gepubliceerd op 29 januari 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het "Sociaal Fonds van de betonindustrie"
22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2001, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1 . Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het "Sociaal Fonds van de betonindustrie".
Art. 2 . Onze Minister van Werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgische staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 15 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 20 mei 1982.
Koninklijk besluit van 16 februari 2001, Belgisch Staatsblad van 25 april 2001.
Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 Vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" (Overeenkomst geregistreerd op 31 juli 2001 onder het nummer 58211/C0/106.02)
Artikel 1.In toepassing van artikel 13 van de statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, wordt de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 3,0410 EUR per werkdag en per werkman of werkster, met een maximum van 15,2455 EUR per week.
Als werkdagen worden aangezien : 1o de effectief en gedeeltelijk gepresteerde dagen; 2o de niet gepresteerde dagen en de gedeeltelijk niet gepresteerde dagen voor dewelke de werkgever gehouden is een bezoldiging te betalen; 3o de dagen gedurende dewelke het werk onderbroken wordt ingevolge de vakantie waarop de werknemers recht hebben bij toepassing van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Art. 2.Voornoemde dagelijkse of wekelijkse hoofdelijke bijdrage wordt aangewend : - ter financiering van de werking van het fonds; - ter financiering van de voordelen voorzien in artikel 5 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst; - ter financiering van de bijdrage ter vervolmaking van economische, sociale en technische kennis van de werknemersvertegenwoordigers en de werkgeversvertegenwoordigers zoals bepaald in artikel 3, 3o, van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst; - voor het creëren van middelen ter bevordering van de tewerkstelling ten bate van de risicogroepen; - voor het financieren van een programma-pakket opleidingen "industriële vorming" met inbegrip van initiatieven ter bevordering van het stressbeleid, voorkoming van rugklachten en omgaan met gevaarlijke stoffen.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door één van de contracterende partijen mits naleving van een opzegging van drie maand.Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, bij een ter post aangetekende brief.
Art. 4.Overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad werden in deze collectieve arbeidsovereenkomst de bedragen, bij de omzetting naar euro, afgerond met twee decimalen meer dan het aantal decimalen dat van toepassing is in Belgische frank, waarbij de vierde decimaal afgerond wordt, rekening houden met de vijfde decimaal.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 houdende vaststelling van de bijdrage van de werkgevers aan het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" De bedragen van 3,0410 EUR en 15,2455 EUR voorzien in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst stemmen respectievelijk overeen met 123 BEF en 615 BEF. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE