gepubliceerd op 27 januari 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1989 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers tussenkomt in de kosten der tandprothesen van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen
22 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1989 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers tussenkomt in de kosten der tandprothesen van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 juli 1969 tot vaststelling van het recht van oorlogsinvaliden en oorlogswezen op geneeskundige verzorging op kosten van de Staat, gewijzigd bij artikel 154 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen;
Gelet op de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, inzonderheid artikel 29, gewijzigd bij de wet van 10 april 2003 houdende inrichting van het Instituut voor Veteranen;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze verzorging van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1986 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers tussenkomt in de kosten der geneeskundige verzorging der oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, van de oorlogswezen en krijgsgevangenen die een gevangenschap van zes tot twaalf maanden ondergaan hebben, inzonderheid op artikel 4, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1989 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers tussenkomt in de kosten der tandprothesen van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen;
Gelet op het voorstel van 22 november 2003, uitgebracht door de Commissie voor Geneeskundige Verzorging, voorzien bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 1985;
Gelet op het gunstig advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, gegeven op 10 december 2003;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting gegeven op 29 oktober 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid wegens het feit dat dit besluit bepalingen bevat die van kracht worden op 1 januari 2004 en dat het van belang is onverwijld de administratieve maatregelen van praktische aard te treffen;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, in het 1ste lid van de onderverdeling getiteld : « A - Vaste prothesen » wordt volgende tekst bijgevoegd : « Dit bedrag vastgesteld tegen het indexcijfer van de consumptieprijzen van 101,18 (basis 1988) zal jaarlijks geïndexeerd worden volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari met ingang van het jaar 2004 ».
Art. 2.In artikel 1, in de onderverdeling getiteld : « B - Uitneembare prothesen », punt « 1. In kunsthars » wordt vervangen door volgende tekst : 1. In kunsthars. Deze worden terugbetaald in functie van het aantal tanden volgens het barema van de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging. In geval van bijplaatsing van een tand in een bestaande prothese : a) eerste tand : volgens het barema van de nomenclatuur van geneeskundige verzorging;b) per bijkomende tand : euro 21,07. Voor dit soort prothesen is de hernieuwingstermijn 7 jaar.
Een enkele jaarlijkse herstelling per prothese wordt terugbetaald volgens het barema van de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging voor deze verstrekking.
De rebasering volgens de in de nomenclatuur voorziene verstrekking wordt terugbetaald tegen 40 % van de prijs toegestaan voor prothesen in hars naar rata van twee rebaseringen voor een periode van 7 jaar.
Art. 3.In artikel 1, in de onderverdeling getiteld : « B - Uitneembare prothesen », 1ste lid van punt « 2. Skeletprothesen » wordt volgende tekst bijgevoegd : « Dit bedrag vastgesteld tegen het indexcijfer van de consumptieprijzen van 101,18 (basis 1988) zal jaarlijks geïndexeerd worden volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari met ingang van het jaar 2004 ».
Art. 4.In artikel 1 wordt een nieuwe onderverdeling bijgevoegd : C. Attachements Het Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers zal per persoon, ten belope van maximum twee bovenattachements en twee onderattachements, voor een bedrag van euro 297,47 per attachement een tussenkomst verlenen vanaf 1 januari 2004 en dit voor een periode van twaalf jaar.
Deze tussenkomst zal onderworpen zijn aan het voorafgaand akkoord van de geneesheer van het Instituut op basis van een verslag van de beoefenaar van de tandheelkunde dat de plaatsing van het attachement staaft.
Het voor een attachement vastgesteld bedrag zal jaarlijks vanaf het jaar 2005 geïndexeerd worden volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari.
Art. 5.In individuele gevallen, waarbij de begunstigden van deze bepalingen niet afdoende kunnen verzorgd worden, rekening gehouden met de vastgestelde hernieuwingstermijnen, kunnen deze verminderd worden mits akkoord van de Ministeriële Commissie voor Geneeskundige Verzorging, op basis van een dossier tot staving dat haar voorgelegd werd.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2004.
Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Sociale Zaken, en Volksgezondheid, R. DEMOTTE