Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2003
gepubliceerd op 01 maart 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202322
pub.
01/03/2004
prom.
22/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/22/2003202322/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 48956/CO/313) TITEL I. - Arbeids- en loonvoorwaarden HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.De titel I van deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de apotheken en de tarificatiediensten ressorteren met uitzondering van de bepalingen van Titel II. - Arbeidsduur, die enkel van toepassing zijn op de werknemers die geen houder zijn van het wettelijk diploma van apotheker en hun werkgevers. HOOFDSTUK II. - Beroepsindeling van het personeel dat geen apotheker is Sectie 1. - Categorieën

Art. 2.Voor de toepassing van deze titel zijn de functies geklasseerd in vier categorieën die door de onderstaande algemene criteria worden bepaald : Eerste categorie Normale aanvangsleeftijd : 21 jaar Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) kennis hebben opgedaan welke overeenstemt met het programma van het lager onderwijs, de twee jaren van de eerste graad van het vernieuwd secundair onderwijs (V.S.O.) of alle hiermee gelijkgestelde studies inbegrepen, en die voldoende is om functies te kunnen uitoefenen van het minste niveau die door de wet of de rechtspraak worden erkend als zijnde van intellectuele aard; b) een periode van aanpassing van beperkte duur die meestal één op de hoogste stelling is;c) een eenvoudig werk van secundaire aard dat van degene die het verricht geen andere verantwoordelijkheid vergt dan die van het goed uitgevoerd werk. Voorbeelden : - niet-gediplomeerd farmaceutisch technisch assistent met minder dan drie jaar ervaring; - bediende voor de post en voor de verzending; - loopjongen; - bediende voor klasseerwerk; - onderhoudspersoneel.

Tweede categorie Normale aanvangsleeftijd : 21 jaar Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door : a) de noodzakelijkheid voldoende kennis te hebben opgedaan om functies van intellectuele aard te kunnen uitoefenen en, zoveel mogelijk, een vorming hebben die kan opwegen tegen die welke verkregen wordt door de studies waarmee de oriëntatiecyclus wordt afgesloten;b) een periode van aanpassing van een bepaalde duur waardoor in een gespecialiseerd werk handigheid wordt verkregen;c) een eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor hoofdzakelijk kwaliteiten van oplettendheid worden vereist en dat uitgevoerd wordt volgens een bepaalde maatstaf onder voortdurende, rechtstreekse en omstandige controle. Voorbeelden : - magazijnmeester-bediende; - typist; - codeerder; - bediende voor de boekhouding met minder dan één jaar ervaring; - stenotypiste met minder dan één jaar ervaring; - facturist; - telefonist-standardist; - houder van het diploma kwalificatie « farmaceutisch technisch assistent » afgeleverd door een instelling van het V.S.O. en met minder dan één jaar ervaring; - houder van het diploma V.S.O., die niet in het bezit is van de kwalificatie van « farmaceutisch technisch assistent », met minder dan twee jaar ervaring; - helper van de categorie 1 met meer dan drie jaar maar minder dan zes jaar ervaring en die door de apotheker belast wordt om hem bij te staan in het uitvoeren van magistrale bereidingen; - tarifeerder met minder dan één jaar ervaring.

Derde categorie Normale aanvangsleeftijd : 21 jaar Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) een vorming die opweegt tegen deze verkregen door studies van volledig secundair onderwijs determinatiegraad, hetzij studies van de secundaire graad aangevuld door gespecialiseerde vakstudies of het verkrijgen van een beroepsbekwaamheid door stage of door de uitoefening van andere gelijke of gelijkaardige functies;b) het zelfstandig uitvoeren van afwisselend werk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist van degene die het uitvoert en die tegenover de werkgever verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan. Voorbeelden : - stenotypiste; - hulpboekhouder; - informaticabediende; - typiste belast met een secretariaat; - houder van een kwalificatie van farmaceutisch technisch assistent na één jaar ervaring; - houder van een diploma van het V.S.O. met twee jaar ervaring en die onder toezicht en onder de verantwoordelijkheid van de apotheker magistrale bereidingen uitvoert; - persoon die geen diploma V.S.O. kwalificatie « farmaceutisch technisch assistent » bezit met zes jaar ervaring en die onder toezicht en onder de verantwoordelijkheid van de apotheker de magistrale bereidingen uitvoert; - tarifeerder.

Vierde categorie Normale aanvangsleeftijd : 23 jaar Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door : a) een vorming die opweegt tegen deze die wordt verkregen door, buiten volledige studies van secundair onderwijs, gespecialiseerde studies, of ook het verkrijgen van een praktische opleiding door middel van stage of door het uitoefenen van gelijke of gelijkaardige betrekkingen;b) een korte tijd om zich in te werken;c) een meer afwisselend zelfstandig werk waarvoor van degene die het uitvoert een meer dan gewone vakbekwaamheid, initiatief en verantwoordelijkheidsbesef vereist worden;d) de bekwaamheid om : - al het mindere werk van zijn eigen specialiteit uit te voeren; - al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen gebeurlijk geholpen door bedienden van de voorgaande rangen.

Voorbeelden : - boekhouder; - tweetalige stenotypiste; - kassier; - gekwalificeerd farmaceutisch technisch assistent die onder toezicht en onder de verantwoordelijkheid van de apotheker de bereidingen maakt van de geneeskundige voorschriften en de farmaceutische samenstellingen en die bovendien, na een bijkomende vorming te hebben genoten, door zijn werkgever wordt belast met het bekleden van een vertrouwensfunctie die wordt gekenmerkt door een grotere verantwoordelijkheid in de organisatie van het werk in één officina.

Deze vertrouwensfunctie wordt met name omschreven door het feit dat men door de apotheker wordt belast met de verdeling van het uit te voeren werk aan andere farmaceutische technische assistenten in de officina, met de bedoeling een goede organisatie van de dienst te waarborgen; - tarifeerder-verifeerder belast met het verdelen van het uit te voeren werk aan de andere tarifeerders en dit te controleren.

Moeten buiten categorie worden geklasseerd, de functies zoals deze van : - programmeur; - directiesecretaresse; - hoofdboekhouder; - vertaler.

Sectie 2. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 3.De categorie, waartoe een werknemer behoort, wordt niettegenstaande de voorbeelden, in de eerste plaats vastgesteld op basis van de algemene kenmerken van de categorie in de beroepsindeling. Betwistingen inzake de categorie waartoe een werknemer behoort, zullen in eerste instantie voorgelegd worden aan het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten. HOOFDSTUK III Minimumbarema's van het personeel dat geen apotheker is

Art. 4.De maandelijkse minimumlonen per categorie bepaald in artikel 2 van het mannelijk en vrouwelijk personeel dat geen apotheker is, worden als volgt vastgesteld op 1 juli 1998.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen voor de jongere werknemers wordt vastgesteld op grond van de volgende percentages van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van het personeel van eenentwintig jaar : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.De bedienden van eenentwintig jaar en ouder genieten een maandelijks gewaarborgd minimumloon van 44 856 BEF op 1 juli 1998.

Art. 7.De minimumlonen worden toegepast onverminderd de meer gunstigere bepalingen waarvan de werknemers genieten ingevolge verworven toestanden.

Art. 8.Indien ondernemingen premies toekennen aan hun personeel (premie op de verkoop, percentage op het verkoopcijfer, premie op de specialiteiten,...) moeten in elk geval minimaal de cijfers van de loonschaal worden gewaarborgd.

Indien een wijziging wordt aangebracht aan dit systeem der premies, percentages,..., mag deze wijziging geen nadeel berokkenen aan de werknemer, noch welkdanig verlies meebrengen in zijn huidig of toekomstig loon. HOOFDSTUK IV. - Bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers

Art. 9.Onder « apotheker-provisor » moet worden verstaan : de apotheker-titularis die geen eigenaar is van de officina. Onder « adjunct-apotheker » moet worden verstaan : de apotheker die samenwerkt met de titularis (al dan niet eigenaar) die verantwoordelijk is voor officina.

Art. 10.De minimum maandelijkse barema's onafgezien de wijze van berekening of vaststelling worden als volgt vastgesteld op basis van de spilindex 114,20 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 11.Anciënniteit.

Voor de toepassing van artikel 10, de in aanmerking te nemen anciënniteit is die welke geldt in de sector zowel in de hoedanigheid van tewerkgestelde in dienst van één of meerdere werkgevers als in de hoedanigheid van zelfstandige in de officina waarvan de werknemer eigenaar of beheerder was. Het bewijs van tewerkstelling moet door de werknemer worden voorgelegd.

De occasionele werkzaamheden van minder dan één maand alsook iedere activiteit in de hoedanigheid van student of gedurende de militaire dienstplicht komen hiervoor niet in aanmerking.

Art. 12.Om te bepalen of het maandelijks minimumloon, dat tussen partijen werd overeengekomen, beantwoordt aan het in artikel 10 voorziene minimum, moet men rekening houden met alle elementen die in artikel 2 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 april 1965) worden vermeld, met inbegrip van de voordelen toegekend op een andere dan de maandelijkse basis.

Art. 13.Voor de apotheker die krachtens een overeenkomst voor deeltijdse arbeid is tewerkgesteld, zijn de bepalingen toepasselijk van de collectieve overeenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en voornamelijk het artikel 10. HOOFDSTUK V. - Vervanger van farmaceutisch technisch assistenten

Art. 14.Wordt als vervanger farmaceutisch technisch beschouwd, de bediende die minstens beantwoordt aan de maatstaven van de derde categorie van de farmaceutisch technisch assistenten en die bij gelegenheid door verschillende werkgevers wordt tewerkgesteld.

Art. 15.Het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technisch assistent wordt bepaald op basis van het maandelijks minimumloon van categorie 3, vanaf 26 jaar zoals voorzien in artikel 4 van deze overeenkomst.

De verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.

Ingeval voordelen in natura worden toegekend, mag de waarde van de voeding worden afgetrokken volgens het bedrag vastgesteld voor de berekening van de bijdragen voor de sociale zekerheid. HOOFDSTUK VI. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 16.De minimumlonen vastgesteld in de artikelen 4, 6 en 10 alsook de effectief uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten vastgesteld bij het koninklijk besluit 178 van 30 december 1982, artikel 1, tot wijziging van de wet van 1 maart 1977 en het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het gezondheidsindexcijfer van het Rijk worden gekoppeld. Zij worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het indexcijfer 114,20. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient onder « spilindexen » te worden verstaan : de getallen behorend tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02.

Voor de berekening van elke spilindex worden de delen van honderdsten van een punt afgerond op het naasthogere honderdste of verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.

Telkens dat het gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer (berekend volgens het koninklijk besluit 178 van 30 december 1982) van twee opeenvolgende maanden één der spilindexen bereikt of er op teruggebracht wordt, worden de minimumwedden gekoppeld aan de spilindex 114,20 opnieuw berekend door de coëfficiënt (1,02)n er op toe te passen, waarbij « n » de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt.

Te dien einde wordt iedere spilindex aangeduid met een volgnummer dat zijn rang opgeeft, het nummer 1 duidt de spilindex aan die volgt op de spilindex 114,20.

Voor het berekenen van de coëfficiënt (1,02)n, worden de breuken van een tienduizendste van een eenheid afgerond tot het hogere tienduizendste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een tienduizendste bereiken.

Art. 17.De verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de tweede maand die volgt op het einde van deze periode van twee maanden tijdens welke het gemiddeld indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt. HOOFDSTUK VII. - Kort verzuim

Art. 18.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten (Belgisch Staatsblad van 11 september 1963), wordt een derde werkdag verlof met behoud van de normale wedde toegekend ter gelegenheid van het huwelijk van de werknemer of de geboorte van een kind van de werknemer indien dit kind erkend wordt door zijn vader.

Art. 19.Wanneer, wegens volgende gebeurtenissen, het verlof niet genomen werd, in de voorwaarden voorzien bij het voornoemd koninklijk besluit van 28 augustus 1963, mogen de werknemers er nochtans aanspraak op maken bij : - huwelijk van de werknemer; - huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer of een zuster van de werknemer; - overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, de moeder, de grootvader, de grootmoeder, een broer, een zuster, een kleinkind, een schoonzoon, een schoondochter van de werknemer.

Art. 20.Daar waar gunstigere voorwaarden inzake vakantie en verlof in gebruik zijn, moet de verworven toestand behouden blijven in het voordeel der werknemers.

TITEL II. - Arbeidsduur HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 21.De Titel II van deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers, met uitzondering van de apothekers houders van een wettelijk diploma, en op de werkgevers die hen tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 22.De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 38 uur.

Art. 23.De tewerkstelling van werknemers na 20 uur is slechts toegelaten wanneer de werkgever deelneemt aan de wachtdienst ingericht voor zijn regio. De totale duur van de nachtarbeid tussen 20 uur en 6 uur mag 20 uur per jaar niet overschrijden.

Art. 24.Wanneer de werknemers buiten de bij artikelen 22 en 23 vastgestelde grenzen worden tewerkgesteld krachtens artikel 25 van de wet op de arbeid van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 mars 1971), laat de werkgever dit zo spoedig mogelijk aan de arbeidsinspectie weten.

Art. 25.De arbeidsduur mag met 20 uur per jaar de wekelijkse grens overschrijden die in artikel 22 van deze titel is vastgesteld, op voorwaarde dat hij niet de bij of krachtens de wet vastgestelde grenzen overschrijdt.

De werkgever mag van deze mogelijkheid slechts gebruik maken voorzover de werknemers of, wanneer zij bestaat, de syndicale afvaardiging van de onderneming minstens zeven dagen vooraf ervan verwittigd worden.

Art. 26.In de apotheken gevestigd in de badplaatsen en de luchtkuuroorden, alsook in de toeristische centra, mogen de door of krachtens de wet vastgestelde grenzen worden overschreden gedurende dertien weken per kalenderjaar teneinde het hoofd te kunnen bieden aan een uitzonderlijke toename van het werk.

De in artikel 22 van deze titel beoogde wekelijkse grens mag niet meer dan vijf uur worden overschreden.

TITEL III. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 27.De Titel III van deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die onder het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten ressorteren. HOOFDSTUK II. - Tussenkomst van de werkgever

Art. 28.De tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werknemers, voorzover de volgens de kortst mogelijke weg afgelegde afstand gelijk is aan of hoger ligt dan 5 km, wordt als volgt bepaald : a) Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen : 50 pct.van de prijs van het sociaal abonnement in 2e klasse, berekend op grond van het aantal afgelegde kilometers, vermeld op het afgeleverde document; b) De Lijn, « TEC », MIVB en andere gemeenschappelijke transportmiddelen : 50 pct.van het voordeligste tarief waarvan de begunstigde kan genieten; c) combinatie van verschillende middelen van gemeenschappelijk vervoer : de tussenkomst wordt toegepast op de respectievelijk afgelegde trajecten;d) enig ander privé-vervoermiddel : 50 pct.van de prijs van het sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen in 2e klasse.

Art. 29.De tussenkomsten worden eenmaal per maand vereffend, samen met het loon.

Art. 30.Alleen de werknemers die beantwoorden aan de voorwaarden opgelegd voor het verkrijgen van een sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen kunnen van de bepalingen van de titel III van deze arbeidsovereenkomst genieten.

TITEL IV. - Gebruiksmodaliteiten van het educatief verlof HOOFDSTUK I. - Verdeling en gebruik van het educatief verlof

Art. 31.In uitvoering van artikel 4 van de wet van 10 april 1973 waarbij aan de werknemers educatief verlof wordt toegekend met het oog op hun sociale promotie, wordt dit verlof op volgende wijze gebruikt : - een helft wordt voorbehouden aan de voorbereiding en het afleggen van examens op het einde van het schooljaar; - de andere helft wordt verspreid over het schooljaar, onder vorm van verlof, verdeeld per maand of per week. HOOFDSTUK II. - Afwijkingsstelsel

Art. 32.Mits eenparig akkoord van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis na overeenkomst tussen het ondernemingshoofd en de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis na overeenkomst tussen het ondernemingshoofd en de betrokken werknemers, kan worden afgeweken van de in artikel 31 voorziene verdelingswijze.

Art. 33.In dit geval wordt het totaal aantal uren over het gehele schooljaar gespreid in de vorm van verlof verdeeld per maand of per week.

Art. 34.Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer kan maximum één vierde van het educatief verlof bedoeld in artikel 33, worden voorbestemd tot de voorbereiding en het afleggen van de examens. Dit verzoek moet worden ingediend bij het ondernemingshoofd of zijn aangestelde, bij de aanvang van het schoojaar en ten laatste op 31 december van het lopende jaar.

TITEL V. - Vervanging van wettelijke feestdagen die samenvallen met een dag van de week die normaal niet gepresteerd wordt

Art. 35.In het raam van de voltijdse betrekkingen geven de wettelijke feestdagen die samenvallen met de dag van de week die normaal niet gepresteerd wordt aanleiding tot een dag compensatieverlof.

TITEL VI. - Jaarlijkse vakantie

Art. 36.Deze titel heeft een aanvullend karakter. Hij is niet van toepassing op ondernemingen met een ondernemingsraad en/of een comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen en/of een syndicale delegatie.

Hij is evenmin van toepassing op ondernemingen waar een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst de modaliteiten inzake de jaarlijkse vakantie vastlegt.

Art. 37.De partijen zullen overeenkomstig de wetgeving op de feestdagen, gezamenlijk de feestdagen en de vervangingsdagen vastleggen vóór 15 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de feestdagen zullen worden toegekend.

Art. 38.In overeenstemming met de bepalingen van de wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie, leggen de partijen de periode van de hoofdvakantie vast vóór 1 april van het kalenderjaar.

Het akkoord zal het voorwerp vormen van een overeenkomst waarin moet worden vermeld : - de naam van de ondertekenende partijen; - de datum van het hoofdverlof; - de datum van ondertekening.

Iedere partij zal een exemplaar van de overeenkomst ter beschikking worden gesteld.

Art. 39.Indien geen akkoord werd bereikt op 1 april van het kalenderjaar, kan de werknemer binnen de veertien kalenderdagen een schriftelijk voorstel overmaken aan de werkgever. De werkgever tekent een duplicaat van dit voorstel. Deze handtekening geldt enkel voor ontvangst van het voorstel. Het voorstel kan ook per aangetekende brief worden overgemaakt.

Art. 40.Indien op 1 mei van het kalenderjaar geen akkoord is bereikt, of geen schriftelijk voorstel werd overgemaakt, of indien het schriftelijk voorstel niet werd aanvaard, kan de meest gerede partij een aanvraag tot verzoening richten naar de voorzitter van het paritair comité, via één van de vertegenwoordigde organisaties in het paritair comité.

De voorzitter van het paritair comité zal een verzoeningsvergadering samenroepen vóór 15 mei van elk jaar, om alle aanvragen te behandelen.

Art. 41.In laatste instantie blijven de arbeidsrechtbanken bevoegd om het geschil te beslechten.

Art. 42.Werkgever en werknemer zullen op ondernemingsniveau afspraken maken over een systeem om de vakantiedagen in rekening te brengen.

TITEL VII. - Slotbepalingen

Art. 43.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk der ondertekenende partijen mits een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de apotheken en de tarificatiediensten mits een opzegperiode van zes maanden.

Zij vervangt volgende collectieve arbeidsovereenkomsten : 1. de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1989 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (koninklijk besluit van 9 juli 1990, Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1990), een laatste maal gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1998 (geregistreerd onder het nummer 47741/CO/313);2. de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1990 tot vaststelling van de bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers (koninklijk besluit van 28 februari 1991, Belgisch Staatsblad van 16 mei 1991);3. de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1993 betreffende de barema's en de tussenkomst in de vervoerskosten;4. de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 1994 betreffende de jaarlijkse vakantie. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^