaarden bedoeld in artikel 5quater, § 1, 1°, 2° en 3°, van het koninklijk besluit nr. 38 zijn vervuld, begint de onderwerping in de hoedanigheid van student-zelfstandige vanaf het kwartaal waarin de aanvraag, bedoeld in paragraaf 1, is ingediend of vanaf het kwartaal vermeld in de aanvraag door de student-zelfstandige. Indien de voorwaarden niet vervuld zijn, begint de onderwerping vanaf het eerste kwartaal waarin de vereiste voorwaarden vervuld zijn. § 5. De onderwerping in de hoedanigheid van student-zelfstandige wordt beëindigd : 1. vanaf het kwartaal waarin betrokkene niet langer voldoet aan de voorwaarde van artikel 5quater, § 1, 3°, van het koninklijk besluit nr.38, omdat hij niet langer onderworpen is aan dit besluit; 2. vanaf het kwartaal waarin betrokkene niet of niet langer voldoet aan de voorwaarde van artikel 5quater, § 1, 2°, van het koninklijk besluit nr.38, omdat hij niet of niet langer de voorwaarden vervult betreffende zijn studies; 3. vanaf het vierde kwartaal van het kalenderjaar waarin betrokkene de leeftijd van 25 jaar bereikt;4. vanaf het kwartaal waarin een verzaking bedoeld in paragraaf 7, ingaat. § 6. Wanneer de voorwaarde, bedoeld in artikel 5quater, § 1, 2°, van het koninklijk besluit nr. 38, vervuld is tijdens het tweede kwartaal van een kalenderjaar of het kwartaal vóór het kwartaal waarin de zomervakantie plaatsvindt van een school- of academiejaar dat ten einde loopt, dan wordt de voorwaarde, in afwijking van paragraaf 5, geacht ook vervuld te zijn tijdens dat derde kwartaal of tijdens het kwartaal waarin de zomervakantie plaatsvindt. § 7. De student-zelfstandige kan bij zijn sociaal verzekeringsfonds schriftelijk of elektronisch verzaken aan zijn statuut van student-zelfstandige. De verzaking gaat in vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de verzaking is ingediend of vanaf een toekomstig kwartaal vermeld door de student-zelfstandige.

Art. 2.In artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/01/2014 pub. 12/02/2014 numac 2014022042 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in het eerste lid, wordt de bepaling onder b) opgeheven;2. het zevende lid wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 38, § 2, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/01/2014 pub. 12/02/2014 numac 2014022042 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende : "9° onverminderd het geval bedoeld in § 1, 1°, het feit dat de onderworpene in de catergorie van onderworpenen bedoeld in artikel 5quater van het koninklijk besluit nr. 38 komt of deze verlaat.".

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Voor de verzekeringsplichtigen die artikel 37, § 1, eerste lid, b), genoten vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, kan dit besluit pas uitwerking hebben vanaf het eerste kwartaal 2017, voor zover een nieuwe aanvraag wordt ingediend en de nodige inlichtingen worden verstrekt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art. 5.De minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS

^