gepubliceerd op 22 januari 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden
22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden, Gelet op het advies van de Directieraad;
Gelet op het advies van het Beheerscomité;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 27 augustus 1998;
Gelet op het protocol van 26 november 1998 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XI zijn vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de berekeningswijze van de graadanciënniteit van de adjunct-adviseurs van de werkloosheid zo spoedig mogelijk moet geregeld;
Overwegende dat dit besluit bovendien uitwerking moet hebben met ingang van 1 juli 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden, ingevoegd : «
Art. 8bis.Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de bijzondere graad van adjunct-adviseur van de werkloosheid worden benoemd en die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren in de graad van adjunct-adviseur (rang 10), worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graad van adjunct-adviseur (rang 10) geacht verricht te zijn in de bijzondere graad van adjunct-adviseur van de werkloosheid. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET